Opinie
Veertig kwartalen later
Een terugblik biedt zicht op de omvang van het welvaartsverlies van de grote financiële crisis. De lessen van toen én regelmatige economische ramingen helpen om tekenen van een volgende crisis tijdig te herkennen.
Het zal de meeste lezers niet zijn ontgaan: het is deze maand tien jaar geleden dat Lehman Brothers viel, de gebeurtenis die de Grote Financiële Crisis inluidde. Inmiddels zijn we die klap te boven en ontwikkelt de economie zich in een veel gematigder patroon. Het duiden van de economische ontwikkelingen van het moment, zoals wij doen in ons Economisch Kwartaalbericht, lijkt dan soms bijna saai: we maken ons nu druk over een paar tienden bbp-groei erbij of wat procentpunten bedrijfsinvesteringen eraf. Toch is die aandacht voor ‘kleine’ verschillen terecht. Want een klein beetje extra economische groei kan voor heel veel mensen het verschil betekenen tussen een baan en het UWV. Tussen financiële ruimte om de kinderen te laten sporten bij een vereniging, of niet. Tussen meedoen of achterblijven.
De stroom van economische ramingen en revisies is schier oneindig. Bij al die informatie is het óók de kunst om het langeretermijnperspectief in het oog te houden. Hoe is het ons de afgelopen veertig kwartalen vergaan? Figuur 1 hieronder zet de omvang van de economie per hoofd van de bevolking af tegen het niveau van 2008. Wat valt op? De VS groeit weer alsof er niks is gebeurd, en ondanks het diepe dal waar Duitsland in de crisis doorheen moest, haalde dat land de VS al snel in. Nederland volgt het gemiddelde groeipad van de eurozone. Maar Italië blijft daar ver bij achter. Ook duidelijk te zien: de dubbeldip die de eurozone doormaakte als gevolg van de Europese schuldencrisis.
Het verhaal achter deze figuur is te groot voor deze column. Laat me enkele elementen noemen. Het gaat dan over de lange herstelperiode die financiële crises met zich meebrengen en over de late respons van Europa. Over de grote stappen die inmiddels zijn gezet om het institutionele huis van de euro te versterken. Over wat er nog meer nodig is om écht crisisbestendig te worden, althans… voor zover we een volgende crisis kunnen voorspellen. Over de big bazooka’s van centrale banken zoals de ECB en de Federal Reserve. Over bankbalansen en het herstel van de kredietverlening. Over het belang van anticyclisch begrotingsbeleid (stimuleren in slechte tijden, orde op zaken brengen in goede tijden). Er is zoveel te vertellen.
Een ander perspectief op hoe het ons in die veertig kwartalen is vergaan, krijgen we door de gemiste welvaart in beeld te brengen. We beginnen dit keer in het jaar 2000 (figuur 2). Met een uit het verleden doorgetrokken lijn teken ik daarin hoe de omvang van de economie in de eurozone (per hoofd van de bevolking) zich lineair had ontwikkeld als de grote financiële crisis niet had plaatsgevonden. De rode pijl is het verschil. Pakweg acht procentpunten. Of zes, of vier, het is maar waar je de lijn precies legt. In alle gevallen: een giga-verschil in welvaart. Ik zie het als een aanmoediging om voorbij de ontwikkelingen van het moment te kijken. Met de blik vooruit maar met de lessen uit het verleden proberen we als economen om tekenen van crisis tijdig te herkennen. Ik hoop dat u in dit licht de schier oneindige stroom aan ramingen en revisies die we daarbij opleveren als wat sympathieker beoordeelt.