Afrika | Kleinschalige boeren
Hoe kwaliteitskoffie het leven van Rwandese boeren verbetert
Koffie produceren van de hoogste kwaliteit, deze ‘specialty coffee’ voor de beste prijs verkopen en zo het leven van kleinschalige koffieboeren verbeteren. Dat is waar de Rwandese koffiecoöperatie Abateninkunga Ba Sholi zich voor inzet. Elk jaar slaagt ze daar beter in. Haar geheim? “De rol van Rabo Foundation is essentieel.”
“Eerst had ik zo weinig inkomen dat ik mijn gezin niet kon onderhouden. En onderwijs voor mijn kinderen zat er al helemaal niet in. De kans dat zij een beter leven zouden krijgen, was dus klein. Maar dat is nu allemaal anders, dankzij de coöperatie.” Aan het woord is Cecile Mukagasana, één van de dertig vrouwen die in 2008 Abateninkunga Ba Sholi oprichtten. De naam van de coöperatie betekent letterlijk ‘Wederzijdse Hulp in Sholi’, een hooggelegen gebied in Centraal Rwanda.
Grotere aantallen
“De positieve impact die Cecile beschrijft, zien we bij al onze leden”, zegt managing director Aimable Nshimiye. “Dat zijn er inmiddels ruim zeshonderd – zowel vrouwen als mannen.” En ‘Sholi’ is niet alleen in ledenaantal gegroeid. “We hebben nu ook het materieel en de infrastructuur die we als professionele koffiecoöperatie nodig hebben; van een eigen truck en conferentie- en vergaderzaal tot een koffiecuppinglab en twee koffiewasstations.”
Het aanbod, de vraag en het marktbereik zijn eveneens gegroeid. “Produceerden we in het begin amper 125 ton koffiebessen, afgelopen jaar was dat 1.680 ton. En verkochten we onze koffie aanvankelijk alleen in eigen land, nu richten we ons vooral op export. We hebben steeds meer internationale afnemers, inclusief een handvol vaste inkopers uit Amerika, Duitsland, Groot-Brittannië en Nederland.”
Hogere kwaliteit
De groei van Sholi uit zich niet alleen in kwantiteit. “Onze koffie haalt telkens hogere kwaliteitsscores”, vertelt Nshimiye. “Hoe we dat voor elkaar krijgen? We halen feedback op bij onze kopers. We testen onze koffie continu in ons koffiecuppinglab. En we hebben sinds 2014 eigen koffiewasstations. Daarvóór bleven koffiebessen vaak half- of ongewassen, wat de kwaliteit beperkt hield; nu laten onze leden hun bessen helemaal wassen in een koffiewasstation.”
“We bevinden ons bovendien in een vruchtbaar gebied met veel regen”, zegt Nshimiye. “Ook dat is goed voor de koffiekwaliteit. Net als de trainingen die we al zo’n tien jaar van Rabo Foundation-partner Progreso krijgen. Daarin leren we om onze koffieteelt en -verwerking productiever én duurzamer te maken; kennis die we doorgeven aan zowel onze leden als de andere kleinschalige boeren die hun koffiebessen bij ons aanleveren.”
Sterker merk
“Mede dankzij de trainingen, contacten, adviezen en studiereizen die Sholi via Progreso heeft gekregen, is ook onze bedrijfsvoering vooruitgegaan”, vervolgt Nshimiye. “Van good governance, people management en transparant financieel beleid tot verkoop, marketing, communicatie, acquisitie en relatiebeheer. Daarbij werken we hard aan betere digitale tracking en traceerbaarheid, want buitenlandse kopers willen graag heel precies zien van welke boer welke koffiebessen zijn.”
Niet alle coöperaties hebben zoveel aandacht voor bedrijfsvoering, weet Nshimiye. Maar hij raadt hun van harte aan om die focus wél te leggen. “Wij zijn mede daardoor een sterk internationaal merk geworden, met een goede reputatie en een stabiele financiële achtergrond. Dat maakt ons aantrekkelijker voor nieuwe kopers en reguliere financiers.”
Meer certificeringen
Onderdeel van een slimme bedrijfsvoering is volgens Nshimiye ook: zorgen dat je wereldwijd erkende keurmerken krijgt. “Denk aan Fair Trade, Rainforest Alliance, Café Practice of UTZ; keurmerken die laten zien dat je als coöperatie werk maakt van eerlijke prijzen, goede arbeidsomstandigheden, milieubescherming en het terugdringen van klimaatverandering.”
Certificering kost tijd en geld, weet hij uit ervaring. “Maar het is de investering meer dan waard. Erkende keurmerken openen namelijk deuren op de internationale markt. En ze houden je scherp op je doel: een beter leven voor je leden en lokale gemeenschap.”
Beter leven
Dankzij hogere prijzen, coöperatieve-winstbonussen en toegang tot microleningen hebben Sholi-leden onder meer geld om hun boerenbedrijf te laten groeien, mensen in dienst te nemen, vee aan te schaffen, huisreparaties uit te voeren en vervolgonderwijs te betalen voor hun kinderen.
Sholi regelt ook zonnepanelen en werkt nu met de overheid aan een goede aansluiting op het elektriciteitsnet. Bovendien geeft ze elk lid een koe, voor mest en melk, én een zorgverzekering. Nshimiye: “Wij hebben hier een medisch centrum gebouwd en betalen de medewerkers daarvan. Hoe beter de gezondheid van onze koffieboeren, hoe sterker onze koffiebusiness!”
Hoe Rabo Foundation Sholi steunt
Rabo Foundation kwam via Progreso in contact met Sholi en is sinds 2014 financieel partner van de coöperatie. “Zij geloofde in ons vermogen het leven van lokale boeren te verbeteren, ook toen we nog geen sterk track record hadden”, zegt Nshimiye. “Sindsdien is de rol van de foundation essentieel. Door haar giften, leningen, netwerk, kennis en garantstellingen hebben we grote stappen vooruit gezet. Denk aan efficiëntere productie, minder gewasverlies, hogere verkoop en betere prijzen. Ook werken onze boeren veel milieu- en klimaatbewuster en zijn we deel van een duurzame waardeketen.”
Mede dankzij Rabo Foundation zal Sholi binnenkort financieel zelfredzaam zijn. Dat betekent onder meer dat leningen voor werkkapitaal en handelsfinanciering dan niet meer van Rabo Foundation komen, maar van het Rabo Rural Fund. “Sholi is het perfecte voorbeeld van wat er kan gebeuren als je trouw blijft aan een partner waar je in gelooft”, zegt Kevin Kabatsi, Program Manager Africa bij Rabo Foundation. “Rome werd niet in één dag gebouwd en zo bereikte ook Sholi niet meteen haar huidige prestatieniveau. Dit kwam door de jaren heen stand dankzij de kwaliteit van haar leiderschap en onze geduldige investeringen in zowel het managen van hun financiën als de capaciteitsopbouw die Progreso verzorgd heeft.”