Wij zijn al tachtig jaar met circulariteit bezig
Het begon in 1946, toen opa Jan Bork prikkeldraad ging verzamelen dat na de oorlog werd opgeruimd en dat vervolgens weer aan boeren in de buurt verkocht. Na twintig jaar kwam zijn zoon, ook Jan, op het bedrijf helpen. Nu heeft Bork Sloopwerken in het Drentse Stuifzand zo’n tweehonderd man in dienst en begint de vierde generatie zich voorzichtig warm te lopen.
Hier begon het, vertelt oma Hennie Bork (76), aan de grote kantinetafel die ooit een gymzaalvloer was – wie hergebruik predikt, moet het goede voorbeeld geven. Zij trouwde in 1967 met Jan junior (nu 80) en kwam twee jaar later de administratie van het bedrijf doen. Haar schoonvader, de oprichter, reed twee keer per week met een vrachtwagen naar het Amsterdamse Waterlooplein om materialen op te halen. Vergis je niet, legt kleinzoon Roelof Bork (51) uit, nu de baas met zijn broer Jan van 53. ‘Dit gebied was pieparm. Bouwmateriaal uit de Randstad was eerste klas. Dat hadden ze hier nog nooit gezien.’
Handel in gebruikte bouwmaterialen was de kern van het bedrijf. Later kwam slopen erbij – een manier om die materialen te verkrijgen. ‘Maar als alle bruikbare delen eruit zijn, houd je een reststroom aan materiaal over. Toen kwam de breker. In 1963 hadden we de derde puinbreker van Nederland.’
“Uit nood leer je het meest, want dan moet er een oplossing komen”
Machtig mooi
De zoon van oprichter Jan, die ook Jan heet, kwam op zijn zestiende zijn vader in de zaak helpen. ‘Toen mocht ik van school’, vertelt hij. ‘Wat moest ik daar leren als ik ook met machines kon werken? Dat was machtig mooi.’
‘Mijn vader heeft niet zo veel met gezag’, knipoogt de derde Jan.
‘Opa was de handelaar, die had niet zo veel met machines’, vertelt Roelof. ‘Maar mijn vader was heel vroeg de weer met kranen en shovels, en bouwde hij bestaande machines om tot iets waarmee het makkelijker en beter kon.’
Het landschap veranderde, de werkzaamheden ook. De waterwegen werden minder belangrijk, mensen gingen hun puin dumpen in die ‘wieken’. En ook om dát puin bewerkbaar te maken was de breker perfect.
Fijn puin bleek een goed materiaal om gebouwen steviger te maken. Jan: ‘Dit was een slecht gebied met al dat veen. Dan heb je iets nodig voor verharding. Uit nood leer je het meest, want dan moet er een oplossing komen. De struikelingen van de tijd.’
Tekst Karin Sitalsing
Fotografie Merlijn Doomernik