Onderzoek
Brede welvaart in Twente: hoog maar met aandachtspunten
Deze studie beschrijft de brede welvaart van Twentenaren. Daaruit blijkt dat de brede welvaart van Twentenaren zoals zij die zelf ervaren hoger is dan gemiddeld in Nederland. Dit geldt ook voor de meeste Twentse gemeenten, met Tubbergen als positieve uitschieter.
In het kort
Wat is brede welvaart?
In dit onderzoek meten we de brede welvaart van Twentenaren. Hoe hoog is deze in vergelijking met Nederland en welke verschillen zien we tussen de veertien Twentse gemeenten en tussen groepen mensen binnen Twente? Maar eerst: wat is brede welvaart? En hoe kunnen we welvaart meten?
Welvaart gaat over de mate waarin mensen de mogelijkheden hebben om het leven te leiden zoals ze dat zelf willen. Traditionele methoden om welvaart te meten, richten zich vooral op de financiële kant ervan, zoals het besteedbaar inkomen en de omvang van de economie uitgedrukt in monetaire eenheden. Hoewel financiële welvaart inderdaad belangrijk is voor de mogelijkheden van mensen, dekt dit niet de hele lading. Om het leven te leiden zoals we dat willen, is meer nodig. Denk aan een goede gezondheid en veiligheid. Beide zijn niet altijd eenvoudig uit te drukken in geld.
Het concept brede welvaart houdt rekening met de verschillende kanten waaruit onze welvaart bestaat. Hierin brengen we elf welvaartsdimensies samen: gezondheid, milieu, persoonlijke ontwikkeling, (subjectief) welzijn, inkomen, huisvesting, de balans tussen werk en privé, veiligheid, baanzekerheid, sociale contacten en maatschappelijke betrokkenheid (zie figuur 1).
De brede welvaartsbenadering gaat niet alleen over het idee dat welvaart meer dimensies heeft. Het is ook belangrijk om de dimensies in samenhang te zien. Ze staan namelijk niet los van elkaar. Iemand die in de avonduren een opleiding volgt, ziet daarna mogelijk zijn baankansen en inkomen stijgen. Hij kan daardoor mogelijk een groter huis kopen in een veilige en schone omgeving. Aan de andere kant gaat de extra tijd die de opleiding vergt mogelijk ten koste van zijn sociale contacten, zijn maatschappelijke betrokkenheid en mogelijk zelfs zijn gezondheid. Op regionale of landelijke schaal betekent een groeiende economie vaak dat meer mensen aan het werk zijn. De baanzekerheid neemt toe en de inkomens stijgen. De keerzijde is dat de dimensie milieu vaak verslechtert.
Bovenstaande betekent dat we met ons ruimtelijk, sociaal en economisch beleid rekening moet houden met de manier waarop de welvaartsdimensies elkaar versterken of elkaar tegenwerken. Het betekent dat beleid moet worden getoetst aan een breed welvaartskader.Hoe meten we brede welvaart?
Om de brede welvaart te meten, voert RaboResearch jaarlijks in de zomer een enquête uit onder ongeveer 10.000 Nederlanders. In die enquête vragen we hen om hun welvaart op de elf brede welvaartsdimensies te waarderen (zie tabel 1). Het gaat hierbij dus nadrukkelijk om de welvaart zoals de respondenten die zelf ervaren.[1] De antwoorden worden voor elke respondent gemiddeld en vertaald naar een score tussen 0 en 1. Deze scores worden vervolgens gemiddeld om te komen tot de totale brede welvaart van groepen mensen.[2]
De respons op de reguliere enquête is te laag om uitspraken te kunnen doen voor alle individuele Twentse gemeenten. Daarom is in Twente een extra uitvraag gedaan. Hier deden ruim 3.500 mensen aan mee. Om hun totale brede welvaart te kunnen berekenen, dienden zij alle elf de vragen uit tabel 1 in te vullen. Dat deden zij niet allemaal, waardoor we een deel van de respons niet kunnen gebruiken. Omdat we daarnaast een weging hebben toegepast, viel nog een deel van de respons weg.[3] Uiteindelijk blijven bijna 2.600 respondenten over waarmee de analyses zijn uitgevoerd. De gemeente met de hoogste respons is Enschede (672). De gemeente met de laagste respons is Hellendoorn (58).
[1] In samenwerking met Universiteit Utrecht heeft RaboResearch ook de Brede Welvaartsindicator ontwikkeld. De BWI is meer gebaseerd op objectieve data, maar is minder actueel en geeft niet de mogelijkheid om vergelijkingen te maken tussen groepen mensen zoals we dat met de enquêtegegevens kunnen.
[2] Zie dit artikel op MeJudice over verschillende methoden om brede welvaart te meten.
[3] De samenstelling van de respons komt niet overeen met de samenstelling van de bevolking. In de respons zitten bijvoorbeeld relatief veel mensen met een hoog inkomen en een hoog opleidingsniveau. Als we uitspraken willen doen over de totale bevolking van de gemeenten, moeten we daarom een weging toepassen (met de variabelen geslacht, leeftijd, opleidingsniveau, werkstatus en inkomen). De gegevens voor die weging zijn niet voor alle respondenten beschikbaar, waardoor ook om die reden een deel van de respons onbruikbaar is.
Hoge brede welvaart in Twente
Figuur 2 geeft het niveau van de brede welvaart in Twente weer. Hierin zien we de veertien Twentse gemeenten, de drie grootste gemeenten samen (Enschede, Hengelo en Almelo), de andere elf gemeenten samen, Twente en Nederland. De verticale lijnen in de staven in de figuur geven de onzekerheidsmarge weer (zie box 1).
We kunnen concluderen dat de brede welvaart in Twente hoger is dan in Nederland als geheel. Het welvaartsniveau ligt op 0,71. Vertaald naar een rapportcijfer krijgt Twente dus een 7,1. Nederland scoort significant lager met een 6,9. Binnen Twente is er een duidelijk verschil tussen de drie grootste gemeenten en het buitengebied. Zoals gebruikelijk in steden is de brede welvaart hier lager. Toch is de brede welvaart in de Twentse steden, vooral Hengelo, hoger dan in veel andere Nederlandse steden. Kijken we naar de afzonderlijke gemeenten, dan zijn de verschillen in veel gevallen niet meer statistisch significant. Wel kunnen we stellen dat gemeente Borne en elke gemeente links daarvan in de figuur een hogere brede welvaart heeft dan Nederland als geheel. Ook zien we dat gemeente Tubbergen de hoogste brede welvaart heeft van alle gemeenten.Box 1: Onzekerheidsmarge
Elke staaf in de figuur toont de gewogen gemiddelde brede welvaart van de geënquêteerden in het betreffende gebied (zie paragraaf ‘Hoe meten we brede welvaart?’). De lijnen in de staven geven met een zekerheid van 95 procent weer binnen welke bandbreedte de brede welvaart van de totale bevolking van het gebied ligt. Hoe hoger het aantal geënquêteerden, hoe meer informatie beschikbaar is en dus hoe kleiner de bandbreedte. Als de lijnen van twee gebieden overlappen, concluderen we dat de brede welvaart van die gebieden statistisch niet significant van elkaar verschilt. Overlappen de lijnen niet, dan is het verschil wél statistisch significant.
Niet alleen de algehele brede welvaart, ook de welvaart op tien van de elf dimensies is in Twente hoger dan landelijk (zie figuur 4). De enige uitzondering hierop is de werk-privébalans. Hier zijn Twentenaren iets minder tevreden over dan andere Nederlanders.[4] Maar op de andere dimensies scoort Twente dus hoger, het meeste op de dimensies persoonlijke ontwikkeling en milieu. Toch zijn Twentenaren het minst te spreken over hun persoonlijke ontwikkeling. Zie de bijlage voor een overzicht van alle Twentse gemeenten.
[4] De verschillen in de figuur zijn niet getoetst op statistische significantie. Dit betekent dat we niet met zekerheid kunnen stellen dat de verschillen gelden voor de totale bevolking van de betreffende gebieden.
Brede welvaart is ongelijk verdeeld
De brede welvaartsbenadering gaat niet alleen over een zo hoog mogelijke algehele brede welvaart met een goede balans tussen de dimensies. Het gaat ook over de verdeling van de welvaart. Figuur 5 toont de verdeling van de bevolking in verschillende niveaus van brede welvaart. Omdat Twentenaren gemiddeld een hogere brede welvaart ervaren dan de gemiddelde Nederlander, zien we in Twente logischerwijs meer mensen met een (zeer) hoge brede welvaart en minder mensen met een (zeer) lage brede welvaart. Maar toch valt een aanzienlijke groep Twentenaren in die laatste categorie. Ongeveer 9 procent scoort lager dan een 0,5, oftewel een rapportcijfer onder de 5, tegen 12 procent landelijk. Vertaald naar absolute aantallen zijn dat 55.000 Twentenaren.
Ongelijkheid in Nederland manifesteert zich langs verschillende lijnen. Zo hebben mensen met een lager inkomen, een huurwoning, zonder hoger opleidingsniveau en/of geen baan over het algemeen een (veel) lagere brede welvaart dan mensen met een hoog inkomen, een koopwoning, een hoger opleidingsniveau en/of een baan. Die ongelijkheid is hardnekkig, in de zin dat we haar overal in Nederland tegenkomen. Zo ook in Twente (zie figuur 6).
De grootste verschillen zien we tussen mensen met verschillende inkomensniveaus. De ervaren brede welvaart van mensen met een laag inkomen ligt in Twente maar liefst 18 procentpunt lager dan die van mensen met een hoog inkomen. Ook naar werkstatus zijn de verschillen fors. Bij mensen met een baan ligt de brede welvaart 14 procentpunt hoger dan bij werklozen in Twente. Opvallend is wel dat dit verschil in Twente, en dan vooral in de drie grootste steden, veel kleiner is dan landelijk.
De meeste dimensies verslechterden in 2022
Tot slot bekijken we de ontwikkeling van brede welvaart in Twente tussen 2021 en 2022. Hiervoor gebruiken we de gegevens van mensen die de enquête in beide jaren hebben ingevuld.[5] Dat zijn er ongeveer 200. Voor die groep mensen onderzochten we of hun algehele brede welvaart en die op de elf dimensies is gedaald of gestegen. Gebaseerd op de 200 geënquêteerden concluderen we dat de algehele brede welvaart in Twente gelijk is gebleven, terwijl die in Nederland met 1 procentpunt is gedaald.
Op de onderliggende dimensies zien we wel ontwikkelingen. Voor de dimensie veiligheid blijkt dat die voor 28 procent van de groep is gedaald, voor 20 procent van de groep is gestegen en voor 52 procent gelijk is gebleven. Door de groep met een stijging en de groep met een daling te salderen, krijgen we een indruk van de ontwikkeling van de dimensie voor de groep als geheel. Dit is weergegeven in figuur 7.
De oranje bollen geven de landelijke ontwikkeling weer. Op baanzekerheid na verslechterde vorig jaar elke dimensie. Dat baanzekerheid niet verslechterde heeft alles te maken met de huidige krapte op de arbeidsmarkt. Voor Twente kunnen we niet stellen dat de ontwikkelingen in de figuur statistisch significant zijn. Daarvoor is het aantal respondenten te klein. Wel kunnen we zeggen dat dit de ontwikkeling is van die circa 200 mensen. Hierbij valt op dat de dimensies inkomen en vooral veiligheid sterker zijn gedaald dan landelijk het geval was en dat aan de andere kant de dimensies sociale contacten en vooral huisvesting en milieu tegen de landelijke trend in zijn verbeterd.
[5] Aangezien de extra uitvraag voor dit onderzoek alleen in 2022 plaatsvond, kunnen we die mensen niet voor deze analyse gebruiken. Dit is dus een andere groep mensen dan we voor de eerdere delen van dit onderzoek hebben gebruikt.
Conclusies
De ervaren brede welvaart in Twente is relatief hoog en significant hoger dan elders in het land. De verschillen tussen de gemeenten zijn groot, met een zeer hoge brede welvaart in Tubbergen en een lagere brede welvaart in de drie grootste steden samen. Toch hebben de inwoners van Enschede, Hengelo en Almelo gezamenlijk een hogere brede welvaart dan gemiddeld in Nederland.
Ondanks de hoge totale brede welvaart, zijn er in Twente twee aandachtspunten. Ten eerste de scores op de afzonderlijke dimensies. Die zijn zeer hoog voor veiligheid en huisvesting, maar laag op de dimensies maatschappelijke betrokkenheid en persoonlijke ontwikkeling. Ook scoort Twente op de dimensie werk-privébalans -als enige dimensie- lager dan landelijk. Dit zijn dus de dimensies die aandacht verdienen. Ten tweede is de brede welvaart niet gelijk verdeeld. Maar liefst 55.000 Twentenaren geven hun eigen brede welvaart een onvoldoende.
Deze twee aandachtspunten staan bovendien niet los van elkaar. Een lage brede welvaart en minder kansen in de maatschappij vergroten het risico dat mensen afhaken. Dit is een landelijk probleem en manifesteert zich mogelijk ook in Twente. Er is daarom alles aan gelegen om te blijven werken aan de brede welvaart, of Bruto Twents Geluk zoals het hier heet, van alle Twentenaren.