Faciliteiten bedrijfsopvolging: hoe kan ik deze als ondernemer toepassen?

In zowel de inkomstenbelasting als in de schenk- en erfbelasting zijn regelingen opgenomen, waarmee belastingclaims op vermogen in een onderneming kunnen worden doorgeschoven naar een verkrijger en of er een vrijstelling geldt. Welke mogelijkheden bestaan er voor vermogen binnen een besloten vennootschap, waarvan de aandelen tot een aanmerkelijk belang in box 2 behoren? In dit artikel lees je hier meer over.

Achtergrond

De bedrijfsopvolgingsregeling in de schenk- en erfbelasting (BOR) en de doorschuifregeling aanmerkelijk belang in de inkomstenbelasting (DSR ab) hebben als doel te voorkomen dat de continuïteit van de onderneming in gevaar komt als gevolg van de te betalen belasting bij reële bedrijfsoverdrachten.

Bij de overdracht van een onderneming vindt er namelijk voor de belastingheffing een vervreemding van de aanmerkelijkbelangaandelen in bijvoorbeeld een besloten vennootschap plaats. Op dat moment wordt de meerwaarde van het aandelenpakket belast in de inkomstenbelasting in box 2 (maximaal tarief 31% in 2025). Dit is ook het geval bij schenking en bij overlijden. Het moeten afrekenen van deze belastingclaim heeft dan gevolgen voor de liquiditeit van de vervreemder (of de erfgenamen als rechtsopvolgers). De wetgeving biedt mede daarom mogelijkheden om de belastingclaim die op het vermogen rust door te schuiven naar de opvolger/verkrijger van de aandelen (DSR ab).

Verder heeft het verkrijgen van ondernemingsvermogen uit een schenking of na overlijden tot gevolg dat de verkrijger over dit vermogen schenk- of erfbelasting verschuldigd is. De vraag is dan of de opvolger over middelen beschikt om de belastingheffing te kunnen financieren. Als dat niet het geval is, dan kan dit tot gevolg hebben dat er liquiditeit of financieringsruimte binnen de onderneming hiervoor nodig is. Om dit te voorkomen, kan onder voorwaarden de bedrijfsopvolgingsregeling worden toegepast. Deze regeling kent een vrijstelling van maximaal afgerond € 1.500.000 en 75% over het meerdere in 2025 bij verkrijging van de gehele onderneming (BOR).

Voor wat betreft de BOR gelden er vanaf 2026 nog antimisbruikbepalingen om kortgezegd dubbel-BOR of de BOR-carrousel tegen te gaan. Dit om te voorkomen dat vermogen dat eerder met toepassing van de BOR is overgedragen na terugkoop nogmaals met toepassing van de vrijstelling te kunnen overdragen.

Afbakening begrip ondernemingsvermogen

De bedrijfsopvolgingsregelingen beperken zich tot het ondernemingsvermogen. Hieronder vallen niet de aan derden verhuurde onroerende zaken, zoals beleggingspanden. Onder verhuur wordt ook de aan een ander ter beschikking gestelde onroerende zaken begrepen, ongeacht of wel of geen vergoeding is verschuldigd. Verder valt al het vermogen dat niet ten dienste staat of gebruikt wordt in de onderneming buiten de regelingen. Mochten er liquiditeiten op de balans staan, dan kan er sprake zijn van ondernemingsvermogen als de belastingplichtige dit als zodanig kan onderbouwen. Voor beleggingen zal doorgaans aangenomen worden dat deze niet een functie hebben binnen de onderneming.

Er geldt een minimumleeftijd van 21 jaar voor de verkrijger bij schenking van aanmerkelijk-belangaandelen en de faciliteiten gelden vanaf 2025 niet voor bedrijfsmiddelen die niet uitsluitend voor de onderneming worden gebruikt (keuzevermogen). Wat de vrijstelling van de BOR betreft, is deze per 2025 100% van de goingconcernwaarde van € 1,5 miljoen en 75% over het meerdere.

Voor de zogenaamde verwaterde indirect gehouden kleine belangen kunnen onder voorwaarden de faciliteiten ook gelden. Dit kan ook gaan gelden voor de BOR als het gaat om kleine aandelenbelangen (ook box 3 belangen) wanneer er met een familiegroep een belang is van ten minste 25%. Voor de invoering van deze wijziging wacht het kabinet nog op een staatssteunanalyse, waardoor het niet duidelijk is of deze uitbreiding daadwerkelijk wordt ingevoerd.

Bezitstermijn en voortzettingstermijn BOR

De BOR kan worden toegepast als sprake is van een bedrijfsopvolging. Onder een bedrijfsopvolging wordt op grond van de Successiewet verstaan een verkrijging van ondernemingsvermogen van een erflater of schenker die voldoet aan de bezitstermijn, mits de verkrijger gedurende vijf jaren voldoet aan het voortzettingsvereiste. Als de verkrijger niet meer of niet meer geheel voldoet aan het voortzettingsvereiste, vervalt in zoverre de voorwaardelijke vrijstelling van de BOR. Voor bedrijfsoverdrachten na 31 december 2024 geldt een voortzettingsvereiste drie jaren, voor eerdere verkrijgingen is deze periode vijf jaren.

De bezitseis en de bezitstermijn hebben mede tot doel om misbruik van de BOR te voorkomen. De bezitstermijn van één jaar voor de erflater is per 1 januari 2010 ingevoerd om te voorkomen dat in het zicht van overlijden belast vermogen wordt omgezet in onbelast vermogen zonder dat van een reële bedrijfsoverdracht sprake is. Voor de schenker geldt al langer een bezitstermijn van vijf jaren. De BOR kan ook van toepassing zijn als een onroerende zaak van de erflater of schenker gelijktijdig wordt overgedragen met het aanmerkelijk belang en de onroerende zaak dienstbaar is aan de onderneming van de entiteit waarin het aanmerkelijk belang wordt gehouden. In die situatie geldt tevens de voorwaarde dat die onroerende zaak gedurende één jaar voorafgaand aan vererving of vijf jaren voorafgaand aan schenking, dienstbaar was aan die onderneming. Voor het bepalen van de hoogte van de BOR-vrijstelling wordt ook rekening gehouden met de (hypotheek)schuld die normaal gesproken gelijktijdig met het pand wordt overgedragen.

Extra aandacht is nodig voor de bezitseis als het belang van de erflater of schenker in het over te dragen ondernemingsvermogen is toegenomen tijdens de bezitsperiode voorafgaand aan overlijden van één jaar of schenking van vijf jaar. Voor het gedeelte van het toegenomen belang, zoals 30% bij uitbreiding van een aandelenbelang van 50% naar 80% tijdens de bezitsperiode, gaat namelijk een nieuwe bezitstermijn gelden. Dit behoudens herstructurering en overheidsingrijpen waarbij er geherinvesteerd wordt in een nieuwe onderneming.

Verder is het gebruik van de BOR op (zeer) hoge leeftijd aan extra voorwaarden gebonden. De bezitstermijn wordt namelijk met ingang van 1 januari 2026 verlengd voor erflaters die de AOW-gerechtigde leeftijd plus drie jaar hebben bereikt en voor schenkers die de AOW-gerechtigde leeftijd plus zeven jaar hebben bereikt. De bezitstermijn voor zowel erflaters als schenkers zal dan stapsgewijs vanaf die leeftijden worden verhoogd.

Mogelijke toekomstige wetswijzigingen

In een aangenomen wetsvoorstel zijn verder toekomstige wetswijzigingen opgenomen, die het toepassingsbereik van de DSR ab en de BOR beperken. De invoering van deze maatregelen was door het kabinet beoogd per 2026. Dit valt echter nog te bezien, aangezien de Tweede Kamer heeft bepaald dat de invoering gekoppeld is aan de invoering van de bedrijfsopvolgingsfaciliteiten voor kleine aandelenbelangen, die hiervoor is toegelicht. Als de Europese Commissie oordeelt dat er sprake is van staatssteun, dan zal het toepassingsbereik niet worden beperkt op grond van het in 2024 aangenomen wetsvoorstel. Hierin is opgenomen dat het toepassingsbereik van de DSR ab en de BOR wordt beperkt tot gewone aandelen die op zichzelf bezien een belang van ten minste 5% van het geplaatste kapitaal vertegenwoordigen. Deze aandelen worden ook wel kwalificerende aandelen genoemd. Onder gewone aandelen wordt in dit kader verstaan aandelen die geen preferente aandelen of tracking stocks zijn. Verder is het begrip preferente aandelen, die zijn uitgegeven in het kader van gefaseerde bedrijfsopvolging en een aanmerkelijk belang vormen bij de erflater of schenker, anders omschreven om in aanmerking te komen voor de faciliteiten.

Gevolgen voor jouw situatie

In dit artikel hebben we je geïnformeerd over de bedrijfsopvolgingsregelingen. Naast de beschreven wetgeving voor de overdracht van aanmerkelijkbelangaandelen, kunnen de faciliteiten ook gelden als sprake is van een persoonlijke onderneming, bijvoorbeeld in de vorm een eenmanszaak of vennootschap onder firma.

Denk je als ondernemer na over bedrijfsoverdracht, dan heeft dat gevolgen voor jouw financiële situatie. Een vermogensplanner kan je inzicht geven in het vermogen dat je als overdrager zelf nodig hebt voor een zorgeloze financiële toekomst na de bedrijfsoverdracht en de mogelijkheden om de bedrijfsopvolgingsfaciliteiten toe te passen. Rabobank Private Banking is u graag van dienst. Voor fiscaal advies kun je terecht bij je belastingadviseur.

Publicatiedatum: 16 januari 2025

Stelletje bij strandtent

Benieuwd naar andere vermogensvragen?

Op onze overzichtspagina vind je nog meer vraagstukken rondom vermogen. Zo lees je er hoe je in je testament het familievermogen kunt beschermen, wat de kenmerken zijn van schenken op papier en hoe je een keuze kunt maken tussen sparen en/of beleggen in de bv of in privé.

Naar de overzichtspagina