Rentestijging uiteindelijk beter voor rendement op obligaties
De rentestijging is pijnlijk voor beleggers, maar zorgt uiteindelijk wel voor betere cashflows en hogere rendementen op lange termijn.

Het moment lijkt aangebroken dat de rente in Europa harder stijgt dan die in de VS. We hebben lang tegen het grote renteverschil aangekeken en een voorkeur gehad voor dollarobligaties die een hogere rente bieden (ook na afdekking van valuta). Daarmee hadden ze ook een hoger koerspotentieel in het scenario van een eventuele rentedaling. In een scenario van rentestijging maakte ons dat enigszins kwetsbaar. Nu lijkt het er echter op dat de rente in de VS steeds dichter bij een plafond is gekomen, nu die in de buurt van de 3% geraakt. In Europa stijgt de rente nu harder. Het verschil in performance tussen de Global Aggregate en de Euro Aggregatie is inmiddels circa 1% dit jaar na aftrek van hedgekosten. Dit is opmerkelijk omdat het ontstaat in een periode van rentestijging.
Inmiddels is de rente in Europa op het hoogste niveau in 7,5 jaar gekomen. Dat geldt bijvoorbeeld voor de Nederlandse tienjaarsrente (nu 1,2%), maar ook voor de Duitse Umlaufrendite (de gemiddelde rente op de Duitse staatsschuld, nu 0,8%) en het geldt bovenal voor de rente op de Bloomberg Euro Aggregate, de benchmark waarin alle investment grade obligaties in euro zijn opgenomen. Daar is de gemiddelde rente nu met 1,3% het hoogste sinds 2014. In de VS is de rente daarentegen nog een flink stuk verwijderd van de 3,25% die deze in november 2018 stond.
Veel aandacht gaat logischerwijs uit naar het verlies dat beleggers geleden hebben als gevolg van de rentestijging. Dat is met ruim 8% in de afgelopen vier maanden fors, zeker in verhouding tot de geboden rente. Toch is er ook een keerzijde. Net zoals de rentedaling in de afgelopen jaren rendement naar voren haalde en een negatief effect had op de toekomstige rendementen, leidt de rentestijging nu weliswaar tot koersverliezen maar ook tot betere rendementen in de toekomst.
Dat zit zo. De koers van een obligatie stijgt bij een daling van de marktrente. De hogere koers wordt als winst gerapporteerd. De kasstromen – de coupons en de aflossing – blijven echter gelijk. Wanneer die tot uitkering komen en de kasstromen worden herbelegd, zal de rente daarop lager zijn. Dat drukt het rendement over de looptijd bij de belegger gaandeweg. Beleggers voelden zich rijker door de rentestijging, maar hun perspectief op rendement verdween gaandeweg.
Andersom, gebeurt hetzelfde bij een rentestijging. Wie nu in een portefeuille is belegd met een rente van 2,5% en een duur van 7 jaar zal bij een rentestijging met 1%-punt een koersverlies lijden van 7%. Na aftrek van de 2,5% rente resteert over een jaar een verlies van 4,5%. Het rendement van de portefeuille is dan echter 3,5% en 1/7 van de portefeuille kan daar tegen worden herbelegd. De kasstromen in de toekomst nemen dan dus toe. Daardoor kan de portefeuille sneller herstellen van de opgelopen schade dan wanneer het verlies heel geleidelijk was ontstaan. Na verloop van tijd wordt een beter rendement op de portefeuille behaald na de renteschok dan wanneer die niet had plaatsgevonden. Bij een rentestijging van een procentpunt is dat na vijf jaar al voldoende om het verlies te compenseren. Voor wie een beleggingshorizon van meer dan zeven jaar hanteert, kan de rente eigenlijk beter zo hard mogelijk stijgen in het begin.
Er zit dus wel degelijk een lichtpuntje in de verliezen die obligatiebeleggers nu lijden. Uiteraard zou het beter zijn om te timen en pas na de rentestijging in te stappen, maar het voorspellen van de rente is bepaald niet simpel. Eigenlijk had iedereen al veel eerder een rentestijging verwacht. En weinigen zullen in augustus vorig jaar het belletje hebben gehoord dat we het dieptepunt hadden bereikt. Belangrijker is dat obligaties op het huidige niveau waarschijnlijk weer goed in staat zijn de portefeuille te stabiliseren in het geval van een onverwachte schok, zoals bijvoorbeeld de verkiezing van Marine le Pen als president van Frankrijk. Daarom zien we ondanks de hoge inflatie en de opwaartse trend in de rente, de waarde van obligaties in de portefeuille toenemen.

Goed om te weten. Aan beleggen zijn risico’s verbonden. De waarde van je belegging kan fluctueren. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Je kunt (een deel van) je inleg verliezen.