Update
Duurzaam vastgoed is de norm
De gebouwde omgeving veroorzaakt 35 tot 40% van de totale CO2-uitstoot. Dat percentage moet de komende jaren omlaag en dat beseffen steeds meer partijen zich. Verduurzaming van vastgoed is geen hype meer, het is de toekomst waar we ons met het Parijs-akkoord aan hebben verbonden. Dat maakt ook dat de klimaatopgave een einddatum heeft: in 2050 moeten onze gebouwen energieneutraal zijn. Tegelijkertijd is haast geboden. Hoe langer we wachten, hoe moeilijker het wordt om de beoogde reductie op tijd te behalen en hoe meer de kosten stijgen. Het is dus voor iedereen van belang om de verduurzamingsoperatie te versnellen. Lees hier wat jij kunt doen.
Verduurzaming gaat niet snel genoeg
Iedereen heeft baat bij verduurzaming. De meeste mensen zien dat ook in maar toch gaat verduurzaming nog lang niet snel genoeg. Twee zaken staan ons in de weg. Allereerst denken we vaak aan de korte termijn. Onze hersenen zijn gemaakt om praktische oplossingen te bedenken voor dagelijkse problemen. De toekomst is minder concreet en verliezen we snel uit het oog. In plaats van ons te richten op de collectieve winst op lange termijn, vragen we ons af wat een investering nu kost en wat de terugverdientijd is. Vervuiling is gratis, verduurzaming niet. Tenminste, zo lijkt het.
Het tweede punt heeft te maken met eigenaarschap. We zijn samen verantwoordelijk voor klimaatverandering en zo ook voor de reductie van CO2-uitstoot. Als individuen schuiven we de verplichting om in actie te komen al snel door naar de overheid. We wachten op regels voordat we zelf iets doen. Een voorbeeld is de C-labelplicht voor kantoorpanden. Op 1 januari 2023 moeten de meeste kantoren minimaal over een C-label beschikken om als kantoor gebruikt te mogen worden. Volgens RVO waren er begin 2021 ongeveer 65.000 kantoren (op een totaal van 100.000) die moeten voldoen aan deze verplichting. Daarvan hebben ongeveer 25.000 kantoren (38%) een groen label (C of beter). Sinds 2017 neemt dit aantal jaarlijks met 8% toe. Als dit tempo niet versnelt, voldoen in 2023 ‘slechts’ zo’n 30.000 kantoren aan de verplichting. Zo’n 7.500 kantoren (12%) hebben een geregistreerd label D of slechter en voor de overige panden weten we het niet precies omdat er nog geen label geregistreerd is. Veel kantoorbeleggers wachten af en moeten straks hard aan het werk om op tijd aan de verplichting te voldoen. Uiteindelijk zal dat vooral de onderkant van de markt raken waar investeringen niet of maar moeizaam kunnen worden terugverdiend.Verduurzaming is een maatschappelijke taak met een einddatum
Door ons te verbinden aan het Parijs-akkoord hebben we een gezamenlijk einddoel: nagenoeg CO2-neutraal in 2050. Dat lijkt ver weg, maar recente juridische uitspraken zoals in de Klimaatzaak van Urgenda tegen de Nederlandse Staat (2019) en Milieudefensie tegen Shell (2021) maken duidelijk dat we sneller moeten handelen. Dat geldt ook voor vastgoed. Als we kijken naar het eerdere voorbeeld van de kantorenmarkt, dan kunnen we concluderen dat het positief is dat alle kantoren straks over minimaal een C-label moeten beschikken. Vastgoedeigenaren moeten echter ook beseffen dat dit slechts een tussenstap is. In 2023 moeten kantoren een C-label hebben, maar uiteindelijk is ook dat niet meer goed genoeg. Als je investeert in verduurzaming is het dus slimmer om van label D naar A te gaan, dan van D naar C. Op lange termijn red je het daar namelijk niet mee.
“Het einddoel: in 2050 CO2-neutraal”
Het zijn vooral grote beleggers die de lat hoger leggen dan waar de overheid hen toe verplicht. Dat geldt voor afzonderlijke gebouwen, maar ook voor hun gehele portefeuille. Dat leidt dan tot de ambitie om bijvoorbeeld in 2040 of 2045 een volledig energieneutrale vastgoedportefeuille te hebben. Vooral grote beleggers lijken te beseffen dat duurzame gebouwen de standaard worden en dus ook meer waardevast zijn. Andere voordelen van duurzame gebouwen zijn dat ze tot minder uitstoot en (materiaal)verspilling leiden, water beter vasthouden en zorgen voor een betere luchtkwaliteit. Ook gebruikers ervaren voordelen want zij hebben baat bij een gezond binnenklimaat en een aantrekkelijke leefomgeving.
Verduurzaming is uiteindelijk een kwestie van gewoon doen
Verduurzaming is een collectief doel met een einddatum. En die datum komt steeds dichterbij. De belangrijkste stap naar een CO2-neutrale gebouwde omgeving is het omdenken bij mensen en de wil om echt iets te veranderen. Dat geldt dan vooral voor het verduurzamen van bestaande gebouwen. Voor nieuwbouw is die wil minder belangrijk. Er gelden steeds strengere duurzaamheidsregels die partijen dwingen om daar in mee te gaan. Van steeds betere isolatie en zuinigere installaties tot aan energieopwekking. Ook met natuurlijk materiaalgebruik is veel winst te behalen.
De grootste uitdaging ligt dus in het verduurzamen van bestaande gebouwen. Elke situatie is anders, maar het advies aan eigenaren is om de eigen portefeuille goed te bekijken. Waar zitten de quick-wins en waar de grotere? Werk dat uit in een stappenplan, zodat je weet wat er qua verduurzaming moet gebeuren en in welke volgorde. Ook kan er per stap worden bekeken welke investering nodig is, of er wellicht subsidiemogelijkheden zijn en wat de terugverdientijd is. Hoe zo’n stappenplan er exact uitziet is niet het belangrijkste. Het is vooral een kwestie van erover nadenken, opties op een rij zetten en uiteindelijk van gewoon doen.
Toch hulp nodig? Lees dan Case: slim verduurzamen met een gezonde businesscase.
Wil je meer van dit soort voorbeelden lezen? Ga naar hoofdstuk 2 van het bouw- en vastgoedbericht 2021.