Prijsstijging koopwoningen versnelt
De huizenprijzen stijgen nog sneller dan eerder gedacht. Dat komt doordat veel mensen meer zijn gaan verdienen en doordat er nog steeds woningschaarste is. Dit jaar stijgen de huizenprijzen naar verwachting met 9,1% en in 2025 zelfs met 10,7%. Dit staat in het Kwartaalbericht Woningmarkt van RaboResearch.
In juli stegen de huizenprijzen voor het eerst sinds lange tijd met meer dan 10% vergeleken met een jaar eerder. Dat komt neer op een prijsstijging van 44.000 euro voor een doornee verkocht huis. En daarmee zijn huizen inmiddels gemiddeld ook duurder dan tijdens de piek van 2022.
Meer loon, dus meer leenruimte
Er is een duidelijke oorzaak voor de stijgende huizenprijzen. De vraag naar woningen stijgt doordat veel mensen afgelopen jaar flink meer zijn gaan verdienen. In het tweede kwartaal was de cao-loonstijging 6,4%. Dat betekent dat kopers meer kunnen lenen voor hun hypotheek en dus een hoger bod kunnen uitbrengen.
Aanbod stijgt niet mee met de vraag
Hoewel de vraag dus stijgt, beweegt het aanbod van huizen niet mee. De nieuwbouw bleef achter, onder andere door de opgelopen rente. En het aantal bestaande woningen dat te koop wordt gezet, daalt ook. Het resultaat is dat de prijzen stijgen en dat mensen weer vaker moeten overbieden om een huis te bemachtigen. Ook laten mensen in sommige gevallen het voorbehoud van financiering achterwege.
Prijs beïnvloedt locatiekeuze
In 2022 en 2023 daalden de huizenprijzen, vooral in de Randstad. Toen kochten mensen vaker een huis in hun eigen stad. Nu de prijzen weer hard aantrekken, kiezen meer stedelingen voor een koopwoning elders in het land.
Meer weten? Lees het Kwartaalbericht Woningmarkt.