Azië | Kleinschalige boeren
Hoger inkomen door kortere kaneelketen
Cassia Co-op slaat een brug tussen Indonesische kaneelboeren en inkopers wereldwijd. De onderneming draagt zo bij aan een eerlijkere, kortere en efficiëntere kaneelketen.
Kleinschalige boeren zijn vaak afhankelijk van onbetrouwbare tussenhandelaren. Hierdoor krijgen ze geen eerlijke prijs voor hun producten. Individueel hebben de boeren geen toegang tot financiële kennis en een eerlijke afzetmarkt. Cassia Co-op biedt dit kaneelboeren in Kerinci wel. Patrick Barthelemy, Steven Koelewijn en Adrian Akhza startten in 2010 Cassia Co-op. De onderneming heeft een hoofdkantoor op het Indonesische Sumatra en een handelskantoor in Amsterdam. In Indonesië koopt Cassia Co-op kaneel rechtstreeks van 2.200 kleinschalige boeren in de regio Kerinci. Via het kantoor in Amsterdam verkoopt het de specerij door aan inkopers wereldwijd. Door de tussenhandelaren uit de keten te halen, kan Cassia Co-op de boeren op Sumatra een betere prijs betalen. ‘Zij krijgen van ons de marktprijs’, zegt Barthelemy. ‘Plus een extra premie, omdat de kaneel biologisch en door Rainforest Alliance is gecertificeerd.’
Van openheid tot groei
Cassia Co-op investeert veel tijd en moeite in een goede langetermijnrelatie met de boeren. ‘In ons eigen trainingscentrum krijgen ze extra kennis over bijvoorbeeld duurzaam produceren en kwaliteitseisen. Verder zijn we heel transparant over de inkomsten. Er is geen contant geld in het bedrijf, alle boeren beschikken nu over een bankrekening en krijgen direct betaald. Zo zorgen we ervoor dat de boeren ons vertrouwen, ondernemender worden en zich nóg verantwoordelijker voelen voor een hoge productie en kwaliteit. Die hoge productie is voor ons belangrijk, omdat we de meerkosten van de certificering vanuit principe niet willen doorberekenen aan de afnemers.’
“Een boer kan in zijn leven slechts twee tot drie keer een inkomen halen uit kaneelbomen”
Van kaneel tot kruid
Aan kaneelbomen geen gebrek in Indonesië. De specerij is de geschoonde bast van de boom. Nadeel is alleen dat de boom na de oogst weer tien tot vijfentwintig jaar nodig heeft om te groeien. Dit betekent dat een boer in zijn leven slechts twee tot drie keer een inkomen kan halen uit de kaneelbomen. Daardoor zijn tussentijds ook andere inkomensbronnen belangrijk voor de boeren, zodat zij zelfredzamer worden en betere levensomstan-digheden kunnen creëren. Cassia Co-op stimuleert daarom onder de boeren de biologische teelt van het kruid patchoeli. Barthelemy: ‘Wij maken daarvan op Sumatra olie, die wereldwijd wordt gebruikt als aroma in onder meer zeep.’
Hoe Rabo Foundation waarde toevoegt
Cassia Co-op ontvangt een financiering van Rabo Foundation. ‘We lenen geld voor werkkapitaal. Dankzij deze financiering kunnen wij pre-financial exportcontracten afsluiten. Zo kunnen we de kaneelboeren sneller betalen en is het bedrijf minder gevoelig voor prijs-schommelingen op de markt. Het gaat nu zo goed, dat we klaar zijn voor een overstap naar het Rabo Rural Fund.’