Meer info over rechtsherstel box 3 na uitspraken Hoge Raad juni 2024 bekend gemaakt
Op 18 juli 2024 heeft staatssecretaris Idsinga van Financiën de Tweede en Eerste Kamer geïnformeerd over de eerste bevindingen van de analyse, die gemaakt is van de gevolgen van de box 3-uitspraken die de Hoge Raad heeft gewezen in juni jl. In samenhang hiermee schetst hij ook een beeld van het tijdpad en proces voor belastingplichtigen die rechtsherstel wordt geboden.
Eerste bevindingen
In de arresten van 6 juni 2024 en 14 juni 2024 heeft de Hoge Raad geoordeeld dat de verdragsschending die in het Kerstarrest was geconstateerd niet voldoende is weggenomen door deze wetgeving. De toepasselijke wetgeving voor box 3 schendt nog steeds het discriminatieverbod en het eigendomsgrondrecht in de gevallen waarin het forfaitaire rendement hoger is dan het werkelijke rendement. Op basis van de uitspraken van de Hoge Raad moeten belastingplichtigen met een lager werkelijk rendement dan het forfaitaire rendement de gelegenheid krijgen om dit aan te tonen. Als het werkelijke rendement lager is dan het forfaitaire rendement, dan moet de belasting worden verminderd zodat alleen belasting wordt geheven over het werkelijke rendement.
De Hoge Raad heeft in juni 2024 verschillende handvatten gegeven voor het bepalen van het werkelijke rendement. Tegelijkertijd resteren nog vragen uit de praktijk die mogelijk een rol kunnen spelen bij het bepalen van het werkelijke rendement.
Wat is nu duidelijk over het werkelijke rendement in het kader van rechtsherstel?
Wat duidelijk voor het te bieden rechtsherstel is, dat:
- Voor het werkelijke rendement het rendement op het gehele box 3-vermogen (met banktegoeden) moet worden bepaald. Ook belastingplichtigen met uitsluitend spaargeld kunnen dus hun werkelijke rendement aantonen.
- Het rendement op vrijgesteld vermogen, zoals bos- en natuurterreinen en landgoederen niet tot het werkelijke rendement wordt gerekend.
- Rendement op vermogen dat op de peildatum 1 januari nog niet tot het box 3-vermogen behoorde, maar later gedurende het jaar wel, behoort ook tot het werkelijke rendement. Bijvoorbeeld de aankoop van een recreatiewoning op 1 april van enig jaar.
- Bij de vaststelling van het werkelijke rendement naar het volledige box 3-vermogen wordt gekeken en wordt er geen uitzondering gemaakt voor het vermogen dat (gedeeltelijk) onder het heffingsvrije vermogen valt.
- Het bij het vaststellen van het werkelijke rendement gaat om het nominale rendement, dus zonder rekening te houden met inflatie.
- De bewijslast voor het werkelijke rendement bij de belastingplichtige ligt. De belastingplichtige moet feiten stellen, en in geval van betwisting aannemelijk maken, waaruit volgt wat de omvang is van dat werkelijke rendement op het gehele box 3-vermogen.
- Het werkelijke rendement alle positieve en negatieve resultaten uit het box 3-vermogen in het jaar omvat. Dit betreft het directe rendement, zoals rente, huur en dividend. Daarnaast behoren ook ongerealiseerde en gerealiseerde waardeontwikkelingen (waardestijgingen of waardedalingen) van het vermogen tot het werkelijke rendement.
- Ten aanzien van het rendement op bezittingen geen rekening kan worden gehouden met kosten. Dit wijkt af van het wetsvoorstel Wet werkelijk rendement box 3. Daarin is kostenaftrek en verliesverrekening wel mogelijk.
- Voor het werkelijke rendement op schulden wel rekening wordt gehouden met de daarop betrekking hebbende rente.
- Het werkelijke rendement van een woning in box 3 wordt bepaald uitgaande van de WOZ-waarde van de woning aan het begin en aan het einde van het jaar. Voor de waardering van andere bezittingen kan hieruit worden afgeleid dat ook bij de wettelijke bepalingen moet worden aangesloten (meestal waarde in het economische verkeer).
Het is goed te weten dat ook voor box 3 geldt dat inkomsten worden geacht te zijn genoten wanneer deze zijn ontvangen. Zo behoort de rente over het jaar 2022 die wordt uitbetaald in 2023 tot de directe inkomsten in 2023. Verder volgt het box 3-inkomen van een fiscaal partner de toerekening van het gezamenlijke box 3-vermogen tussen de fiscale partners. Verder is geen vergoeding van belastingrente nodig door de Belastingdienst als sprake is van een belastingteruggave. Dit is volgens de Hoge Raad niet in strijd met de verdragsbepalingen uit het EVRM.
Wat moet nog uitgewerkt worden?
De Hoge Raad heeft op een aantal vragen geen expliciet antwoord gegeven. Daarom is nog nader onderzoek nodig ten aanzien van:
- De wijze waarop een voordeel dat samenhangt met eigen gebruik van onroerende zaken in box 3 tot het werkelijke rendement moet worden gerekend. Voor de eigen woning in box 1 gebeurt dat bijvoorbeeld door middel van het eigenwoningforfait.
- De bepaling van de waardeontwikkeling als een box 3-woning gedurende het jaar wordt verkocht of gekocht.
- De effecten in buitenlandsituaties.
- De toepassing van de schuldendrempel.
- Welke belastingplichtigen in aanmerking komen voor het rechtsherstel.
Proces en tijdpad rechtsherstel
Nadat de definitie van werkelijk rendement en de doelgroep zijn vastgesteld, kan de Belastingdienst starten met de uitvoering van het (aanvullend) herstel box 3. Het volgende indicatieve tijdpad is gepubliceerd:
- Augustus 2024: Vaststelling doelgroep en definitie werkelijk rendement.
- Oktober 2024: Informeren belastingplichtigen over vervolgproces.
- Juni 2025: Verzending individuele attentiebrieven en publicatie formulier Opgaaf Werkelijk Rendement (OWR).
- Kwartaal 4 2025: Vaststellen definitieve aanslagen 2021 t/m 2024.
- Kwartaal 2 2026: Vaststellen verminderingsbeschikkingen 2017 t/m 2024.
Vervolg
In augustus 2024 volgt besluitvorming over de dekking van de budgettaire gevolgen. Belastingplichtigen die in aanmerking komen voor rechtsherstel zullen in oktober 2024 een brief ontvangen van de Belastingdienst met meer informatie en duidelijk handelsperspectief.
Benieuwd naar andere vermogensvragen?
Op onze overzichtspagina vind je nog meer vraagstukken rondom vermogen. Zo lees je er hoe je in je testament het familievermogen kunt beschermen, wat de kenmerken zijn van schenken op papier en hoe je een keuze kunt maken tussen sparen en/of beleggen in de bv of in privé.