Update
Heroriëntatie in dierenartsbranche verwacht
De sector is uitgedaagd door de overheid om een brancheorganisatie te vinden en een kwaliteitssysteem op te zetten. Omdat de veestapel de komende jaren krimpt, hebben steeds minder landbouwhuisdieren dierenartszorg nodig. Bij de gezelschapshuisdieren neemt de omzet de komende jaren juist beperkt toe. Wat houdt dit in voor de dierenartsbranche? Lees meer trends en ontwikkelingen in deze update.
Dierenarts op zoek naar brancheorganisatie
Eind 2022 heeft de minister van Landbouw aangegeven “de huidige invulling van de professionele rol en positie van de dierenarts te evalueren tegen het licht van de gewenste professionele rol en positie van de dierenarts”. De rol van de dierenarts wordt terecht zeer belangrijk gevonden. De dierenarts is een onafhankelijke professional die op basis van zijn of haar expertise een dienst verleent aan de klant, eigenaar en patiënt, en tegelijkertijd een maatschappelijke dienst verleent aan de samenleving. Met hun werkzaamheden dragen dierenartsen bij aan het beschermen van verschillende publieke waarden, waaronder diergezondheid, dierenwelzijn, volksgezondheid en voedselveiligheid. Voor het beschermen van die publieke belangen moet de dierenarts zijn of haar werk op een sterke en onafhankelijke manier kunnen (blijven) doen.
“Om goede kwaliteit van diergeneeskundige zorg te kunnen blijven garanderen, is het belangrijk dat hier een goed stelsel voor is.”
Het Ministerie van Landbouw heeft adviesbureau Berenschot gevraagd om hier onderzoek naar te doen. Uit hun onderzoek is gebleken dat het stelsel van kwaliteitsbewaking van dierenartsen beperkt is. Om goede kwaliteit van diergeneeskundige zorg te kunnen blijven garanderen, is het belangrijk dat hier een goed stelsel voor is. Het onderzoek geeft als advies om dit stelsel van kwaliteitsbewaking binnen de dierenartssector te versterken. Dit advies wordt ook gedeeld door de dierenartsen zelf. De onderzoekers concluderen dat het de sector in het verleden niet is gelukt om tot breed geaccepteerde en actuele richtlijnen te komen voor dierenartsen.
Ook blijkt dat voor de kwaliteit van zorg de bij- en nascholing van dierenartsen anders en beter georganiseerd moet worden. Daarnaast is er onvoldoende regie op de samenhang van eisen en regels van bestaande kwaliteitssystemen die het werk van dierenartsen beïnvloeden. Onderzoekers constateren dat de veterinaire sector geen vanzelfsprekende en legitieme partij (meer) heeft die een grote groep dierenartsen vertegenwoordigt of voldoende financiële middelen bezit om tot breed gedragen versterkingen in het kwaliteitssysteem te komen. Het advies aan de overheid is om randvoorwaarden te scheppen waarmee de veterinaire sector zelf het coördinatie- en financieringsprobleem rondom kwaliteitsborging kan oplossen. Het tweede advies is om permanente leerprocessen van praktiserende dierenartsen te stimuleren.
Aantal landbouwhuisdieren daalt fors
De komende jaren daalt de veestapel in Nederland verder. De belangrijkste reden hiervoor is de stikstofcrisis en de opkoopregelingen die hieruit volgen. Specifiek rondom Natura 2000-gebieden zal de veestapel versneld krimpen. Het betreft specifiek melkvee, varkens, pluimvee en vleeskalveren. De krimp varieert per sector en zal naar verwachting voor de intensieve sectoren (varkens, pluimvee en kalveren) hoger liggen dan voor de melkveehouderij. Grofweg zal die krimp tussen de 10 en 40% liggen. Dit betekent ook dat er minder zorg nodig is door dierenartsen
Daarnaast verwachten we dat er op middellange termijn meer en meer ketens worden gevormd, van primair producent tot afnemer, verwerker en retailer. Waarbij ook meer met geselecteerde dierenartsen(praktijken) gewerkt gaat worden. Dit zullen veelal gespecialiseerde praktijken zijn. Als dierenarts(praktijk) is het daarom belangrijk om deze ontwikkelingen te volgen.
Huisdierenmarkt en tweedeling onder huishoudens
Over de jaren 2020 en 2021 – sinds het begin van de coronapandemie – is het aantal huishoudens met een huisdier met bijna 2% gestegen, wat gelijkstaat aan 150.000 huishoudens. I&O Research heeft op verzoek van de Nederlandse Voedingsindustrie Gezelschapsdieren (NVG) en Dibevo onderzoek gedaan. Volgens dit jaarlijkse huisdierenpopulatie-onderzoek telt Nederland 21,75 miljoen gezelschapsdieren. Waaronder 1,8 miljoen honden, 3,2 miljoen katten en 12 miljoen aquarium- en vijvervissen. Nederlandse huishoudens houden met name katten (25%) en honden (18%). Vissen worden door 4% van de huishoudens gehouden.
Huisdieren krijgen steeds betere zorg en volgens branchevereniging Fidin stegen de uitgaven aan diergeneesmiddelen van 250 miljoen euro in 2010 naar 340 miljoen euro in 2017. Dierenartsen merken hierin wel een tweedeling: van mensen die alles op alles zetten voor hun huisdier tot mensen die alleen kiezen voor de basale zorg. Dit komt voornamelijk doordat deze huishoudens vaker financiële problemen hebben.
De rol van Rabobank
Rabobank is, samen met de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde (KNMvD) en het Collectief Praktiserende Dierenartsen, een van de partijen die betrokken zijn bij het Vertrouwensloket Welzijn Landbouwhuisdieren. Dit loket is ingesteld voor de preventie en aanpak van verminderde dierzorg. Vaak spelen hier ook psychosociale problemen bij de ondernemer. Als je het vermoeden hebt dat dieren niet goed behandeld of verzorgd worden, of dat mogelijk het risico hierop toeneemt, kun je dat melden. Hier lees je meer over op de website van Vertrouwensloket Welzijn Landbouwhuisdieren.
Wil je weten hoe Rabobank jouw bedrijf kan helpen? Wil je bijvoorbeeld een praktijk overnemen, een huis kopen of apparatuur leasen? Neem dan contact op met de Rabobank Medicidesk.