Inhoudsopgave
Dit artikel is onderdeel van:
Economisch Kwartaalbericht - september 2024Update
Regioprognoses: groei-impuls voor dienstenregio's
De verwachte economische groei verschilt meer dan anders per regio. In regio’s met veel diensten, Groot Amsterdam voorop, groeit de economie. Maar industriële regio’s groeien niet of nauwelijks en krijgen soms te maken met krimp.
In het kort
Ondanks de hoge economische groei in het tweede kwartaal verwachten we dit jaar een beperkte bbp-groei van 0,6%. Deze groei verschilt per sector en is naar verwachting het hoogst in de zorg, de informatie & communicatie (met daarbinnen vooral de ICT) en de specialistische zakelijke dienstverlening. Denk daarbij aan advocatenkantoren, adviesbureaus en notarissen. We verwachten juist krimp in de landbouw, de logistiek, de industrie en met name de bouw. Vooral in de productiesectoren is het economische vooruitzicht dus minder rooskleurig.
Omdat het belang van sectoren in de economie verschilt tussen regio’s, werken de sectorale groeiverschillen door in onze verwachtingen voor de veertig Nederlandse regio’s. Regio’s met veel zakelijke diensten, zorg en/of ICT kunnen profiteren van de groeiende vraag naar hun diensten. In gebieden waar de sectoren die naar verwachting krimpen relatief groot zijn, verwachten we minder groei of zelfs krimp. Het zijn juist de industrie, de ICT en de specialistische zakelijke dienstverlening die sterk verschillen per regio, waardoor de verwachte regionale groeiverschillen dit jaar groter zijn dan anders.
Diensten stuwen groei, vooral in Groot-Amsterdam
Regio’s met veel ICT- en specialistische zakelijke dienstverlening kunnen dit jaar een groei-impuls verwachten vanuit die sectoren. Uitschieters op dat gebied zijn Regio Den Haag, Utrecht en vooral Groot-Amsterdam. Het aandeel van beide sectoren samen beslaat in en rondom de hoofdstad maar liefst een kwart van de totale economie, terwijl dit landelijk 14% is. Dit draagt daar flink bij aan de hoge verwachte groei. In mindere mate geldt dat ook voor Utrecht en Regio Den Haag.
Toch is het effect van regionale omstandigheden groter dan dit zogenoemde sectoreffect. De economie van Groot-Amsterdam profiteert al jaren van specifieke kenmerken van de omgeving, zoals de nabijheid van Schiphol, de vele onderwijsinstellingen die een continue stroom van werknemers leveren, en de hoge dichtheid van kennisnetwerken. Al met al is de verwachte groei in Groot-Amsterdam met ruim 2% verreweg het hoogst van alle regio’s (zie figuur 1).
De groei in productiegebieden blijft achter
Regio’s met veel bedrijven in productiesectoren, zoals de landbouw, de bouw en de industrie, kunnen een lagere economische groei of zelfs krimp tegemoet zien. Voorbeelden daarvan zijn Zuidwest-Friesland, Delfzijl en omgeving, IJmond, Zeeuws-Vlaanderen en de Achterhoek. Deze regio’s hebben allemaal een grote industriesector. Bovendien was de groei in deze regio’s de afgelopen vijftien jaar lager dan op grond van hun economische structuur mocht worden verwacht. Daarom voorzien we voor deze gebieden krimp in 2024. Ook Oost-Groningen, Twente, Noord- en Zuid-Limburg en de Brabantse regio’s huisvesten relatief veel industrie en groeien daardoor waarschijnlijk beperkt. Zuidoost-Brabant is hierop een uitzondering.
Zuidoost-Brabant (Brainport Eindhoven) is ook een regio met bijzonder veel industrie en heeft zich de laatste decennia ontpopt als een stabiele groeiregio en drager van de Nederlandse economie. Juist de industrie, en daarbinnen de machinebouw in het bijzonder, droeg daaraan bij. Natuurlijk speelt het succes van ASML daarin een grote rol. ASML geeft echter zelf aan dat 2024 een overgangsjaar zonder omzetgroei zal zijn. Tegelijkertijd staat het bedrijf met de goedgekeurde uitbreidingsplannen groei te wachten in de jaren na 2024. Bovendien is het ecosysteem dat in de regio is opgebouwd groter dan ASML, en dat staat niet zomaar stil. Dit alles bij elkaar maakt de economische groeiprognose voor de regio erg onzeker.
Sterk verstedelijkte en economisch omvangrijke regio’s groeien harder
De kaart in figuur 1 toont een vrij grillig patroon. We kunnen niet zeggen dat bepaalde delen van Nederland waarschijnlijk harder zullen groeien dan andere. In alle windstreken komen regio’s met krimp of lage groei voor en regio’s met hoge groei. Zoals hierboven beschreven, zien we wel dat industriegebieden over het algemeen met krimp of lage groei te maken hebben.
Een andere indeling van regio’s is op basis van omvang en dichtheid (zie figuur 3 en 4). We schreven al vaker over de hoge economische groei in Groot-Amsterdam en Brainport Eindhoven, zowel terugkijkend als in onze verwachtingen. In beide gevallen zijn regionale kenmerken doorslaggevend in die groeicijfers. En die omstandigheden hangen samen met onder meer de dichtheid en omvang van de regionale economie (zie figuur 2). In de figuur zijn de veertig regio’s gegroepeerd in drie groepen: de tien regio’s met de grootste omvang/hoogste dichtheid van de economie, de tien regio’s met de kleinste omvang/laagste dichtheid en de twintig overige regio’s, de middengroep. De gemiddelde jaarlijkse economische groei sinds 2010 en onze verwachting voor dit jaar zijn flink hoger in de groep met een grote omvang/hoge dichtheid.