Onderzoek
Economisch herstel verschilt sterk tussen Nederlandse regio’s
Groot-Amsterdam en Brainport Eindhoven zijn waarschijnlijk de trekkers van het economisch herstel in 2021. In delen van het noorden en een aantal kustregio’s is de groei lager. Wel verwachten we overal groei; een opsteker na een zwaar coronajaar.
De Nederlandse economie ondervindt vooral in het eerste kwartaal van 2021 nog hinder van de strenge lockdown, maar zal daarna vlot herstellen. Daarbij gaan we ervan uit dat het kabinet vanaf het tweede kwartaal versoepelingen doorvoert en dat aan het begin van het vierde kwartaal alle maatregelen zijn losgelaten. Vermoedelijk groeit de economie dit jaar met 2,1 procent. Daarmee is zij eind dit jaar weer op het niveau van eind 2019. Wel zien we grote verschillen tussen sectoren. De sterkste groeiers zijn dit jaar de horeca, gevolgd door de zorg, de transportsector, de industrie en de sector informatie en communicatie. Voor het onderwijs en de agrarische sector voorzien we een beperkte groei en de productie in de bouw daalt dit jaar door de aanhoudende stikstofproblematiek. Samen met specifieke regionale kenmerken zorgen deze sectorverwachtingen voor uiteenlopende herstelpaden voor de veertig Nederlandse regio’s.
Groot-Amsterdam en Brainport Eindhoven trekkers van de economie
De economie zal dit jaar in elke regio groeien. De enige uitzondering hierop is Overig Groningen. Hier doet de daling van de gaswinning de groei in de andere sectoren teniet. Laten we de gaswinning echter buiten beschouwing, dan kan de regio een groei verwachten van rond het landelijke gemiddelde. Ook hier kunnen we dus spreken van herstel.
Groot-Amsterdam heeft een zeer gunstig vestigingsklimaat en dit verklaarde voor een groot deel de ver bovengemiddelde groei in de jaren voor de pandemie. Hier plukt de regio de komende tijd zeer waarschijnlijk weer de vruchten van. Daar staat tegenover dat Groot-Amsterdam relatief veel hinder ondervindt van de huidige lockdown, wat het herstel remt. Dit zien we terug in de transactiedata. Per saldo verwachten we echter dat de regionale groei over het hele jaar hoger dan gemiddeld uitpakt. Ook Zuidoost-Brabant (Brainport Eindhoven) profiteerde de jaren voor de crisis van gunstige regionale omstandigheden en doet dat dit jaar waarschijnlijk weer. Daarnaast is het grote aandeel van de industrie in Zuidoost-Brabant gunstig, want voor die sector verwachten we een bovengemiddelde groei.
Nog vier regio’s springen er in positieve zin uit. Zuid-Limburg, Zuidwest-Friesland en Zuidwest-Overijssel zijn alle drie regio’s met veel industrie die profiteren van het herstel in deze sector. In Het Gooi en Vechtstreek is in de afgelopen maanden gebleken dat de effecten van de lockdown relatief meevallen.
Lagere groei in het noorden en aan de kust
Regio’s met een lagere prognose zijn onder meer IJmond en Delfzijl en omgeving. Dit zijn typische industriegebieden en hebben daarmee een gunstige economische structuur. Dat draagt bij aan de groeiverwachting. Door een minder gunstig ondernemingsklimaat maakten zij die verwachting de afgelopen jaren echter niet waar. Als we daar rekening mee houden, beperkt dat de prognose in die gebieden behoorlijk. Dit geldt ook voor de andere regio’s met een lage prognose: Leiden en Bollenstreek, Noord-Friesland, Zaanstreek, Zuidoost-Zuid-Holland en Zuidwest-Drenthe. De groei is daar over het algemeen lager dan je op grond van de economische structuur zou verwachten.
Wat verklaart de regionale groeiverschillen?
De regionale verschillen in economische groei waren in de afgelopen decennia groot. Dit is deels toe te schrijven aan verschillen in de economische structuur. Gebieden met grote groeisectoren hadden een beter uitgangspunt voor groei dan gebieden met veel bedrijven in sectoren die krimpen of minder hard groeien. Dit wordt het sectoreffect genoemd. Regionale groei blijkt echter nog meer af te hangen van specifieke regionale omstandigheden. Voorbeelden zijn de voordelen die bedrijven ontlenen aan de nabijheid van kennisinstellingen, de kwaliteit van de beroepsbevolking, het gunstige leefklimaat en een goede bereikbaarheid. Andersom, als deze zaken niet op orde zijn, kunnen ze de groei van de regio remmen. Het effect van deze regionale omstandigheden op de economie is het zogeheten regio-effect.
In de regionale prognoses houden we met beide effecten rekening. Het sectoreffect berekenen we aan de hand van onze sectorprognoses en de economische structuur van regio’s. Het regio-effect schatten we op basis van de gerealiseerde economische groeicijfers tussen 2014 en 2018. We gaan ervan uit dat regio’s met een gunstig regio-effect in die periode dit jaar sneller zullen herstellen. Ze hebben immers gunstige regionale omstandigheden voor groei. Tot slot gebruiken we transactiedata als een indicatie voor de ontwikkeling van de recente economische activiteit van sectoren in een regio. De ene regio ondervindt namelijk meer hinder van de huidige lockdown dan de andere. Ook belangrijk om te vermelden is dat binnen een sector verschillen tussen deelsectoren schuil kunnen gaan. Het gaat dan om specifieke branches of grote bedrijven met een bepaald specialisme. In onze prognoses houden we daar niet specifiek rekening mee. Wel zitten deze effecten voor een belangrijk deel in het regio-effect.