Honderdduizend boeren aangesloten bij Rabobankprogramma voor duurzame boslandbouw
Duurzame boslandbouw kan zorgen voor meer natuur en meer CO2-opslag. Dat is waar het Rabobankprogramma ‘Acorn’ om draait. Het richt zich op kleinschalige boeren over de hele wereld en draagt bij aan hun verdienvermogen. De mijlpaal van honderdduizend op het platform aangesloten boeren werd onlangs gehaald. Maar dit is wat Rabobank betreft slechts het begin; de ambitie is een veelvoud aan kleinschalige boeren te voorzien van goede vergoedingen voor boslandbouw en CO2-opslag.
Via het Acorn-programma helpt Rabobank kleinschalige boeren in Afrika, Zuid-Amerika en Azië bij het planten van bomen tussen hun gewassen; zogenoemde boslandbouw. Wanneer deze bomen groeien nemen ze CO2 op uit de atmosfeer en houden dit vast. Het zorgt voor betere weerbaarheid tegen klimaatverandering, meer biodiversiteit, betere kwaliteit van de grond en vaak ook hogere voedselproductie. Rabobank ondersteunt lokale organisaties in het certificeringsproces en meet de CO2-opslag.
Op basis van de opgeslagen CO2 in deze bomen geeft Acorn Carbon Removal Units (CRU’s) uit, waarbij elke CRU staat voor één ton CO2 die is opgenomen door de bomen uit de atmosfeer. Vervolgens verkoopt Acorn deze CRU’s namens de boeren aan bedrijven die betrouwbare carbon credits willen kopen om hun emissies te compenseren. Inmiddels zijn er al bijna 250.000 CRU’s verkocht aan bedrijven die hun ecologische voetafdruk willen verkleinen.
“Alleen bedrijven die kunnen aantonen dat ze al veel investeren in verduurzaming van hun bedrijfsvoering mogen CRU’s kopen”, zegt accountmanager Jasper Snellen. “Het is niet zo dat een bedrijf dat gewoon blijft uitstoten bij ons CRU’s kan kopen om die uitstoot te compenseren. We zullen altijd blijven kijken naar de toegevoegde waarde. Financieren we geen projecten die sowieso al uitgevoerd zouden worden? En compenseren we geen uitstoot die vermeden kan worden?”
Samenwerkingen opzetten met boerenorganisaties
“Wereldwijd zijn er miljoenen kleinschalige boeren en daarnaast ook veel organisaties die groepen boeren representeren”, vervolgt Snellen. “Wij zoeken de samenwerking met betrouwbare organisaties, zodat we veel boeren in één keer kunnen bereiken en kunnen bijdragen door hen kennis te laten maken met boslandbouw. Zo verlengde Acorn recent de samenwerking met Solidaridad met nog eens tien jaar. Tegelijkertijd zijn er veel organisaties waarbij boslandbouw (nog) niet bekend is of goed wordt toegepast. Ook met hen wordt de aansluiting gezocht. Zo startte de samenwerking met een Zambiaanse organisatie die 240.000 kleinschalige boeren vertegenwoordigt: COMACO. Opgericht om inkomstenbronnen te bieden via landbouw, zodat er een alternatief is voor stroperij. Door aan te sluiten bij Acorn, worden de inkomsten verder vergroot en draagt het niet alleen bij aan het tegengaan van stroperij, maar ook aan meer natuur.”
CO2 in een zak stoppen?
COMACO is een professionele organisatie en is zeer tevreden met de samenwerking; momenteel wordt er hard gewerkt om 100 miljoen additionele bomen te planten. Snellen: “Het vastleggen van de groei in biomassa per boer is echter erg bewerkelijk. Het land van iedere boer moet in kaart gebracht worden. Met behulp van GPS wordt de digitale omtrek van het land van een boer gemeten. Lokale medewerkers van COMACO verzamelen deze gegevens en dat is ook exact waarvoor Acorn sterke lokale partners nodig heeft. Zij hebben de mankracht, weten waar de boeren wonen, en hoe ze deze kunnen aanspreken. We hebben nu de eerste 40.000 velden van boeren digitaal in kaart gebracht. Over twee jaar willen we alle 240.000 boeren in het digitale Acorn-platform hebben staan.”
De werking van de carbon market blijkt niet altijd duidelijk voor de kleinschalige boeren. “We besteden veel tijd aan uitleg en trainingen”, vertelt Snellen. “Tijdens een driedaags veldbezoek en training vroeg iemand ‘wanneer wij dan kwamen met zakken waarin hij die CO2 kon doen’. Voor hen is het volstrekt nieuw. Ze hebben er nog nooit van gehoord. Het is de taak van de lokale partner om duidelijk aan de boeren uit te leggen wat het programma inhoudt en wat ze kunnen verwachten. We werken samen met de organisaties om deze boodschap zo duidelijk mogelijk over te brengen.”
Extra bomen
Een bedrijf koopt met CRU’s de CO2-opslag die plaatsvindt door de jaarlijkse groei in biomassa van de bomen. Na aanplant van een boom duurt het ongeveer drie jaar voordat sprake is van voldoende biomassa en dus CO2-opslag. Alleen CRU’s op basis van extra aangeplante bomen mogen worden verkocht. Via het Acorn-programma, vertelt Martine Jansen, hoofd Partnerships binnen het Acorn-team. “Het gaat dus niet om boslandbouw die al lang geleden heeft plaatsgevonden. Alleen CO2-opslag in bomen die maximaal vijf jaar terug zijn aangeplant voor het verbeteren van de leefomgeving en de gewas-opbrengst kan te koop worden aangeboden. Hierbij wordt wel streng gekeken of aan de eisen van 'additionaliteit’ wordt voldaan. Dat betekent in dit geval dat de CRU-opbrengst alleen afkomstig is van bomen waarbij de CO2-inkomsten van belang zijn voor het onderhouden van de bomen en verder uitbreiden van de boslandbouw.”
CRU’s berekenen met gevalideerde modellen
Acorn meet de jaarlijkse groei van de bomen op basis van satellietdata. Vernuftige en betrouwbare datamodellen meten met deze data de groei in biomassa. Op basis van de gemeten groei in biomassa wordt het CO2-equivalent berekend en daarmee worden, na correcties voor met name biomassa die niet extra is aangeplant, de CRU’s berekend. De methodologie die Acorn gebruikt, is gevalideerd door toonaangevende externe partijen. Jansen: “Voordat we CRU’s konden toekennen, is er veel geïnvesteerd in het ontwikkelen van de modellen. Door deze investeringen in dataverzameling en modelontwikkeling zijn we nu in staat om CO2-opslag betrouwbaar vast te stellen.”
Meer weten over Acorn? Bezoek de website.