AEX-index blijft gevoelig voor uitschieters

25 augustus 2023 9:52

Nog altijd wordt de AEX-index door veel particuliere beleggers als maatstaf voor de beurs gezien. De samenstelling van de AEX met 25 namen is door de tijd heen flink veranderd. Al die tijd is het wel een geconcentreerde index gebleven. Dat maakt hem kwetsbaar voor uitschieters, zoals deze maand met Adyen. Als belegger kun je het concentratierisico in je portefeuille verminderen door de wereldwijde beursindex als uitgangspunt te nemen.

Hoewel de Amsterdam Exchange index (AEX) op de lange termijn positieve rendementen heeft laten zien en uit 25 aandelen bestaat uit verschillende sectoren, is deze index extra gevoelig voor bedrijfsspecifieke ontwikkelingen. Zo bepalen vandaag de dag vier namen (Shell, ASML, Unilever en Relx) ruim 50% van de index.

De boom-bustcyclus

Een belegger is uiteraard blij met een concentratie in de portefeuille wanneer de koersen sterk stijgen (een boomperiode), maar de winst kan meer dan teniet worden gedaan in de bustperiode.

Bust bij Adyen

Zo’n boom-bustcyclus is goed te zien bij AEX-bedrijf Adyen. Het aandeel van het betaalbedrijf is in korte tijd behoorlijk gestegen en weer ingestort. Vanaf 2019 is het aandeel van circa 500 euro naar ruim 2750 euro gestegen. Fijn voor de belegger die op tijd is in- én uitgestapt, maar minder voor degene die veel later is ingestapt.

Inmiddels is de koers vanaf de top met ruim 70% gedaald. Sinds het begin van deze maand alleen al bedraagt het rendement -50%.

Boom bij Nvidia

Een aandeel – weliswaar niet uit de AEX – dat nu duidelijk in de boomfase zit, is Nvidia. Alleen al dit jaar bedraagt het rendement ruim 200%. Beleggers zijn de laatste jaren stevig beloond en nu ook nog weet het bedrijf de torenhoge verwachtingen te verslaan. Het aandeel behoort inmiddels bij het illustere rijtje namen dat een beurswaarde heeft van meer dan 1 biljoen (oftewel 1.000 miljard) dollar. De hoge waardering (de koers in verhouding tot de verwachte winst) wordt nu door beleggers voor lief genomen door de positieve cijfers, maar deze laat weinig ruimte voor teleurstellingen.

Concentratie biedt in bepaalde gevallen dus extreem positieve rendementen. Maar er zijn veel aandelen die in de bustperiode hun glorie verliezen en die niet meer herwinnen. Zo laat onderzoek van de Amerikaanse bank JP Morgan zien dat tussen 1980 en 2020 in de VS ruim 40% van de aandelen een dramatisch verlies heeft laten zien: een verlies van 70% of meer waar ze nooit meer van zijn hersteld. Slechts 10% van alle aandelen in die periode behoorde tot de zogenaamde megawinnaars.

Aex-index versus wereldindex

Concentratie in de portefeuille is dan ook iets om serieus rekening mee te houden. Een manier voor beleggers om op de lange termijn het concentratierisico te beperken, is de wereldindex voor de portefeuille als uitgangspunt te nemen.

Wijzelf kijken bij het beheer van onze aandelenportefeuilles naar de All Countries World Index (ACWI) van MSCI. Je belegt dan in de verliezers én in de winnaars. Deze index wordt gedomineerd door Amerikaanse Big Tech-namen, maar is al met al veel minder geconcentreerd dan de AEX. Daarmee is hij minder gevoelig voor individuele uitschieters.

In de afgelopen jaren waren beleggers beter af met de wereldindex. Wie in de afgelopen twintig jaar een belegging had in de wereldindex, had een geannualiseerd rendement (vóór kosten) van 9,1% per jaar, tegen 8,3% voor de AEX-index. Het risico was ook nog eens navenant kleiner voor de wereldindex. De volatiliteit bedroeg 13% tegen 16,5% voor de AEX-index. Met andere woorden: de risico-rendementsverhouding van de wereldindex was beduidend beter.

Goed om te weten. Aan beleggen zijn risico’s verbonden. De waarde van je belegging kan fluctueren. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Je kunt (een deel van) je inleg verliezen.