Een snelle blik op hoe Rabobank acteert op het klimaat
Rabobank wil actie ondernemen op het gebied van klimaat en haar financiering afstemmen op ‘het 1,5⁰C-pad’. Deze betrokkenheid gaat verder dan haar eigen activiteiten: ze wil ook haar klanten helpen bij de overgang naar klimaatvriendelijke praktijken. De aanpak van Rabobank voor deze reis is gedetailleerd beschreven in het klimaatplan dat in november 2022 is gepubliceerd: Our Road to Paris. Het beschrijft welke sectoren van haar portefeuille de meeste impact hebben op het klimaat, hoeveel die impact volgens de wetenschap kan én moet worden teruggedrongen en hoe de bank haar klanten met die reducties kan helpen. Omdat het een uitgebreid plan is, schetst Luke Disney wat context. Als lid van het Group Sustainability team geeft hij leiding aan het klimaatteam dat dit plan opstelde.
Om te beginnen: hoeveel van de portefeuille van Rabobank is al in het plan opgenomen?
Disney: “Ons plan doet twee belangrijke dingen: ten eerste inventariseren we zowel onze eigen operationele uitstoot van broeikasgassen [BKG, red.] als die van onze klanten. Ten tweede identificeren en stellen we reductiepaden vast voor onze eigen operationele emissies en voor 12 sector/regiocombinaties in onze portefeuille met een hoge intensiteit van broeikasgasemissies. Die doelen stellen we op basis van wetenschappelijk onderbouwde ‘decarbonisatiepaden’.
Onze eerste BKG-inventarisatie omvatte 85procent van onze relevante activa. In ons meest recente Impact Report [maart 2023, red.] hebben we dit uitgebreid naar 87 procent en natuurlijk werken we eraan om binnenkort dicht bij 100 procent te komen. De grootste uitdaging bij het maken van deze inventarisatie is dat de overgrote meerderheid van onze klanten hun broeikasgasemissies niet rapporteert. Die emissies moeten we daarom berekenen aan de hand van ‘proxy's’. En voor sommige economische sectoren, zoals de landbouw, zijn de berekeningsmethoden nog in ontwikkeling. Het goede nieuws is dat steeds meer klanten rapporteren over hun emissies en dat de methodologieën zich blijven ontwikkelen.
Onze 12 sector-/regiodoelstellingen zijn goed voor 259,3 miljard euro aan blootstelling en representeert 67 procent van de emissies van bovengenoemde klanten. We breiden het aantal sectoren/regio's uit naarmate er meer gegevens beschikbaar komen en de methodologieën verbeteren.
We willen met onze klanten in alle sectoren samenwerken om de transitie naar koolstofarme praktijken te helpen versnellen. Als onderdeel van een bredere klimaatstrategie willen we boeren helpen over te stappen op duurzamere landbouwpraktijken - zoals regeneratieve landbouw - en hen in contact brengen met bedrijven die zich inzetten voor ‘net zero’.”
Kunt u nader ingaan op de afstemming tussen het Parijs-akkoord en de algemene bedrijfsstrategie van Rabobank?
Het Klimaatakkoord van Parijs benadrukt het belang om financieringsstromen consistent te maken met een pad naar lage broeikasgasemissies en klimaatbestendige ontwikkeling. Naast de aanpassing aan ‘Parijs’ heeft Rabobank zich ook aangesloten bij de Net Zero Banking Alliance van de VN; een door de sector geleid klimaatinitiatief in het kader van de Principles for Responsible Banking om het opstellen van wetenschappelijk gebaseerde klimaatdoelen te versnellen en gemeenschappelijke praktijken te ontwikkelen).
“Het steunen van het Klimaatakkoord van Parijs is in lijn met onze wortels als coöperatieve bank en onze missie, Growing a Better World Together: we richten ons niet alleen op financiën. We willen dat ons kapitaal een positieve bijdrage levert aan de samenleving van vandaag en morgen. Vanuit een duurzaamheidsperspectief hebben we drie hoofdprioriteiten: (1) Act on Climate; (2) Value Nature en (3) Enable People.”
Disney vervolgt: “Het Klimaatakkoord van Parijs vraagt om een verschuiving van de financiering van activiteiten met negatieve klimaatgevolgen naar activiteiten met positieve klimaatgevolgen, terwijl we de ontwikkelingsdoelstellingen op lange termijn moeten blijven ondersteunen. Maar intussen heeft iedereen voedsel en energie nodig voor zijn bestaan. Terwijl tegelijkertijd zowel het voedsel- als het energie- ’systeem' als geheel al een sterke impact op klimaat en natuur heeft en de snel groeiende wereldbevolking om meer zal vragen. Daarom is er een significante verandering nodig om de systemen toekomstbestendig te maken: met een sterk verminderde uitstoot van broeikasgassen en meer natuurbescherming en -herstel. Om die reden zullen we ook bijdragen aan een toekomstbestendig voedselsysteem en energiesysteem. Dat gaat voor ons niet alleen over klimaat en natuur, maar ook over mensen. Het vraagt bijvoorbeeld ook om duurzaam geproduceerd voedsel en energie dat beter betaalbaar, beschikbaar en toegankelijk wordt. Naast het helpen van klanten bij die transities, ondersteunen we de ontwikkeling van klimaatoplossingen, zoals hernieuwbare energie, maar ook natuurgebaseerde oplossingen zoals ons Acorn-programma, dat kleinschalige boeren helpt om inkomsten te genereren door de verkoop van koolstofverwijderingscredits [Carbon Removal Units, CRU, red.].”
Waarom helpt Rabobank haar klanten om hun uitstoot te verminderen? Wat zijn de uitdagingen daarbij?
“We zijn een coöperatieve bank die stevig geworteld is in lokale gemeenschappen. Sinds onze oprichting is onze primaire maatschappelijke rol bedrijven en particulieren toegang te bieden tot betaalbare financiële diensten en zo bij te dragen aan een economie die een stabiele basis biedt voor bedrijven en particulieren om welvarend te zijn. Een stabiel klimaat, een gezonde natuurlijke omgeving en een sterke sociale cohesie zijn essentiële voorwaarden voor een solide economie waarin mensen kunnen floreren. In de wereld van vandaag is klimaatslim zijn en serieus nadenken over duurzaamheid goed zakelijk handelen. Simpel gezegd is het in het belang van onze klanten, ons als bank en onze samenleving als geheel om ons zorgen te maken over en te werken aan het klimaat en onze natuurlijke omgeving.”
“Onze teams voor de transitie van het energiesysteem en het voedselsysteem en afdelingen voor belangrijke bedrijfsonderdelen ontwikkelen waardeproposities om onze klanten bij deze transities te ondersteunen”, vervolgt Disney. “Zo hebben we in Nederland bijvoorbeeld 3 miljard euro gereserveerd - voor bijvoorbeeld leningen met lage rente en uitstel van betaling - om boeren te helpen duurzamer te worden. En we bieden hypotheekklanten met een huis met een laag energielabel 1.000 euro aanbieden om de isolatie van hun huis te verbeteren”, vervolgt Disney.
“We moeten beseffen dat klimaat, natuur en mensen allemaal met elkaar te maken hebben. Onze klanten helpen duurzaam te groeien betekent rekening houden met alle drie.”
Hoe meet Rabobank haar ‘scope 3’?
Het Greenhouse Gas Protocol (GHG Protocol) is een veelgebruikt, veelomvattend, wereldwijd gestandaardiseerd raamwerk voor het verantwoorden en rapporteren van broeikasgasemissies. Scope 1 en 2 emissies worden gedefinieerd als directe emissies van bronnen die eigendom zijn van of beheerd worden door een bedrijf, en indirecte emissies zijn volgens het protocol afkomstig van ingekochte energie. Scope 3 emissies zijn het resultaat van activiteiten van activa die geen eigendom zijn van of beheerd worden door een bedrijf, maar die indirect invloed hebben op de waardeketen.
“Als we het bij Rabobank hebben over de broeikasgasemissies van onze klanten, hebben we het over Scope 3-emissies, ook wel 'gefinancierde emissies'. Er zijn in wezen twee stappen om onze gefinancierde emissies te berekenen. Ten eerste moeten we weten wat de BKG-uitstoot van onze klanten is. Ten tweede moeten we bepalen welk deel van deze uitstoot kan worden toegeschreven aan onze financiering; met andere woorden, hoeveel van deze uitstoot mogelijk is gemaakt door onze financiering. Beide stappen hebben hun uitdagingen.
Het bepalen van de uitstoot van klanten is een uitdaging vanwege de beperkingen in de gegevens. Slechts ongeveer 20procent van onze klanten (voornamelijk beursgenoteerde bedrijven) rapporteren momenteel hun eigen emissies en er is veel variatie in de kwaliteit van de gegevens. Voor klanten die hun emissies niet publiceren, vertrouwen we op top-down, ‘proxy-gebaseerde’ berekeningen volgens de richtlijnen van PCAF (Partnership for Carbon Accounting Financials), een methode die de meeste banken hebben overgenomen om emissies te berekenen. In de landbouwsector moedigen we klanten aan om hun emissies te meten en met ons te delen. Om ons eerlijke aandeel in de uitstoot van onze klanten te berekenen, gebruiken we dezelfde PCAF-methodologie.
Echter, PCAF was, net als de meeste methodes voor het vaststellen van doelstellingen en het berekenen van de emissies van klanten, in eerste instantie gericht op sectoren die fossiele brandstoffen gebruiken. Dit heeft financiële instellingen met grote portefeuilles in de agrarische sector voor aanzienlijke methodologische hindernissen gesteld bij het berekenen van een belangrijk deel van hun emissies of bij het vaststellen van reductiedoelstellingen voor die delen van hun portefeuilles.
In 2020 hebben Rabobank en andere banken samen met de World Business Council for Sustainable Development en UNEP FI het platform ‘Banking for Impact on Climate in Agriculture’ opgericht om deze leemte op te vullen”, aldus Disney.
Afsluitend stelt Disney dat Rabobank als toonaangevend wordt gezien op dit gebied voor financiële instellingen met agrarische portefeuilles. “We zijn trots op onze vooruitgang, maar we hebben nog een lange weg te gaan: In onze meest recente BKG-inventaris [maart 2023, red.] zijn we erin geslaagd 87 procent van onze materiële klimaatgerelateerde kredietactiviteiten op de balans (51,5 Mt CO) openbaar te maken. Ons doel is om in 2025 100 procent van onze kredietportefeuille te hebben afgedekt.”