Belasting en box 3

Over je vermogen betaal je belasting in box 3. Maar hoeveel belasting betaal je bijvoorbeeld over je spaargeld, beleggingen en een tweede (vakantie) woning in 2024? En wat geef je precies op in box 3? De belastingdienst heeft de regels behoorlijk veranderd voor 2024. We helpen je op weg.

Wat is er veranderd voor de berekening van het box 3-inkomen?

Het kabinet is van plan om belasting op vermogen te heffen die aansluit bij de werkelijke behaalde winst. Het doel is om dit vanaf 2027 toe te passen. Op dit moment wordt bekeken of dit haalbaar is. Tot die tijd geldt de overbruggingswet box 3. Hierbij gaat de Belastingdienst uit van de echte verdeling van spaargeld en beleggingen. Zo wordt al zo goed mogelijk aangesloten bij de echte winst.

Vermogenscategorieën met verondersteld (forfaitair) rendement

Bij de forfaitaire spaarvariant wordt voor onderstaande 3 vermogenscategorieën voor de belastingheffing in box 3 nog steeds een forfaitair rendement als uitgangspunt genomen.
CategorieForfaitair rendement
Bank- en spaartegoedenO.b.v. de actuele spaarrente: in 2024 is dat 1,03%*
Beleggingen/andere bezittingenO.b.v. het meerjarig gemiddelde rendement op beleggingen in onroerende zaken, aandelen en obligaties: in 2024 is dat 6,04%
SchuldenO.b.v. de actuele hypotheekrente: in 2024 is dat 2,47%*

* Het forfaitaire rendement voor spaargeld en schulden wordt na afloop van elk kalenderjaar bekend gemaakt.

Voor rente op banktegoeden geldt de 'bancaire rente op deposito's van huishoudens in Nederland, met opzegtermijn'. Als achteraf het forfaitaire rendement voor sparen hoger uitvalt, moet je misschien belasting betalen bij de definitieve aanslag inkomstenbelasting. Wij gebruiken de geschatte percentages door het Centraal Planbureau (CBP).

Lees meer over rente op de site van De Nederlandsche Bank

Samenstelling van spaargeld, overige bezittingen en schulden

Bij de forfaitaire spaarvariant wordt rekening gehouden met de werkelijke samenstelling van je spaargeld, je schulden en je overige bezittingen in box 3 op de peildatum van 1 januari. Dit vormt de grondslag van de heffing. Er geldt een heffingsvrij vermogen van € 57.000 (2024, voor fiscaal partners € 114.000). Het berekende forfaitaire rendement is vervolgens belast tegen 36% (2024).

Stappenplan voor berekening box 3-heffing

  1. Bepaal de rendementsgrondslag (bezittingen min de schulden) en splits het box 3-vermogen daarbij in 3 vermogenscategorieën:
    a. bank- en spaartegoeden
    b. beleggingen/andere bezittingen
    c. schulden (min de schuldendrempel van € 3.700 per belastingplichtige)
    Verminder de rendementsgrondslag met het heffingsvrij vermogen, zo krijg je de grondslag voor sparen en beleggen
  2. Bereken het belastbare rendement, dit is de optelsom van de forfaitaire rendementen van de 3 vermogenscategorieën
  3. Bereken het rendementspercentage, dit is het totale forfaitair rendement (stap 2) gedeeld door de rendementsgrondslag bij stap 1 (d.w.z. vóór aftrek van het heffingsvrij vermogen)
  4. Bereken het voordeel uit sparen en beleggen, dit is de grondslag sparen en beleggen (stap 1) x het rendementspercentage uit stap 3
  5. De box 3-heffing voor 2024, dit is 36% van het voordeel uit sparen en beleggen (stap 4)

Voorbeeld berekening

Anneke is alleenstaand en heeft op 1 januari 2024 een bankrekening met € 100.000. In het voorjaar van 2023 heeft ze een vakantiewoning gekocht met een WOZ-waarde van € 500.000. Daarvoor heeft ze € 450.000 geleend. We houden geen rekening met de schuldendrempel.

De berekening is gemaakt op basis van bovengenoemde stappenplan.

Stap 1

Anneke's box 3-vermogen bedraagt:

- Bank- en spaartegoeden€ 100.000
- Beleggingen/andere bezittingen€ 500.000
- Schulden€ 450.000 -/-
Rendementsgrondslag€ 150.000
- Af: heffingsvrij vermogen€ 57.000 -/-
Grondslag sparen en beleggen€ 93.000

Stap 2

Het belastbare rendement is:

- Bank- en spaartegoeden€ 100.000 x 1,03% =€ 1.030
- Beleggingen/andere bezittingen€ 500.000 x 6,04% =€ 30.200
- Schulden€ 450.000 x 2,47% =€ 11.115 -/-
Belastbaar rendement€ 20.115

Stap 3

Het rendementspercentage is: € 20.115 / € 150.000 = 13,41%

Stap 4

Het voordeel uit sparen en belegging is: € 93.000 x 13,41% = € 12.471

Stap 5

De box 3-heffing van Anneke is: € 12.471 x 36% = € 4.489.

Als sprake is van fiscaal partners geldt de dubbele vrijstelling.

Veelgestelde vragen