Update
Herstel Nederlandse economie zet door
De afgelopen maand kreeg Nederland met verschillende tegenslagen te maken. Niet alleen waren er grote overstromingen in Limburg, ook draaide de overheid een aantal versoepelingen terug omdat het aantal coronabesmettingen fors opliep. Daarmee waren de eerdere versoepelingen, zoals het heropenen van de discotheken en doorgaan van festivals, van korte duur. Op de Nederlandse economie als geheel hebben deze wijzigingen in lockdown-maatregelen echter een kleine impact.
Omdat het aantal besmettingen inmiddels weer daalt en de bezetting van de IC-bedden niet zo fors is opgelopen als het aantal besmettingen, verwachten wij geen verdere aanscherpingen in de maatregelen. Wij blijven dan ook bij onze eerdere aannames dat in het laatste kwartaal van dit jaar voldoende mensen gevaccineerd zullen zijn, waardoor de overheid de maatregelen die de economische activiteit beperken, kan loslaten.
Met het steeds verder opengaan van de economie verwachten we dat deze in het derde kwartaal weer op het pre-coronaniveau is en voorzien we een bbp-groei van 3,5 procent j-o-j in 2021.
Economisch herstel zet door
In mei hebben we de versoepelingen van de maatregelen teruggezien in het verdere herstel van de consumptie. Deze is met 8,8 procent j-o-j toegenomen. Uit onze transactiedata blijkt dat dit herstel heeft doorgezet in juni. Voor dit jaar verwachten we dat de consumptie met 2,5 procent j-o-j groeit.
Ook het herstel op de arbeidsmarkt heeft doorgezet: de werkloosheid is in juni verder gedaald naar 3,2 procent. Wel verwachten we dat de werkloosheid aan het eind van dit jaar iets zal oplopen als de steunpakketten na het derde kwartaal aflopen. Dit zou de groei van de consumptie wat kunnen temperen.
Daarnaast is ook de export verder hersteld in mei, die groeide met liefst 34 procent j-o-j. Dit duidt grotendeels op economisch herstel van onze belangrijkste handelspartners. De opverende export zien we terug in de productie van de Nederlandse industrie, die verweven is in de internationale waardeketens. De industriële productie lag aan het begin van dit jaar alweer op pre-coronaniveau en is in mei verder gegroeid met ongeveer 1 procent m-o-m, ondanks verstoringen in de toeleveringsketens (figuur 1). We verwachten dat de sector dit jaar met 4,5 procent in toegevoegde waarde toeneemt. Maar zorgen om de beschikbaarheid en prijzen van grondstoffen blijven.
Lagere inflatie in juli
Wereldwijd hebben de verstoringen in de toeleveringsketens geleid tot grondstoftekorten en hogere grondstofprijzen. Deze hogere inkoopkosten zullen de Nederlandse bedrijven waarschijnlijk deels doorberekenen aan de consument. Zo zijn er bijvoorbeeld al speculaties of supermarkten hun prijzen zullen verhogen. Het gewicht van voeding en alcoholvrije dranken in de inflatie is ongeveer 16 procent, waarmee het een van de zwaarst wegende bestedingscategorieën is.
Tegelijkertijd zijn de sociale huurprijzen bevroren van 1 juli 2021 tot 30 juni 2022. Dit drukt de inflatie, want ook de prijzen voor huisvesting wegen zwaar mee in het consumentenmandje. Bovendien zien we dat de vraagtoename door een opengaande economie nog niet echt tot een algemene opwaartse prijsdruk leidt. We hebben dan ook gezien dat de consumentenprijzen in juli maar met 1,4 procent j-o-j toenamen, minder dan de 1,7 procent j-o-j in juni.
We gaan ervan uit dat de factoren die voor de opwaartse inflatiedruk zorgen tijdelijk zijn. Samen met de bevriezing van de sociale huurprijzen verwachten we daarom geen verdere stijging van de consumentenprijsindex, zoals we die in de eerste helft van dit jaar hebben gezien. We voorzien daarom een jaarlijkse inflatie van 1,8 procent in 2021.