Onderzoek
Inflatie vaak gespreksonderwerp, financiële zorgen lang niet altijd
De inflatie en hoge energiekosten vinden Nederlanders gemakkelijker om over te praten dan persoonlijkere geldzaken zoals financiële zorgen en of het lukt om rond te komen.
In het kort
Financiële zorgen zijn toegenomen
Door de hoge inflatie kunnen huishoudens financieel in de knel komen. Uit ons onderzoek blijkt dat de financiële zorgen van Nederlanders zijn toegenomen. We hielden in september 2022 een enquête onder 1.514 Nederlanders tussen de 20 en 75 jaar en vergelijken een deel van de vragen met een onderzoek dat we in juni/juli 2020 onder dezelfde leeftijdsgroep uitvoerden. Nu zegt 28 procent zich vaak zorgen te maken over geldzaken, terwijl dat in 2020 nog 18 procent was (figuur 1). Inflatie en dat mensen minder geld overhouden lijken een rol te spelen bij toegenomen geldzorgen in de afgelopen twaalf maanden.
Het bespreken van financiële zorgen met naasten kan bijdragen aan het vroeg signaleren en oplossen van problemen. Zij kunnen bijvoorbeeld bijspringen met financiële hulp of tips, of er in elk geval rekening mee houden dat je op een wat krapper budget leeft. Met dit onderzoek kijken we of de openheid van Nederlanders over hun geldzaken is veranderd. Ook gaan we na hoe gemakkelijk en hoe vaak Nederlanders praten over verschillende geldonderwerpen, zoals inflatie, hoge energiekosten, financiële zorgen en rondkomen. In een aparte publicatie bekijken we de samenhang tussen enerzijds hoe gemakkelijk en hoe vaak er over geldzaken wordt gesproken, en anderzijds de neiging om problemen en twijfels te bespreken, en het zoeken van hulp bij geldzaken.
Openheid nauwelijks veranderd
Nederlanders geven nu aan iets geslotener te zijn dan twee jaar geleden, maar het verschil is klein (figuur 2). We zien verder slechts kleine veranderingen in hoe gemakkelijk Nederlanders het vinden om over geldzaken te praten met zowel hun partner als met goede vrienden of familie (figuur 3). Hetzelfde geldt voor de specifiekere onderwerpen ‘financiële zorgen’ en ‘of het lukt om rond te komen’. Mensen vinden het ongeveer net zo gemakkelijk om hierover te praten als twee jaar geleden, ondanks de toegenomen geldzorgen. Ook als we naar verschillende financiële situaties kijken, zien we geen grote veranderingen in hoe open mensen zeggen te zijn over hun geldzaken, of hoe gemakkelijk ze het vinden om geldzaken te bespreken met hun partner en met hun goede vrienden of familie.
Net als in 2020 vinden mensen het doorgaans veel gemakkelijker om geldzaken te bespreken met hun partner dan met goede vrienden of familie. Ook blijven financiële problemen en twijfels over geldzaken nog steeds vaak binnenshuis (figuur 4). Zeker Nederlanders met een partner zijn minder geneigd om hierover met goede vrienden of familie te praten (figuur 5). Wel zien we dat een kleiner aandeel mensen aangeeft dat ze problemen en twijfels niet zouden bespreken met goede vrienden of familie. Waar twee jaar geleden 39 procent dit aangaf, is dat nu 29 procent. Het aandeel dat aangeeft wel met goede vrienden of familie te praten bij financiële problemen of twijfels over geldzaken is niet evenredig hard gestegen. In de enquête van september 2022 was dat 35 procent, tegenover 31 procent in juni/juli 2020. Het aandeel mensen dat aangeeft met financiële problemen of twijfels over geldzaken naar een expert te gaan voor (betaald) advies is wel iets lager dan in 2020.
Inflatie en hoge energiekosten gemakkelijkere gespreksonderwerpen dan persoonlijkere geldzaken
We vroegen respondenten hoe gemakkelijk ze het vinden om over verschillende geldonderwerpen te praten met hun partner en met hun goede vrienden of familie. Hieruit blijkt dat Nederlanders het gemiddeld genomen gemakkelijker vinden om over inflatie en hoge energiekosten te praten dan over persoonlijkere geldzaken die meer raken aan hoe het echt gaat met de financiële situatie. Voor gesprekken met de partner gaat het daarbij om de volgende onderwerpen: of het lukt om rond te komen, financiële zorgen, hoeveel je spaart en hoe je meer geld kunt overhouden. Voor gesprekken met goede vrienden of familie hebben we dit laatste niet gevraagd. We vroegen wel naar het onderwerp bespaartips, maar die scharen we niet onder de persoonlijkere geldzaken omdat bespaartips ook algemeen van aard kunnen zijn.
De verschillen in gemak van het bespreken van verschillende geldonderwerpen met de partner zijn relatief klein: veel mensen vinden het (heel) gemakkelijk om over hun geldzaken te praten met de partner (73 procent geeft dit aan). Desondanks vinden Nederlanders of het lukt om rond te komen, hoeveel er wordt gespaard, hoe je meer geld overhoudt en financiële zorgen ongemakkelijker om met de partner te bespreken dan inflatie en hoge energiekosten (figuur 6). Zo vindt 34 procent van de Nederlanders het gemakkelijker om inflatie en hoge energiekosten te bespreken met de partner dan de persoonlijkere geldzaken. Een groot aandeel, 42 procent, vindt de onderwerpen gemiddeld genomen net zo gemakkelijk om te bespreken en 16 procent vindt het juist minder gemakkelijk om over inflatie en hoge energiekosten te praten. 8 procent gaf op één van deze onderwerpen niet aan hoe gemakkelijk ze het vinden om hierover te praten met de partner.
Verschillen in (on)gemak zijn duidelijker bij het bespreken van geldzaken met goede vrienden of familie. Zo zien we opnieuw dat men onderwerpen als hoge energiekosten en inflatie niet erg lastig vindt om te bespreken. Hoewel iets ongemakkelijker, vinden mensen het bespreken van bespaartips met goede vrienden en familie ook nog relatief gemakkelijk. Of het lukt om rond te komen, financiële zorgen en hoeveel je spaart vinden mensen doorgaans een stuk minder gemakkelijk om te bespreken met goede vrienden of familie (figuur 7). We zien dan ook dat 61 procent van de Nederlanders het gemakkelijker vindt om inflatie en hoge energiekosten te bespreken met de partner dan de persoonlijkere geldzaken. Zo’n 18 procent, vindt de onderwerpen gemiddeld genomen net zo gemakkelijk om te bespreken en slechts 7 procent vindt het juist minder gemakkelijk om over inflatie en hoge energiekosten te praten. 14 procent gaf over één van deze onderwerpen niet aan hoe gemakkelijk ze het vinden om hierover te praten met goede vrienden of familie.
De bevindingen voor de verschillen in hoe gemakkelijk geldonderwerpen worden besproken, gelden ook in grote lijnen als we inzoomen op verschillende financiële situaties.
Inflatie en hoge energiekosten vaker besproken dan persoonlijkere geldzaken
Hoe vaak over een geldonderwerp wordt gesproken, hangt onder meer samen met hoe gemakkelijk men het vindt om hierover te praten. Inflatie en hoge energiekosten komen dan ook vaak als onderwerp aan bod in gesprekken van Nederlanders met hun partner en goede vrienden of familie. Een ruime meerderheid van de respondenten met partner, 58 procent, geeft aan vaak of elke keer met de partner te praten over de inflatie. Voor de hoge energiekosten is dit percentage 51 procent (figuur 8). Nederlanders spreken overigens relatief vaak met hun partner over de geldzaken: 53 procent praat hier vaak of elke keer over.
Hoewel Nederlanders doorgaans minder vaak geldgesprekken aanknopen met goede vrienden of familie, zijn de inflatie en hoge energiekosten wel relatief vaak gespreksonderwerp. Waar slechts 9 procent aangeeft vaak of elke keer met goede vrienden of familie te praten over zijn/haar/hen geldzaken, bespreekt 38 procent de inflatie vaak of elke keer. En 36 procent heeft het vaak of elke keer over de hoge energiekosten (figuur 9).
Geldonderwerpen die meer gaan over hoe het echt gaat met de financiële situatie worden minder vaak besproken dan de inflatie en hoge energiekosten. 64 procent van de Nederlanders praat gemiddeld genomen vaker met hun partner over inflatie en hoge energiekosten, dan over of het lukt om rond te komen, financiële zorgen, hoeveel je spaart en hoe je meer geld kunt overhouden (figuur 10). 20 procent praat net zo vaak over deze onderwerpen. Voor 11 procent is het andersom, zij praten vaker over de persoonlijkere geldzaken dan over inflatie en hoge energiekosten. 6 procent van de respondenten gaf op één of meer van deze vragen geen antwoord.
Met goede vrienden of familie zien we dit verschil ook: 67 procent bespreekt inflatie en hoge energiekosten gemiddeld genomen vaker dan of het lukt om rond te komen, financiële zorgen en hoeveel er wordt gespaard. 18 procent praat net zo vaak over deze onderwerpen, en 7 procent praat juist minder vaak over inflatie en hoge energiekosten. De overige 8 procent van de respondenten gaf op één of meer van deze vragen geen antwoord.
Of een onderwerp wordt besproken, hangt vermoedelijk niet alleen samen met hoe gemakkelijk je het vindt om daarover te praten, maar ook met of je er werkelijk mee te maken hebt. De inflatie en hoge energiekosten gaan veel mensen aan. Dat geldt in mindere mate voor onderwerpen als financiële zorgen en of het lukt om rond te komen. Wie bijvoorbeeld veel geld overhoudt, heeft minder geldzorgen en zal hier dus vermoedelijk minder vaak over praten. Dit blijkt ook uit onze resultaten: van de respondenten die veel geld zeggen over te houden, praat 69 procent zelden of nooit met de partner over financiële zorgen en 62 procent zelden of nooit over of het lukt om rond te komen, terwijl slechts 3 procent van hen zelden of nooit over hun geldzaken praat met de partner.
Maar ook degenen die vaak geldzorgen hebben, en degenen met geldproblemen, praten vaker over inflatie en hoge energiekosten dan over persoonlijkere geldzaken (figuur 10). Zo bespreekt 59 procent van degenen met geldzorgen vaker met hun partner de inflatie en hoge energiekosten dan of het lukt om rond te komen, financiële zorgen, hoeveel er wordt gespaard en hoe er meer geld kan worden overgehouden. En 68 procent bespreekt gemiddeld genomen inflatie en hoge energiekosten vaker met goede vrienden of familie dan of het lukt om rond te komen, financiële zorgen, hoeveel er wordt gespaard.
We vinden vergelijkbare resultaten voor het bespreken van geldonderwerpen als we inzoomen op de groep die in de afgelopen twaalf maanden geldproblemen had. Daaronder verstaan we in deze publicatie de respondenten die hebben aangegeven dat ze in de afgelopen twaalf maanden vanwege geldgebrek rood hebben gestaan of geld hebben geleend, en rekeningen te laat hebben betaald vanwege geldgebrek (dit waren 95 respondenten). Met de partner worden inflatie en hoge energiekosten door 56 procent van de respondenten vaker besproken dan of het lukt om rond te komen, financiële zorgen, hoeveel er wordt gespaard en hoe je meer geld kunt overhouden. 68 van degenen met geldproblemen praat vaker met goede vrienden of familie over inflatie en hoge energiekosten, dan over of het lukt om rond te komen, financiële zorgen, hoeveel er wordt gespaard.
De resultaten later verder zien dat een fors aandeel van degenen die vaak geldzorgen hebben, 39 procent, hierover zelden of nooit praat met goede vrienden of familie. En van de Nederlanders met geldproblemen, praat 35 procent zelden of nooit of het lukt om rond te komen met goede vrienden of familie (figuur 11). Financiële zorgen en rondkomen worden vaker met de partner besproken. Toch heeft 9 procent van degenen met geldzorgen het zelden of nooit met de partner over financiële zorgen. Ook 9 procent van degenen met geldproblemen bespreekt het kunnen rondkomen zelden of nooit met de partner. We zien dus dat moeilijke financiële onderwerpen vaak binnenshuis blijven, en dat er een groep is die ze nauwelijks met de partner bespreekt.
Conclusie en discussie
Dat de openheid van Nederlanders over hun geldzaken de afgelopen twee jaar weinig lijkt te zijn veranderd is geen opsteker. Zeker omdat geldzorgen zijn toegenomen en huishoudens financieel in de knel kunnen komen door de hoge inflatie. Het is wel positief dat mensen wat meer geneigd zijn om financiële problemen en twijfels over geldzaken met vrienden te bespreken. Maar verder lijkt het erop dat onderwerpen die meer raken aan de stand van de financiële situatie nog lang niet altijd worden besproken, zeker niet buiten het huishouden. Men bespreekt bijvoorbeeld wel dat het leven duurder wordt, maar het lijkt alsof de impact daarvan op de persoonlijke geldzaken, zoals rondkomen, financiële zorgen en hoeveel er wordt gespaard, minder vaak wordt aangesneden.
Een zekere mate van ongemak rondom het bespreken van persoonlijke geldzaken is begrijpelijk, zeker bij financiële zorgen of als rondkomen lastig is. Maar problemen kunnen eerder worden gesignaleerd en zouden daardoor sneller kunnen worden opgelost als financiële zorgen worden gedeeld met naasten. Zij kunnen bijvoorbeeld bijspringen met tips of met financiële hulp, of er in elk geval rekening mee houden dat je op een wat krapper budget leeft. Als rondkomen echt niet meer lukt, zal er meer nodig zijn dan tips, maar ook dan kan een gesprek hierover de eerste stap zijn.
Onderzoeksverantwoording
Voor dit onderzoek hebben we een enquête gehouden in september 2022, die is ingevuld door 1.514 Nederlanders tussen de 20 en 75 jaar. We vergelijken een deel van de antwoorden met een enquête die in juni/juli 2020 is gehouden onder 2.717 Nederlanders van dezelfde leeftijdsgroep. Beide steekproeven zijn na weging representatief op leeftijd, geslacht en opleidingsniveau voor de Nederlandse bevolking. Door de opzet van het onderzoek kunnen we enkel correlaties in kaart brengen en kunnen we geen uitspraken doen over causale verbanden. Hieronder beschrijven we de vragen en analyses die in de huidige publicatie zijn gebruikt.
We informeerden respondenten in beide vragenlijsten dat we vragen zouden stellen over hoe ze praten over hun geldzaken en financiële situatie met zowel de partner als goede vrienden/familie. Verder gaven we de toelichting en instructie mee: ‘Met goede vrienden/familie bedoelen we mensen die dicht bij je staan; voor de één is dat een goede vriend, voor de ander een familielid. Neem bij het beantwoorden van de vragen dan ook die mensen in gedachten die dicht bij jou staan.’
Om het bespreken van geldzaken in kaart te brengen vroegen we respondenten allereerst hoe open ze in het algemeen zijn over hun financiële situatie. Antwoorden waren op een zevenpuntsschaal lopend van ‘heel gesloten’ tot ‘heel open’ en ‘weet niet/ geen antwoord’. Daarnaast vroegen we ze hoe gemakkelijk ze met de partner en met goede vrienden of familie praten over geldzaken en verschillende geldonderwerpen. Ook hier waren de antwoorden op een zevenpuntsschaal lopend van ‘heel ongemakkelijk’ tot ‘heel gemakkelijk’ en ‘weet niet/ geen antwoord’. Verder vroegen we hoe vaak respondenten met hun partner en goede vrienden of familie praten over geldzaken en verschillende geldonderwerpen. De antwoorden hier waren op een vijfpuntsschaal lopend van ‘nooit’ tot ‘elke keer’ en ‘weet niet/ geen antwoord’. Om de neiging om financiële problemen of twijfels over geldzaken te bespreken, vroegen we respondenten via drie stellingen of ze als ze financiële problemen of twijfels hebben over hun geldzaken, daarover praten met hun partner, goede vrienden of familie of daarvoor naar een specialist gaan voor (betaald) advies. De antwoorden hierop waren een vijfpuntsschaal lopend van ‘helemaal mee oneens’ tot ‘helemaal mee eens’ en ‘weet niet/ geen antwoord’.
Om de financiële situatie van Nederlanders in kaart te brengen, vroegen we respondenten welke omschrijving ze het beste vinden passen bij de huidige financiële situatie van hun huishouden. Antwoorden hierop waren ‘er wordt veel geld overgehouden’, ‘er wordt een beetje geld overgehouden’, ‘er kan precies worden rondgekomen’, ‘er moet spaargeld worden gebruikt’, ‘er worden schulden gemaakt’ en ‘weet niet/ geen antwoord’. Verder vroegen we respondenten of ze de afgelopen twaalf maanden rood hebben gestaan of geld hebben geleend vanwege geldgebrek, en of ze rekeningen te laat betaalden vanwege geldgebrek. De antwoorden hierop waren ‘ja’, ‘nee’ en ‘weet niet/ geen antwoord’. Geldproblemen definiëren we in deze publicatie als op beide vragen met ‘ja’ werd geantwoord (N = 95). Dat is een vrij nauwe definitie gericht op betalingsproblemen, en sluit niet uit dat er andere problemen spelen, die nu niet worden meegenomen.
We vroegen respondenten ook of ze vaak geldzorgen hebben. De antwoorden hierop waren op een vijfpuntsschaal lopend van ‘helemaal oneens’ tot ‘helemaal eens’ en ‘weet niet/ geen antwoord’. Om te meten in hoeverre respondenten de inflatie ervaren, vroegen we ze of er de afgelopen twaalf maanden iets is veranderd in hoeveel producten en diensten kosten (inflatie) en of ze in de komende twaalf maanden veranderingen verwachten in hoeveel producten en diensten kosten (inflatie). We vroegen ook of er de afgelopen twaalf maanden veranderingen waren in hoeveel geld de respondent overhoudt en of daar veranderingen in worden verwacht in de komende twaalf maanden. De antwoorden hierop waren een vijfpuntsschaal, die voor de afgelopen twaalf maanden lopen van ‘dit is veel minder geworden’ tot ‘dit is veel meer geworden’; en voor de verwachtingen voor de komende twaalf maanden lopen van ‘dit zal veel minder worde’ tot ‘dit zal meer worden’. Beide schalen hadden ook een antwoordoptie ‘weet niet/ geen antwoord’.
Verschillen tussen de antwoorden van de enquête van juni/juli 2020 en september 2022 hebben we getoetst met geordende logistische regressie-analyses.
Voor de analyses waarmee we verschillen in gemak en frequentie van praten over inflatie en hoge energiekosten enerzijds, en persoonlijkere geldzaken anderzijds, nemen we de gemiddelden van een aantal vragen. We kijken los van elkaar naar het gemak en de frequentie waarmee deze onderwerpen worden besproken, met zowel de partner als met goede vrienden of familie. We middelen de antwoorden over de geldonderwerpen inflatie en hoge energiekosten tot één cijfer. De geldonderwerpen die we gebruiken om tot één cijfer te komen voor de persoonlijkere geldzaken in gesprekken met de partner zijn: of het jullie wel of niet lukt om rond te komen, financiële zorgen, hoeveel jullie sparen en hoe jullie er voor kunnen zorgen dat jullie meer geld overhouden. Voor het laatste onderwerp hebben we niet gevraagd hoe gemakkelijk en hoe vaak hierover wordt gesproken met goede vrienden of familie. Daarom gebruiken we voor de onderwerpen over persoonlijkere geldzaken in gesprekken met goede vrienden en familie enkel of het je wel of niet lukt om rond te komen, hoeveel je spaart en financiële zorgen. Verschillen tussen hoe gemakkelijk en hoe vaak verschillende geldonderwerpen worden besproken, hebben we getoetst met zowel Wilcoxon signed-rank-toetsen als met t-toetsen. Beide methoden gaven grotendeels vergelijkbare resultaten.
We bekeken verder de correlaties tussen hoe gemakkelijk respondenten het vinden om over verschillende geldonderwerpen te praten en hoe vaak ze over die onderwerpen praten. We voerden deze analyse uit voor gesprekken met de partner en met goede vrienden of familie.