Update
Hoe gaat het met de Nederlandse consumptie? Een blik op transactiedata
Op deze pagina geven we regelmatig inzicht in het consumptiegedrag van Nederlanders met analyses op basis van geaggregeerde transactiedata van Rabobank.
De aangescherpte maatregelen om de coronapandemie te beteugelen, laten opnieuw hun sporen na in de consumptie van Nederlandse huishoudens. Transactiedata laten namelijk zien dat de consumptie in december 2021 ruim 5 procent lager lag dan in december 2019 (figuur 1). We vergelijken in eerste instantie met 2019, omdat in december 2020 vergelijkbare beperkende maatregelen golden als nu. Daarvan heeft de sluiting van horeca en niet-essentiële winkels de grootste impact op de consumptie. Het beeld van huishoudbestedingen in december is dan ook beduidend slechter dan in recente voorgaande maanden. Dat is overigens niet volledig te wijten aan de nieuwe lockdown. Ook de hogere inflatie (6,4 procent in december) zet een rem op de uitgaven. Het dalende consumentenvertrouwen ondersteunt dit verslechterde beeld.
Vooral impact in tweede helft december
De huidige lockdown gold niet voor de gehele maand december. In de eerste weken van december hadden we ‘slechts’ te maken met een avondlockdown, en pas vanaf 19 december sloten onder andere horeca, niet-essentiële winkels en culturele locaties hun deuren vrijwel volledig. De daling ten opzichte van december 2019 was in de laatste twee weken van de maand met zo’n 6 tot 8 procent dan ook forser dan de daling in de eerste twee weken van december (figuur 2). De impact van de avondlockdown op de totale consumptie was namelijk beperkt, omdat die zich vooral concentreerde in de horeca. Wanneer de huidige lockdown in januari langer blijft gelden, leidt dit daarom onvermijdelijk tot een grotere krimp van de totale consumptie dan in december.
Positief is dat de krimp van ruim 5 procent in december ten opzichte van 2019 kleiner is dan die in december 2020. In december 2020 was de consumptie nog 8,6 procent lager dan in december 2019. Ten opzichte van december 2020 steeg de consumptie in december 2021 zelfs met zo’n 4 procent. Dit komt overigens deels doordat horeca, musea en restaurants in december 2020 wel de gehele maand gesloten waren.
Uitgavencategorieën vertonen wisselend beeld
Het betere beeld dan vorig jaar is niet toe te wijzen aan één specifieke uitgavencategorie. De elektronische uitgaven aan alle uitgavencategorieën die relatief hard worden geraakt door de lockdown, laten een kleinere terugval zien dan een jaar geleden (figuur 3). Denk hierbij aan uit eten en drinken, kleding en sieraden, en sport. De categorie ‘vakantie’ springt er wel uit. Waar de krimp vorig jaar nog bijna 80 procent was, blijft deze nu beperkt tot een kleine 20 procent. Sommige categorieën laten zelfs een lichte groei zien, zoals ‘verzorging en gezondheid’. Of de totale uitgaven aan deze categorieën ook echt toenemen, weten we niet zeker. Veel uitgaven zijn namelijk verschoven van contant naar elektronisch. Ook corrigeren we de uitgaven per categorie niet voor inflatie (zie ook de onderzoeksverantwoording).
Ook enkele uitgavencategorieën die aan het begin van de pandemie juist profiteerden, ontkomen – net als in de vorige winter – niet aan de gevolgen van de winkelsluiting (figuur 4). Het gaat dan bijvoorbeeld om ‘huishouden en elektronica’ en ‘tuin en dier’. Ook hier lijkt de impact echter kleiner dan een jaar eerder. De categorie ‘boodschappen’ blijft juist hard groeien. Supermarkten en andere voedingsmiddelenwinkels zijn immers open en vormen deels een alternatief voor de gesloten horeca.
Onderzoeksverantwoording
Voor de berekeningen van de consumentenuitgaven gebruiken we transactiedata van Rabobank. Het gaat om betalingen op geaggregeerd niveau, die door de onderzoekers niet herleidbaar zijn tot de klant. Om de totale consumptie te berekenen (zoals in figuur 1 en 2), nemen we alle typen betalingen mee. Hierdoor kunnen we ook rekening houden met bijvoorbeeld de verschuiving naar online aankopen die tijdens de lockdown plaatsvindt. De specifieke consumptiecategorieën (zoals in figuur 3 en 4) beslaan enkel elektronische betalingen; opname van contant geld is toegewezen aan de consumptiecategorie ‘contant’ (niet weergegeven). Dit vertekent de ontwikkeling van de uitgaven aan specifieke consumptiecategorieën opwaarts, want mensen doen steeds meer uitgaven elektronisch in plaats van contant.
De totale consumptie-uitgaven corrigeren we voor inflatie met behulp van de Geharmoniseerde Consumenten Prijs Index (HICP) van het CBS. We passen geen inflatiecorrectie toe op de subcategorieën van de uitgaven, omdat het CBS andere definities van consumptiecategorieën hanteert. Verder corrigeren we voor verschillen in aantallen en typen koopdagen in de maand, omdat het consumptiegedrag op bijvoorbeeld een zaterdag anders is dan op een maandag.