Onderzoek
Nederlandse economie krimpt dit jaar harder dan in 2009 – vragen en antwoorden
Ervan uitgaand dat de corona-beperkende maatregelen tot ten minste 1 juni worden voortgezet, verwachten we dat de Nederlandse economie dit jaar met 5 procent krimpt. Het economische herstel kan in de tweede helft van het jaar inzetten, maar vergt tijd.
In het kort
Voorspellen in tijden van corona, kan dat wel?
Over het verloop van de uitbraak van het coronavirus bestaat grote onzekerheid. De maatregelen die regeringen nemen om de virusuitbraak te controleren, leggen een deel van de economische activiteit stil. Dat is een uitzonderlijke situatie en de onzekerheid over de impact daarvan is dan ook groot. We kunnen behoorlijke schattingen maken over de mate waarin de maatregelen de productie in verschillende sectoren op dit moment stil legt. Moeilijker is het om te berekenen wat de onzekerheid doet met het gedrag van bedrijven en consumenten. Ook is ongewis wanneer en in welke volgorde het economische verkeer weer veilig op gang kan worden gebracht. Bovendien is onzeker hoe snel de normalisatie vervolgens zal verlopen. Dit hangt niet alleen af van de beheersing van de virusuitbraak, maar ook van de schade die de economie op dat moment al heeft opgelopen; hoeveel reserves huishoudens en bedrijven nog hebben, en met hoeveel vertrouwen zij op dat moment de toekomst tegemoet zien.
Vanwege deze onzekerheden hebben we twee scenario’s doorgerekend. We hebben daarbij een basisscenario en een alternatief scenario gemaakt. Daarvoor doen we een aantal aannames over het verloop van de virusuitbraak, de effecten op de economische activiteit en het economische herstel daarna, in Nederland en in andere landen. De methode voor deze analyse wordt toegelicht in deze publicatie. Tegelijkertijd hebben we een oordeel gevormd over de mate waarin de maatregelen tegen de verspreiding van het virus de productie in de verschillende Nederlandse sectoren vermindert. Daarvoor werken we samen met de sectorspecialisten van Rabobank. Ook toetsen we onze inschatting globaal aan de hand van actuele gegevens van Rabobank; het gaat daarbij om in groepen samengestelde data die voor de onderzoekers niet herleidbaar zijn tot klanten. Tenslotte verkennen we ook andere scenario’s, in het bijzonder één waarin de (intelligente) lockdowns in Nederland en veel andere landen tenminste zes maanden zullen duren.
Wat zijn de aannames voor jullie basisscenario?
De eerste aanname is dat de maatregelen om de uitbraak van het coronavirus in te dammen tot 1 juni zullen duren en daarna geleidelijk worden versoepeld. Daarnaast gaan we ervan uit dat de productie ook na opheffing van de beperkende maatregelen in Nederland en de rest van de wereld nog enige tijd last zal hebben van verstoorde mondiale productieketens. De binnenlandse en buitenlandse vraag zullen vanaf het derde kwartaal weer groeien, maar nog geruime tijd onder het niveau van vóór de coronacrisis liggen. Verder nemen we aan dat steunmaatregelen van de overheid, (centrale) banken en andere partijen ervoor zorgen dat de meeste bedrijven de recessie in 2020 kunnen overleven. Maar dat ze niet kunnen voorkomen dat bedrijven met substantiële omzetverliezen te maken krijgen, dat er meer faillissementen zullen zijn en dat een grote groep Nederlanders dit jaar een terugval in werk en inkomen ziet. Voor de langere termijn gaan we ervan uit dat er een verlies aan productiviteit zal optreden. Dit komt onder meer doordat er minder wordt geïnvesteerd in onderzoek en ontwikkeling, buiten de medische sector. Ook is de internationale handel verstoord, wat leidt tot minder kennisoverdracht en innovatie. Voor een uitleg van ons productiviteitsmodel voor Nederland verwijzen we naar deze eerdere publicatie.
Wat zijn jullie verwachtingen voor de Nederlandse economie?
Het coronavirus grijpt wereldwijd verder om zich heen, waardoor veel landen – waaronder Nederland – maatregelen om het virus te bedwingen hebben verlengd. Daarom hebben wij onze prognose voor de Nederlandse economie naar beneden bijgesteld. Daarvoor gebruiken we het hierboven beschreven basisscenario. We verwachten nu dat het bruto binnenlands product (bbp) dit jaar met 5 procent krimpt (tabel 1).
De (intelligente) lockdowns leiden in Nederland en de rest van de wereld in de eerste helft van dit jaar tot een forse terugval in de uitgaven van huishoudens en bedrijven, de export en de productie. De steunmaatregelen van de overheid, (centrale) banken en andere partijen zullen de pijn daarvan verzachten, maar niet geheel wegnemen. Veel bedrijven zien hun omzet dalen en een stijging van het aantal faillissementen ligt voor de hand. Dit zet ook de werkgelegenheid en de inkomens van huishoudens onder druk. Hierdoor komt het herstel in het derde kwartaal waarschijnlijk geleidelijk op gang. Zo zullen consumenten en bedrijven de hand nog op de knip houden. Uit onzekerheid, of omdat hun inkomens en buffers door de crisis flink zijn geslonken. Bovendien komen fabrieken niet direct op stoom door de verstoring in de mondiale waardeketens. We verwachten daarom dat het nog geruime tijd zal duren voordat de Nederlandse economie weer op het niveau zit van vóór de coronacrisis.
Zijn er al cijfers over de economische impact van de coronacrisis?
Nederland is de vierde week van de intelligente lockdown ingegaan, en cijfers over de negatieve impact daarvan op de economie beginnen langzaam binnen te sijpelen. Zo is het aantal reizigers in het openbaar vervoer in de tweede helft van maart volgens het CBS en Translink met bijna 90 procent gedaald. BOVAG registreerde in maart 23 procent minder autoverkopen dan een jaar eerder en het aantal pinbetalingen is sterk gedaald. Verder hebben op het moment van schrijven al 50.000 bedrijven een aanvraag ingediend voor de NOW, een tegemoetkoming in de loonkosten. Ook cijfers over de economische activiteit in andere landen laten een zeer zorgelijk beeld zien, dat via lagere handel zijn weerslag op Nederland zal hebben. Voor specifieke bedrijfstakken zijn er ook positieve economische cijfers: supermarkten en bouwmarkten hebben in de eerste weken van de intelligente lockdown juist meer omgezet.
Op welke manier raakt de corona-uitbraak de Nederlandse sectoren?
In eerste instantie rechtstreeks, doordat de virusuitbraak en de maatregelen om die onder controle te krijgen leiden tot verplichte sluitingen en verstoorde toeleveringsketens. Daarbovenop krijgen veel sectoren ook nog tijdelijk te maken met vraaguitval doordat het economische herstel in Nederland en daarbuiten geleidelijk op gang komt, terwijl de neergang juist in heel korte tijd plaatsvindt.
Wat betekent de coronacrisis voor de verschillende bedrijfstakken?
We verwachten een grote daling voor bijna alle sectoren in het tweede kwartaal door de directe impact van de virusuitbraak, in het bijzonder de horeca, de landbouw, de industrie en delen van de zakelijke dienstverlening (tabel 2).
Het herstel komt bij veel sectoren vanaf het derde kwartaal langzaam op gang vanwege een afgenomen vraag door een verslechterde economische omgeving (zie figuur 2 en 3). Maar voor bijvoorbeeld de industrie voorzien we de laagste activiteit juist in het derde kwartaal. Dat komt doordat de industrie minder last heeft van de directe impact van het virus en meer van de lagere vraag uit het binnen- en buitenland en de verstoorde toeleveringsketens.
En waar het langzame herstel voor veel sectoren in het derde kwartaal start, blijft dat voor de bouw naar verwachting nog uit. Wel zijn dan de bouwplaatsen open en loopt het werk door, maar de vergunningverlening voor nieuwe projecten loopt vertraging op. Bovendien loopt de economische cyclus van de bouw achter op die van veel andere sectoren vanwege de lange duur van projecten. Ook zijn bedrijven en particulieren afwachtend met grote investeringen in verbouwingen of nieuwe huisvesting. Dit leidt uiteindelijk tot minder productie in de rest van het jaar.
Waarom verwachten jullie voor de zorg ook een lagere activiteit in het tweede kwartaal?
Opmerkelijk genoeg zien we in het tweede kwartaal ook een verminderde activiteit in de zorg. Hoewel corona-afdelingen in ziekenhuizen overuren maken, zien de meeste zorgaanbieders steeds minder patiënten. Enerzijds doordat patiënten bij medisch specialist of huisarts niet meer voor andere vragen dan corona komen. Anderzijds doordat de praktijken zoals die voor mondzorg of fysiotherapie vanwege de afstandsvoorschriften zijn gesloten of beperkt tot de hoogstnoodzakelijke activiteiten. Hierdoor voorzien we een vermindering in activiteiten in de hoofdsector zorg in het tweede kwartaal. Maar omdat we verwachten dat de coronacrisis in het derde kwartaal het hoofd wordt geboden, kunnen de uitgestelde operaties, zoals heup- en knieoperaties, maar ook consulten bij mond- en beweegzorg, worden ingehaald. Dit zorgt voor een productiestijging in het derde kwartaal.
Welke gevolgen heeft de coronacrisis voor de werkloosheid?
We verwachten de komende tijd een forse stijging van de werkloosheid. In februari hadden 274.000 Nederlanders geen betaald werk, terwijl deze er wel naar zochten. Dat aantal zal dit jaar naar verwachting toenemen met 400.000-500.000 mensen. Het daadwerkelijke verlies aan werkgelegenheid zal vermoedelijk groter zijn, bijvoorbeeld omdat niet alle zzp’ers die hun opdrachten zien teruglopen, aangeven dat ze werkloos zijn.
In eerste instantie treft dit vooral Nederlanders in de flexibele schil van sectoren die hard worden geraakt door de coronacrisis. Dit gaat om onder meer de horeca, cultuur en recreatie, de bouw, de handel, de logistiek, de sierteelt en de industrie. Naar schatting werken daar bijna een half miljoen zelfstandigen en ruim een half miljoen werknemers met een (zeer) flexibele arbeidsrelatie. Het valt bovendien niet uit te sluiten dat later dit jaar ook in andere sectoren een deel van de flexibele schil naar huis wordt gestuurd .
De steunmaatregelen van het kabinet, (centrale) banken en andere partijen helpen bedrijven en particulieren om de financiële klappen van de coronacrisis te verzachten. Maar deze kunnen niet volledig voorkomen dat omzetten dalen en sommige bedrijven toch failliet gaan. Daardoor kunnen later dit jaar ook vaste krachten hun baan kwijtraken. Omdat we verwachten dat het economische herstel geleidelijk op gang komt, zal de werkloosheid minder snel afnemen dan zij is gestegen.
Wat betekent de coronacrisis voor de huizenmarkt?
De maatregelen om de verspreiding van het virus te beheersen, maken het allereerst lastiger om huizen te bezichtigen. Dit alleen al zal het aantal verkopen tijdens de lockdown onder druk zetten. Maar de coronacrisis zorgt naar verwachting ook voor minder vraag naar koopwoningen doordat werkgelegenheid verloren gaat en huishoudinkomens dalen. Starters en doorstromers zullen hun verhuisplannen daardoor op een laag pitje (moeten) zetten. Ook beleggers, die toch al vreesden voor nieuwe regelgeving, zullen naar ons idee voorzichtiger worden.
We verwachten daarom dat het aantal verkopen dit jaar terugvalt tot zo’n 175.000 huizen, 20 procent minder dan in 2019 (zie figuur 4). Vanaf de tweede helft van dit jaar zullen de huizenprijzen naar verwachting ook enkele kwartalen achtereen dalen. Omdat ze in de eerste helft van het jaar nog wel stijgen, zullen huizen gemiddeld in heel 2020 nog 3,9 procent duurder zijn dan in 2019 (zie figuur 5).
Voor 2021 gaan we uit van een voorzichtig herstel van het aantal verkopen, naar rond de 180.000 huizen. De werkgelegenheid groeit dan weer, terwijl huren in de vrije sector nog altijd duur is. Samen met de relatief lage hypotheekrentes zal dit potentiële kopers weer vaker over de streep trekken. Omdat het huizentekort nog altijd groot is, zal dit weer leiden tot opwaartse prijsdruk. We verwachten dan ook dat de huizenprijzen in de tweede helft van 2021 langzaam weer stijgen, maar gemiddeld nog wel 3,3 procent lager komen te liggen dan in 2020.
Wat is de economische impact als de (intelligente) lockdowns veel langer duren?
We hebben ook een scenario gemaakt waarin de (intelligente) lockdowns in Nederland en andere landen na 1 juni nog eens drie maanden zullen duren. Pas vanaf september worden de maatregelen dan weer versoepeld. De economische gevolgen zijn dan nog veel groter. Niet alleen doordat productie en consumptie dan langer worden beperkt, maar ook doordat meer faillissementen dan onafwendbaar lijken en de werkloosheid harder stijgt. Doordat bestaande structuren, zoals waardeketens, uiteenvallen, maakt dat het herstel na de lockdowns bovendien moeizamer.
Voor Nederland komt de economische krimp in zo’n scenario volgens onze berekening dan ook uit rond 14 procent in 2020. Dit zou in 2021 weliswaar worden gevolgd door een zeer snelle groei van 11procent, maar daarmee wordt de economische schade niet helemaal ingehaald. Hoewel een krimp van 14 procent ongekend is in Nederland, ligt deze in lijn met een recente studie van de OESO. Daarin stond berekend dat de economische productie met circa 2 procentpunt bbp op jaarbasis kan dalen voor elke maand lockdown.
Het spreekt voor zich dat de onzekerheden rond een dergelijk scenario nóg groter zijn dan die rond ons basisscenario. Een belangrijke vraag die in zo’n scenario bijvoorbeeld opdoemt, is of het financiële stelsel bestand zal zijn tegen een dergelijke diepe economische val. Een financiële crisis zou niet alleen zorgen voor een nog grotere economische ontwrichting, maar bovendien het herstel daarna in ernstige mate belemmeren. Een dergelijke escalatie moet dan ook met alle macht worden voorkomen.
En wat zijn de gevolgen als de corona-uitbraak sneller onder controle komt?
De economische ontwikkeling hangt nu sterk af van de ontwikkeling van de virusuitbraak en de gevolgen voor de economische activiteiten van de maatregelen die overheden nemen om het virus te beteugelen. Er zijn scenario’s denkbaar waarin het sneller mogelijk wordt om het economische verkeer veilig te hervatten. Bijvoorbeeld als snel een effectief vaccin wordt gevonden. Of als het mogelijk wordt om op grote schaal en snel testen uit te voeren zodat besmetting met het virus en immuniteit voor het virus met grote zekerheid kunnen worden vastgesteld. Er kan een veilig en effectief medicijn worden gevonden of de capaciteit van zorgstelsels wordt sneller uitgebreid dan nu mogelijk lijkt. In zulke scenario’s kan het economische verkeer sneller worden hervat, met minder negatieve economische uitkomsten tot gevolg.
Lees meer over de sectorkennis op rabobank.nl