8 tips tegen auto-inbraak & autodiefstal

In het donker parkeren? Kies een goed verlichte en drukke plek óf een parkeergarage. Zo kan een dief niet ongezien zijn gang gaan. Parkeer je thuis op je eigen oprit? Dan helpt een buitenlamp met bewegingssensor. Licht schrikt af.

Laat waardevolle spullen niet in je auto liggen. Zelfs een jas op de achterbank kan genoeg zijn om de aandacht van dieven te trekken. Heb je een stationwagon? Laat de afdekhoes van de bagageruimte open, zodat een dief ziet dat er niets te halen valt.

Wist je dat bijna iedere moderne auto een intern stuurslot heeft? Haal na het parkeren de sleutel uit het contact en draai je stuur een klein stukje, tot je een klik hoort. Je kunt ook nog een extern stuurslot aanschaffen. Die zet je zichtbaar op je stuur.

Sommige auto’s gaan vanzelf open als je in de buurt komt. Handig, maar ook een risico. Zo’n ‘keyless entry autosleutel’ zendt continu een signaal uit, dat door dieven kan worden opgevangen en gekopieerd. Een dief kan zo zonder moeite met jouw auto wegrijden of onderdelen uit jouw auto halen. Leg zulke sleutels daarom niet vlakbij een raam of de voordeur. Er zijn ook speciale beschermhoesjes die het signaal blokkeren. Soms kun je het systeem helemaal uitzetten.

Heeft jouw auto een alarminstallatie? Maak met een sticker op je ruit duidelijk dat er een werkend alarm op jouw auto zit. Een GPS-tracker is ook handig, zo kun je je auto terugvinden als deze is gestolen. Heb je deze zaken nog niet? Je kunt ze alsnog (laten) inbouwen.

Elk jaar worden er ruim 20.000 kentekenplaten gestolen. Laat ze daarom extra stevig vastzetten met speciale antidiefstalschroeven. Dit maakt het moeilijker ze te stelen en jouw kenteken te gebruiken voor bijvoorbeeld tanken zonder betalen of zelfs een overval.

Je kunt je kenteken of chassisnummer in je autoruit laten graveren. Om de auto onherkenbaar te maken voor de verkoop, moeten dieven dan het kenteken én de ruit vervangen. Dit is duur en tijdrovend. Bovendien kan de politie bij diefstal de auto makkelijker terugvinden.

En als laatste een hele logische én belangrijke: doe altijd je auto op slot. Ook als je maar héél even weg bent. Dieven zijn sneller dan je denkt. In de winter je auto laten opwarmen met de sleutel in het contact, terwijl je zelf nog even binnen bent… ook dat is af te raden.

“De volgende 3 manieren van diefstal en inbraak zien we het meest:

1. Ten eerste wordt het signaal van een ‘keyless entry’ autosleutel vaak onderschept. Vervolgens wordt de auto gestolen. Of alleen onderdelen zoals airbags, multimedia installaties en batterijen (zie tip 4).
2. Ook worden er vaak auto-onderdelen aan de buitenkant gestolen, denk aan kentekens, koplampen en katalysators.
3. Tenslotte zien we nog steeds de welkbekende gelegenheidsdief die een raampje inslaat om spullen uit de auto te stelen (zie tip 2).

Gelukkig zien we het aantal autodiefstallen en -inbraken de afgelopen 10 jaar dalen. Maar met duizenden gevallen per jaar zijn het er nog wel steeds te veel.”