Update
Detail- en groothandel groeit, hoe zit het met duurzaamheid?
Het zijn uitdagende tijden voor de detail- en groothandel. Prijzen stijgen en retailgrootmacht China heeft een enorme invloed op het online koopgedrag. Toch is het toekomstbeeld positief; de sector groeit langzaam en nieuwe richtlijnen stimuleren duurzaam gedrag. Hoe dat zit, lees je in deze update.
In het kort:
Sectorprognoses: gestage groei komende twee jaar
In de Rabobank Sectorprognoses richten wij ons op de vooruitzichten voor dit jaar. We verwachten dat de economie de komende twee jaar gestaag blijft doorgroeien. Dat is goed nieuws, want er is veel werk aan de winkel op het gebied van de woningnood, de energietransitie, vergrijzing en achterblijvende productiviteitsgroei.
Groei voor detail- en groothandel
De detail- en groothandel zullen in 2024 licht groeien als gevolg van de verbeterde koopkracht. Consumenten zijn wat minder pessimistisch en de koopkracht verbetert door hogere cao-lonen en een lagere (kern)inflatie. Dit leidt samen met de krapte op de arbeidsmarkt tot een redelijk stabiele volumeontwikkeling in de meeste deelsectoren.
Uitdagende tijden
Producten worden niet goedkoper. Veel bedrijven moeten hun prijzen verhogen door hogere operationele kosten. Of ze deze prijsstijgingen volledig kunnen doorberekenen aan de consument hangt sterk af van de concurrentie en de vraag. Groothandels lijken beter in staat om de gestegen kosten door te berekenen dan detailhandelaren. Vooral de detailhandel moet hard werken om de gestegen operationele kosten te drukken bij minimale prijsstijgingen. Dat terwijl de sector al lange tijd kampt met personeelstekorten en stijgende personeelskosten. Voor groothandels blijven de geopolitieke spanningen en conflicten zorgen voor uitdagingen, onder andere in transport en afzetkanalen.
Recht op reparatie: uitdagingen en kansen voor duurzaamheid
In Europa is overeenstemming bereikt over de richtlijn 'Right to Repair', het recht op reparatie. Dat is een duidelijke push die hergebruik van producten stimuleert en de levenscyclus van producten verlengt. Verkopers worden, als de klant dat wil, verplicht defecte apparaten te repareren tijdens de garantieperiode. Hierdoor wordt het voor consumenten makkelijker om producten te laten repareren.
Mogelijke impact voor retailers
Veel retailers zijn vooral gericht op de verkoop van nieuwe producten. Wanneer het makkelijker en voordeliger is om defecte goederen te vervangen dan ze te repareren, gaat er iets niet goed. Het zou logisch zijn dat repareren goedkoper is dan volledig vervangen, maar toch is dat vaak niet het geval.
Omdat reparatie nu vaak lastig of onmogelijk is, worden kapotte producten te vaak weggegooid. De makers van producten moeten zorgen dat producten die zij in de markt zetten makkelijker te repareren zijn, ook na de garantieperiode, en dat reserve-onderdelen beschikbaar zijn tegen redelijke bedragen.
Belangrijke stap in de transitie naar circulaire handel
Het recht op reparatie is een belangrijke stap in de transitie naar een circulaire economie, waarin grondstoffen zo efficiënt en duurzaam mogelijk worden gebruikt. Het kan een uitdaging zijn voor retailers die vooral afhankelijk zijn van de verkoop van nieuwe producten of die niet over de nodige kennis, competenties en infrastructuur beschikken om reparaties uit te voeren of aan te bieden. Het recht op reparatie biedt kansen voor retailers die zich onderscheiden, goed voorbereiden, de juiste strategieën en partners kiezen en inspelen op de groeiende vraag naar duurzame en circulaire producten en diensten.
Feiten over aantallen winkels en winkelmeters 2010-2024
Volgens de Locatus-database is het aantal fysieke winkels in Nederland tussen 2010 en 2024 aanzienlijk afgenomen (zie figuur 1): van bijna 108.436 winkels naar 83.538 in Q1 2024, een daling van bijna 25%. Dat is vooral merkbaar in de non-food sector, waar bijna 24.000 winkels verdwenen. De grootste dalingen zitten in de categorieën Kleding & mode, Schoenen & lederwaren, Vrije tijd en In & om het huis. Het aantal supermarkten, minisupers en slijterijen is die periode toegenomen, net als het aantal horecapanden.
Uitruil van non-food naar food en van binnensteden naar buitensteden
Het totale aantal winkelmeters is daarbij stabiel gebleven op ongeveer 27,4 miljoen. Dat komt doordat het aantal winkelmeters in food-retail met 25% is toegenomen, voornamelijk door de uitbreiding van supermarkten. In de non-food sector daalde het aantal winkelmeters met bijna 1,3 miljoen.
De gemiddelde grootte van fysieke non-food winkels is met ongeveer 30% toegenomen. Dat komt voornamelijk door de verplaatsing van winkelmeters naar de ‘buitensteden’. Grote winkels zoals die van IKEA en Hornbach hebben bijgedragen aan deze toename.
“Bijna 24.000 non-food winkels verdwenen.”
Conclusie vanuit de cijfers van winkels en winkelmeters is dat er op hoofdlijnen vooral een uitruil is geweest van non-food naar food en van dure (binnenstads)meters naar goedkopere (buitenstads)meters. De bewegingen van winkelmeters en aantallen verkooppunten in zowel food als de periferie maskeren de stevige daling van het aantal kleinschalige non-food retailers in de binnensteden en kernen van ons land.
Het door elkaar heen mengen van de sectoren food en non-food en het aantal winkelmeters in binnensteden en die van grootschalige detailhandel in de periferie zorgt voor verwarring en sust ondernemers die denken dat er niks aan de hand is met stenen winkels onterecht in slaap.
Tijdelijke dip in groei online omzetaandeel
De opkomst van e-commerce heeft een sterke impact gehad op het aantal fysieke non-food winkels. Het online marktaandeel in kleding was in Q4 2024 41% en voor schoenen zelfs 56%.
Er is een duidelijke verschuiving van fysiek naar online zichtbaar in het aantal vestigingen. Het aantal webwinkels in kleding, inclusief schoenen, is jaarlijks gestegen, terwijl het aantal fysieke winkels is gedaald. In 2022 oversteeg het aantal webwinkels in kleding het aantal fysieke winkels in Kleding en Schoenen & lederwaren.
Explosieve langjarige groei online
Na jaren van extreme groei is het niet vreemd dat de stijging van online versus fysiek afneemt. De coronapandemie versnelde de langjarige toename van de online omzet, dat in 2020 met meer dan 40% toenam en in Q1 2021 een recordgroei van bijna 86% kende ten opzichte van Q1 2020. Over heel 2021 was de online omzet 23,6% hoger dan in 2020. Ondanks de heropening van fysieke winkelstraten in 2022, blijft het online omzetaandeel op een hoger niveau dan voor de pandemie (zie figuur 2).
“Pandemie versnelde de langjarige groei.”
De index internetverkopen 2015-2023 is 341,1%, terwijl de totaalomzet non-food in diezelfde periode 129,1% is. De teruglopende omzetgroei in 2022 en 2023 vertelt dus niet het hele verhaal.
Ondanks de stagnatie is e-commerce niet op zijn retour. We zien dit als een tijdelijke dip na jaren van groei en extreme groei tijdens de coronaperiode. Die was te danken aan de consument, waarbij gemak een belangrijke rol speelt in het consumptiegedrag. Online winkelen wordt steeds sneller, makkelijker, aantrekkelijker en persoonlijker, terwijl veel fysieke winkels en winkelgebieden hier onvoldoende toegevoegde waarde tegenover zetten.
Als de taart over meer partijen moet worden verdeeld, is het voor iedereen moeilijker om succesvol te zijn in deze verdringingsmarkt. Het aantal consumenten blijft daarnaast toenemen als gevolg van de bevolkingsgroei en elke nieuwe generatie is meer ‘internetrijp’ dan de vorige – al zullen er daarbij wel verschillen zijn per (sub)sector.
China: van fabriek van de wereld naar retailgrootmacht?
Richting 2030 wordt China naar verwachting de grootste economie ter wereld. Het land heeft op vele vlakken het Westen, waar we vaak vooroordelen hebben over de manier waarop Chinese bedrijven en platforms werken, ingehaald.
De huidige digitale technologiebedrijven in China zijn de concurrenten van morgen. En morgen is hier eerder dan je denkt.
Een enorme sprong in 30 jaar
Al decennia fungeert China als de fabriek van de wereld. Dankzij de mogelijkheid om producten tegen lage arbeidskosten te maken, is de welvaart zowel in het Westen als in het Oosten sterk toegenomen. Digitale technologiebedrijven in China zijn de concurrenten van morgen waar we in het Westen met een open blik veel van kunnen leren.
‘Nearshoring’ is een kans maar ook een enorme uitdaging
In de industrie wordt het produceren van goederen dichter bij huis, in plaats van in verre landen, vaak aangeduid als ’nearshoring’. Bedrijven kiezen er dan voor om in het eigen thuisland of continent te produceren. Het ontbreekt in het Westen echter vaak aan de vaardigheden om producten te maken, en ook aan het aantal arbeidskrachten om dit te realiseren. Een andere grote uitdaging is dat Europa over onvoldoende kritieke grondstoffen beschikt om op grote schaal te kunnen concurreren met de VS, China of Azië. Deze factoren beperken de mogelijkheden om productie eenvoudig te verplaatsen.
Disruptieve Chinese platforms grijpen marktaandeel
China heeft zich ontwikkeld tot een broedplaats voor digitale innovaties die elkaar in rap tempo opvolgen. Onder leiding van bedrijven als Alibaba, JD.com en Pinduoduo is China uitgegroeid tot de grootste speler op de wereldwijde e-commercemarkt. Ook zijn er volledig nieuwe vormen van e-commerce ontstaan waarbij Chinese internetbedrijven steeds actiever worden in het Westen.
Eerder konden Chinese fabrikanten producten bijna alleen via de traditionele toeleveringsketen verkopen: merkeigenaren, importeurs of groothandels kochten producten in om die vervolgens met een (flinke) winstopslag aan te bieden. Met de opkomst van Chinese platforms die commissie vragen, is dat verleden tijd. Chinese fabrieken kunnen de westerse consument nu rechtstreeks bereiken.
Lage prijzen door wegnemen schakels
Als producenten de marge in de waardeketen niet meer met partners hoeven te delen, kunnen zij verticalisering (het controleren en regisseren van de waardeketen) inzetten als wapen.
“Disruptieve Chinese businessmodellen komen hard onze Westerse kant op.”
Ze kunnen hogere marges realiseren of het voordeel teruggeven aan de eindklant door lagere prijzen te vragen. Zo ontstaan businessmodellen waarin exact dezelfde producten uit exact dezelfde fabrieken worden aangeboden tegen veel lagere consumentenprijzen dan ooit.
China als inspirator voor versnelling in innovatie
Veel Chinese bedrijven hebben bijzonder innovatieve en disruptieve businessmodellen. China heeft ons jarenlang gekopieerd en het is geen schande om goede ideeën terug te kopiëren. Laten we daarbij vooral ook kritisch blijven op ons eigen consumptiegedrag.
De consument heeft de macht
In een grenzeloze en enorm transparante wereld is de traditionele waardeketen (producent-groothandel-retailer-klant) de afgelopen decennia veranderd in een waardewiel; een flexibel netwerk waarin de klant centraal staat.
Door deze verschuiving is de traditionele waardeketen ontwricht en neemt de (internationale) concurrentie steeds verder toe.
Chinese rommel?
De lonen en levensonderhoudskosten in China stijgen, met name voor fabrieksarbeiders. Deze stijging weerspiegelt de economische groei en veranderende arbeidsomstandigheden in China, dat zich ontwikkelt van een goedkope productiehub naar een meer volwassen economie gericht op hightech productie en dienstverlening.
Door stijgende lonen zijn veel merken en retailers hun productie gaan verplaatsen naar landen met lagere lonen, zoals Bangladesh en Vietnam, wat heeft geleid tot overcapaciteit bij Chinese fabrieken. Die gaan nu, met hulp van internetbedrijven, rechtstreeks aan Westerse consument verkopen.
Hoewel niet alle producten uit China van goede kwaliteit zijn, worden veel producten die wel voldoen aan de Europese normen geproduceerd door dezelfde fabrieken die ook voor westerse merken en markten produceren.
Van OEM naar ODM naar OBM
De Chinese fabrieken, die decennialang voor ons hebben geproduceerd, geven niet zomaar op als we deze producten niet langer afnemen. Op de binnenlandse markt in China hebben bedrijven die oorspronkelijk als OEM’s (Original Equipment Manufacturers) zijn gestart een transformatie ondergaan. Ze zijn ODM’s (Original Design Manufacturers) geworden die hun eigen producten ontwerpen en vaak merkloos verkopen. Daarnaast zijn er OBM’s (Original Brand Manufacturers) die hun eigen merken op de markt brengen. Veel van deze ODM- en OBM-fabrieken verkopen nu ook rechtstreeks aan Westerse consumenten via platforms zoals Temu, Shein en TikTok Shop, tegen disruptief lagere consumentenprijzen.
Arbeidsomstandigheden in lokale context
Chinezen zijn in een sterk concurrerende arbeidsomgeving bereid heel hard te werken met een focus op welvaart om zo hun toekomst veilig te stellen. Er is veel aandacht voor de arbeidsomstandigheden in Chinese fabrieken. Tegelijkertijd wordt dit in China anders ervaren dan in Westerse landen. Veel Chinezen zijn bovenal trots op de ontwikkeling die het land heeft doorgemaakt in de afgelopen decennia.
Bewuster consumeren
In het Westen moeten we ons vooral blijven afvragen: wie blijft al die spullen kopen? Wie kan het niet laten liggen omdat het zo goedkoop is? In de kern is ons eigen consumptiegedrag een veel grotere bedreiging voor de planeet dan de Chinese bedrijven, apps, platforms en webshops die dat faciliteren.
Voor consumenten geldt dus: duurzamer is vooral minder kopen of tweedehands kopen. Als je toch iets koopt, kies dan bewust voor producten die langer meegaan, repareer in plaats van weggooien, en denk na over hoe het product het beste kan worden verwerkt als het aan het einde van zijn levenscyclus is.
We schetsen in nauwe samenwerking met expert Ed Sander (艾德) en Mathijs de Boer (Head International Desk Asia) een genuanceerd beeld van China als de 'fabriek van de wereld' die een beweging maakt naar het Westen en dagen de lezer uit om na te denken over mogelijke kansen, bedreigingen, vooroordelen en (eventueel onjuiste) aannames.
Lees meer:
Een duurzame toekomst voor detail- en groothandel
De verwachting is dat de sector de komende twee jaar een beperkte groei zal doormaken. De prijzen zullen naar verwachting in een aantal deelsectoren nog stijgen, iets waar een retailgrootmacht als China op in kan spelen met flink lagere consumentenprijzen. De bal ligt in het Westen: zijn wij bereid om ons consumptiegedrag aan te passen en minder bij Chinese bedrijven te kopen? Het online koopgedrag lijkt in ieder geval niet af te nemen, zeker niet nu een steeds groter deel van de bevolking meer ‘internetrijp’ is. Nieuwe Europese richtlijnen zoals het recht op reparatie stemmen in ieder geval positief: de transitie naar een duurzamere toekomst lijkt ingezet.
Rabobank als kennispartner en verbinder
Rabobank gelooft dat kansen beter te pakken zijn vanuit samenwerking en krachten bundelen. Daarom brengen we met ons grote netwerk ondernemers bij elkaar, delen we kennis en investeren we in nieuwe mogelijkheden. Vanuit onze coöperatieve mentaliteit zoeken we naar oplossingen waar iedereen beter van wordt, zodat ondernemers duurzaam kunnen groeien. Wij geloven in de noodzaak om innovatie, digitalisering en verduurzaming binnen het Nederlandse bedrijfsleven aan te jagen en geven daarmee invulling aan onze maatschappelijke rol als coöperatieve bank.
Ben je ondernemer en wil je sparren over jouw toekomst of pad naar innovatie, digitalisering of verduurzaming? Neem dan contact op met je accountmanager.