Onderzoek
Blik op de wereld: coronavirus zorgt voor diepste krimp sinds Grote Depressie
Een scherpe recessie van de wereldeconomie zal worden gevolgd door een relatief beperkt herstel, vanwege langdurige 'social distancing'. De politieke spanningen tussen de VS en China zijn weer opgelaaid, waardoor naar verwachting dit jaar de ‘Phase-1 deal’ zal sneuvelen.
In het kort
Krimp van de wereldeconomie met 4,1 procent
De ontwikkelingen rond het coronavirus hebben zich in hoog tempo opgevolgd (zie figuur 1) en trekken diepe sporen in de wereldeconomie. We hebben onze ramingen daarom ook al meer malen neerwaarts bij moeten stellen (hier en hier en hier). In onze huidige ramingen verwachten we dat de wereldeconomie in 2020 zal krimpen met 4,1 procent, om in 2021 weer te groeien met 4,3 procent (zie tabel 1). De coronacrisis zou daarmee de diepste economische crisis zijn sinds De Grote Depressie van de jaren dertig (figuur 2). De forse krimp in vooral West-Europa en Latijns-Amerika wordt gecompenseerd door meer bescheiden bbp-dalingen in Azië, waar een sterkere onderliggende groei in China in 2020 en India in 2021 de schade gedeeltelijk zal beperken.
Diepste economische crisis sinds jaren dertig
In Frankrijk, Italië, Spanje en het Verenigd Koningrijk voorspellen we zelfs een krimp van het bruto binnenlands product (bbp) van meer dan 10 procent, wat vooral het gevolg is van de lengte en strengheid van de lockdown in deze landen. Ook speelt mee dat sectoren die door de coronacrisis het zwaarst worden getroffen, zoals toerisme, recreatie en horeca, in deze landen een relatief groot aandeel hebben vergeleken met andere eurozonelanden.
Voor de Verenigde Staten verwachten we in 2020 een beperktere economische krimp van 5,7 procent, maar eveneens een relatief bescheiden herstel in 2021. In de VS heeft dit te maken met de flexibele arbeidsmarkt, waardoor de werkloosheid erg snel is opgelopen, maar inmiddels weer aan het dalen is (figuur 3). In april werd het hoogste naoorlogse percentage van 14,7 gemeten. Gecorrigeerd voor classificatiefouten bedroeg de werkloosheid zelfs 19,5%. Met een vijfde van de Amerikaanse beroepsbevolking tijdelijk zonder werk zullen de particuliere bestedingen in de periode na de harde lockdown niet snel aantrekken en dit zal zelfs tot in 2021 worden gevoeld. De verwachte zwakte aan de vraagkant van de economie wordt versterkt doordat de Amerikaanse economie er niet al te florissant voor stond voor aanvang van de coronacrisis, iets waarvoor we al sinds begin 2019 hebben gewaarschuwd.
In Nederland verwachten wij ook een daling van het bbp van 5,7 procent, gevolgd door een relatief zwak herstel in 2021. Nederland heeft veel tijdelijke werknemers die gemakkelijk kunnen worden ontslagen, maar de boosdoener is vooral het verwachte beperkte herstel van de export na de coronacrisis.
Heropenen van de economie blijkt lastig
De VS en Nederland zijn niet de enige landen waar we uitgaan van een lagere groei in 2021 dan we eerder in de boeken hadden staan. Voor nagenoeg alle landen gaan we momenteel uit van een gematigder herstel. Ondanks de versoepeling van lockdown-maatregelen in veel landen trekt de economische activiteit in veel segmenten van de economie maar mondjesmaat aan (zie voor enkele voorbeelden figuur 4 tot en met 7[1]). Dit komt enerzijds door een gebrekkige vraag, bijvoorbeeld omdat mensen horeca en winkels nog steeds mijden, maar ook door economische onzekerheid en inkomensverlies. En het komt anderzijds door beperkingen aan de aanbodzijde van de economie, omdat bedrijven en ondernemers zich aan moeten passen aan de anderhalvemetereconomie. Een recente wetenschappelijke studie betoogt dat social distancing-maatregelen nodig zullen blijven tot in 2022 om te voorkomen dat het virus de kop weer opsteekt.
[1] Voor meer informatie: in onze COVID-19 dashboard worden diverse economische parameters wereldwijd op maandbasis gemonitord.
Langdurige anderhalvemetersamenleving en lagere potentiële groei
Landen zullen nog maanden gebonden zijn aan een anderhalvemetereconomie. Voor de Nederland hebben we berekend dat 16 procent van de banen in zo’n economie aanpassingsproblemen kan ondervinden, terwijl dit voor de VS zelfs 23 procent van alle banen betreft (zie dit rapport). Tegen deze achtergrond zal het lastig worden om een scherp V-vormig economisch herstel te krijgen en ligt een U-vormig herstel wellicht meer voor de hand (zie voor een uitgebreide bespreking van mogelijke vormen van herstel na de crisis deze studie). Daarnaast hebben we berekend dat de coronacrisis ook het structurele groeivermogen van landen kan aantasten, zodat zelfs na 2022 de effecten ervan voelbaar kunnen zijn. Voor de Nederlandse economie verwachten we dat het jaarlijkse economische groeipotentieel over de periode 2022-2030 zal dalen van 1,4 naar 1,2 procent en voor de VS voorzien we een daling van 1,6 naar 1,4 procent.
Oplaaiende politieke spanningen tussen de VS en China
Nadat de VS en China op 13 januari een langverwachte wapenstilstand sloten met de zogeheten ‘Phase-1 deal’ en vervolgens de coronapandemie uitbrak, was het een tijd stil rond de handelsoorlog tussen beide grootmachten. Inmiddels is de diplomatieke relatie tussen de VS en China echter in zeer korte tijd wederom ernstig verstoord. Dit begon in maart met verwijten aan elkaars adres over de wijze waarop het virus was aangepakt.
Amerikaanse maatregelen
Ook wordt er in de VS gewerkt aan wetgeving om buitenlandse bedrijven in China met subsidies en belastingvoordelen over te halen om hun activiteiten te verplaatsen naar de VS. Evenals aan een wet om de afhankelijkheid van China te verminderen op het terrein van onder meer medisch- en defensie-gerelateerde producten. Daarnaast heeft president Trump zijn regering opdracht gegeven om Hongkong zijn speciale status te ontnemen als reactie op een Chinese veiligheidswet die volgens de Amerikanen de autonomie van Hongkong in gevaar brengt. Door het intrekken van deze status zou Hongkong als belangrijk handelsknooppunt in Azië onder meer te maken krijgen met de hogere handelstarieven en zou de toegang van bedrijven en banken in Hongkong tot Amerikaanse dollars kunnen worden beperkt. Tot slot heeft Trump een presidentieel decreet ondertekend waarmee Amerikaanse bedrijven geen producten van de Chinese telecomgigant Huawei meer mogen gebruiken.
Anti-China-retoriek als bliksemafleider
Al deze maatregelen passen in de ‘America First’-doctrine van president Trump en het aanpakken van de – in zijn ogen – oneerlijke Chinese handelspraktijken. Die koers begint ook tractie te krijgen bij het Amerikaanse publiek (zie figuur 8). Ook speelt mee dat Trump anti-China-retoriek gebruikt als bliksemafleider van binnenlandse problemen. Trump heeft de nodige populariteit verloren in de peilingen vanwege de wijze waarop hij de coronacrisis heeft aangepakt, de snel verslechterde economische situatie en zijn dreigement om het leger in te zetten om recente demonstraties en sociale onrust de kop in te drukken. Met de presidentsverkiezingen van november in zicht probeert Trump electoraal garen te spinnen met zijn beproefde anti-China-tactiek. Trump staat daarin overigens niet alleen, want ook zijn Democratische tegenkandidaat Joe Biden is van plan China aan te pakken, maar dan wel in samenwerking met Europa.
Chinese maatregelen
China heeft op zijn beurt niet stilgezeten. Zo heeft het in maart diverse Amerikaanse journalisten het land uitgezet en staatsbedrijven (Cofco en Sinograin) opdracht gegeven om minder producten uit de VS te kopen. Dit past in het beeld dat China niet bereid lijkt te zijn om de handelsafspraken uit de Phase-1 deal na te leven, want beschikbare importdata voor de eerste vier maanden van 2020 laten eerder een negatieve dan een positieve trend zien (zie figuur 9).[2] Het onderstreept evenwel dat de importopgave van China vanaf het begin af aan al uiterst onrealistisch was. Gezien de combinatie met de recente politieke spanningen tussen beide landen denken we dan ook dat de deal dit jaar nog zal sneuvelen.
[2] Geïnspireerd door werk van het Peterson Institute for International Economics (PIIE) heeft RaboResearch een eigen Phase One Monitor (POM) ontwikkeld om na te gaan of China zijn importbeloftes waarmaakt. Onze monitor heeft drie voordelen ten opzichte van de PIIE-monitor: 1) we plaatsen de handelsafspraken in historisch perspectief, waardoor de trend van de meest recente importdata duidelijker naar voren komt, 2) we nemen afspraken mee over de import van diensten en 3) we kijken ook naar afspraken die zijn gemaakt voor 2021.
Neerwaartse risico’s
Ondanks onze sterk neerwaarts bijgestelde economische projecties en oplopende geopolitieke spanningen zijn er diverse risico’s die het beeld nog verder kunnen verslechteren. Hieronder bespreken we er drie.
Tweede golf van besmettingen
Wereldwijd versoepelen landen momenteel hun lockdown-maatregelen. Er bestaat een kans dat deze versoepeling de deur opent naar een nieuwe golf van besmettingen, waardoor noodgedwongen een nieuwe periode van lockdowns moeten worden ingevoerd om het virus in te dammen. Eerder hebben we laten zien wat de extra economische schade is wanneer lockdowns met nog eens drie extra maanden worden verlengd. Vooral in opkomende markten is een opleving van het virus mogelijk een veel groter risico dan in ontwikkelde landen. Het is namelijk de vraag hoe reëel het is voor dichtbevolkte landen zoals Indonesië, India en Brazilië om voldoende afstand te blijven houden. Ook is het de vraag of deze landen beschikken over voldoende testcapaciteit om een opleving vroegtijdig te signaleren.
Financiële crisis
De huidige economische crisis zou om kunnen slaan in een financiële crisis, waarin financiële instellingen in de problemen komen. Dit zou bijvoorbeeld kunnen gebeuren als er een tweede/derde golf van besmettingen plaatsvindt waardoor faillissementen scherp stijgen, bankbalansen in snel tempo verslechteren en banken zelf problemen krijgen om aan liquiditeit te komen. Het gevolg hiervan zou kunnen zijn dat de kredietverlening aan bedrijven stokt, waardoor er nog meer bedrijven in de problemen komen en een vicieuze cirkel ontstaat.
Wij verwachten op dit momenteel geen fricties in het financiële systeem, deels omdat de buffers van banken sinds de Grote Financiële Crisis over het algemeen zijn verbeterd en deels omdat centrale banken wereldwijd voldoende liquiditeit aan banken verschaffen. De onrust in de financiële markten die het begin van de coronacrisis kenmerkte, is dan ook weggeëbd.
‘Zombies’
Een risico op de langere termijn is dat het aandeel van zogeheten ‘zombiebedrijven’ in sommige landen toeneemt. Zombiebedrijven zijn bedrijven met een lage winstgevendheid en een laag winstperspectief in de toekomst. Dit type bedrijven gedijt in een omgeving met lage rentes en een financieel systeem dat kredieten aan verlieslatende bedrijven doorrolt. Het nog ruimere monetaire beleid van centrale banken voedt deze ‘zombievorming’. Na de Grote Financiële Crisis zagen we het aandeel zombiedrijven in een aantal landen snel toenemen. In de VS is het aandeel zombiebedrijven onder beursgenoteerde ondernemingen gestegen naar 15 procent in 2019 (figuur 10). Maar ook in Japan bedraagt het aandeel zombiebedrijven in het midden- en kleinbedrijf volgens sommige schattingen 21 procent. Zombiebedrijven zijn problematisch voor het herstel na de crisis omdat deze bedrijven minder productief en innovatief zijn dan gezonde bedrijven. Volgens de BIS leidt een toename van 1 procent van het aandeel zombiebedrijven in een land tot een afname van 0,3 procent van de jaarlijkse bbp-groei.