Wereld | Kleinschalige boeren
Kleinschalige boeren helpen groeien? Dat vraagt om innovatie
Wereldwijd hebben 500 miljoen kleinschalige boeren grote moeite om hun bedrijf te laten groeien. Ze hebben nauwelijks toegang tot financiering en lijden onder de gevolgen van klimaatverandering. Innovatieve oplossingen kunnen voor deze boeren een doorbraak betekenen, weet Rabo Foundation.
Daarom geven we ze niet alleen toegang tot kennis, ons netwerk en financiële middelen. We brengen ze ook in contact met onze innovatieve partners. Programmamanager innovatie Anna Ignatiadi vertelt hoe dit een groot verschil maakt.
“In veel gevallen, produceren kleinschalige boeren minder dan 20% van de capaciteit”
Met welke problemen kampen kleinschalige boeren?
‘Een van hun grootste uitdagingen is de lage productiviteit. In veel gevallen bedraagt die nu minder dan twintig procent van de capaciteit. Boeren zouden dus veel meer opbrengst kunnen hebben. Daarnaast lijden de boeren onder de gevolgen van klimaatverandering. Niet alleen in de zin van onvoorspelbaar weer, met plotselinge overstromingen en droogtes, maar ook in de vorm van plagen en ziektes die er het gevolg van zijn. Het is voor kleinschalige boeren moeilijk om zich hiertegen te wapenen.’
Hoe komt dit?
‘De lage productiviteit wordt deels veroorzaakt door een gebrek aan vaardigheden en kennis van nieuwe technieken. Maar ook doordat veel boeren geen toegang hebben tot financiële middelen. Ze hebben geen onderpand, vaak zelfs geen identiteitsdocumenten. Hierdoor lopen banken niet warm om een lening te geven. En zonder lening kunnen boeren niet investeren in verhoging van hun productie.’
Hoe vormen innovaties een antwoord op deze uitdagingen?
‘Slimme technologische oplossingen kunnen voor deze boeren veel verschil maken. Om de kredietwaardigheid van boeren vast te stellen, kunnen banken bijvoorbeeld gebruikmaken van data van satellieten of remote sensing. Die brengen de opbrengsten van een akker in kaart en laten zien hoe de gewassen erbij staan, en dat geeft banken een indruk of iemand in staat is om een lening af te lossen.’
‘Ook om boeren te beschermen tegen de gevolgen van klimaatverandering zijn er mooie oplossingen beschikbaar. Denk aan een app die het weer monitort en boeren een melding stuurt als er droogte of juist een overstroming wordt verwacht, zodat boeren hun gewassen extra water kunnen geven of op tijd binnen kunnen halen. Op de lange termijn is dat een betere oplossing dan achteraf geld geven, als het kwaad al geschied is.’
Waar haalt Rabo Foundation die innovaties vandaan?
‘Waar wij goed in zijn, is het opsporen van relevante innovaties, deze helpen finetunen en vervolgens zorgen dat ze worden ingezet in het voordeel van kleinschalige boeren. We hebben door de jaren heen een groot netwerk opgebouwd. Zo steunen we allerlei organisaties, waaronder ngo’s en start-ups op het gebied van landbouw- en financiële technologie – de zogeheten agtechs en fintechs. Hierdoor zijn we goed op de hoogte van wat er allemaal verkrijgbaar is. Er is zoveel moois onder de zon. Zien we een match, dan brengen we het bedrijf achter zo’n oplossing in contact met een coöperatie of organisatie van kleinschalige boeren. Krachten bundelen, daar geloven we in.’
Jullie beschikken zelf ook over veel kennis. Hoe zetten jullie die in?
‘Klopt. Ons innovatieteam heeft in ontwikkelingslanden al vele projecten gedaan, wat tot belangrijke inzichten heeft geleid. Inzicht in wat werkt en wat niet. En als onderdeel van Rabobank hebben we natuurlijk toegang tot veel expertise op financieel gebied. Die kennis en inzichten delen we graag met andere partijen die zich inzetten voor boeren in ontwikkelingslanden.’
‘Zo helpen we instellingen voor micro-financiering om hun processen te digitaliseren, zodat ze hun slagkracht vergroten. We doen dit door onze eigen kennis te delen en door deze instellingen in contact te brengen met relevante partijen. Veel instellingen werken op papier, sommige in Excel. Enkele instellingen gebruiken misschien al ERP-software voor de ondersteuning van hun processen. In welke fase instanties ook zitten, wij helpen ze naar de volgende fase in de digitale transformatie. Met als doel lagere kosten, betere schaalbaarheid en efficiëntere dienstverlening aan boeren.’
Wat is jouw rol als programmamanager in dit geheel?
‘Om te beginnen volg ik de ontwikkelingen en kijk ik welke oplossingen relevant zijn. Helpen ze kleinschalige boeren om te groeien? En leiden ze op langere termijn tot lagere kosten? Daarnaast houd ik in de gaten of boeren ook met de oplossing kunnen werken. Je kunt wel een fantastische app ontwikkelen, maar als er in een boerengemeenschap maar één persoon is met een telefoon, dan gaat dat niet helpen. En is de apparatuur er wel, dan moet je nog nagaan of iedereen weet hoe hij de app moet gebruiken. Het menselijke aspect en het perspectief van de boeren staan altijd voorop.’
Nu richt Rabo Foundation zich vooral op productieverhoging en bescherming tegen klimaateffecten.
Krijgen de kleinschalige boeren ook nog met andere uitdagingen te maken?
‘Ik denk dat we alles op alles moeten zetten om de digitale kloof te dichten tussen ontwikkelings- en andere landen. Zaken als leesvaardigheid, digivaardigheid, het gebruik van mobiele telefonie en de beschikbaarheid van internet zijn onder veel kleinschalige boeren zo beperkt, dat ze steeds verder achteropraken. Willen we deze boeren echt structureel vooruithelpen, dan moeten we deze trend zien te keren.’