Medewerker in de horeca bezig met papieren

Verkoopprijs berekenen: hoeveel vraag je?

Je verkoopprijs berekenen én bepalen is een belangrijk onderdeel van het ondernemen. Niet te duur, maar zeker ook niet te goedkoop: wat is de ideale prijs voor je product of dienst? In dit artikel lees je 5 prijsstrategieën die je als ondernemer kunt toepassen.

Waar bestaat een verkoopprijs uit?

Vóórdat we een aantal voorbeelden van prijsstrategieën geven, zetten we even kort op een rij waar een verkooprijs uit bestaat. In dit onderdeel leggen we uit uit welke onderdelen de verkoopprijs bestaat én hoe je die berekent op basis van het winstpercentage.

Vergeet in de verkoopprijs je specialisme niet

Jouw specialisme en unieke toegevoegde waarde zijn misschien wel de belangrijkste factoren om je prijs mee te bepalen: daar maak je namelijk het verschil mee en mag je ook een goede prijs voor vragen. Voor de bepaling van je uurtarief als zzp'er is het raadzaam om je vaste lasten, ondernemerskosten én het aantal declarabele uren te verrekenen.

De ideale methode hangt sterk af van het product dat je biedt en de markt waarin je bedrijf actief is. Prijsvechters houden vooral de concurrentie in het vizier.

Wil je een meer exclusieve uitstraling, dan heeft de prijsgevoeligheid van potentiële klanten een belangrijkere rol. Veel ondernemers kiezen voor een combinatie van verschillende strategieën.

Verkoopprijs 1: Directe kostenberekening

De directe kostenberekening houdt alleen rekening met variabele kosten, zoals ingrediënten, inkoop, en transport. Vaste lasten, zoals pandhuur en verzekeringen, worden buiten beschouwing gelaten.

Dit maakt het eenvoudiger om te concurreren, maar er bestaat een risico dat je structureel een te lage prijs rekent. Deze methode is geschikt voor bedrijven die in staat zijn om volume te draaien in competitieve markten.

Verkoopprijs 2: Integrale kostenberekening

Bij de directe kostenberekening laat je de vaste bedrijfskosten buiten beschouwing. Bij de integrale kostenberekening houd je daar wél rekening mee.

Tel de vaste lasten en variabele kosten van 1 maand bij elkaar op en stel vast wat je in diezelfde periode ongeveer verkoopt. Nu kun je de prijs uitrekenen die minimaal nodig is om uit de kosten te komen. De marge is je winst.

Verkoopprijs 3: ABC-methode

Activity Based Costing heet deze methode voluit geschreven, al wordt eigenlijk alleen de afkorting gebruikt. Net als de integrale kostenberekening houdt ook de ABC-methode rekening met de vaste lasten en variabele kosten. Toch is er een belangrijk verschil.

Hier bepaal je namelijk eerst de kosten per afdeling of bedrijfsactiviteit. Dan bereken je voor elk product hoeveel er van die afdeling of activiteit gebruik is gemaakt. Zo kom je uiteindelijk tot een kostprijs per product. Doe daar een marge bovenop en je hebt een verkoopprijs.

    Voordeel: omdat je per afzonderlijk product de kosten berekent, krijg je waarschijnlijk een eerlijk beeld Nadeel: er zijn afdelingen die niet direct bijdragen aan het product, die kosten worden vergeten

Verkoopprijs 4: De prijs van de concurrent

Bij deze prijsmethode kijk je vooral naar de concurrentie. Wat vragen zij voor hun product? Aan de hand daarvan kies jij vervolgens een prijsstrategie. Wil je in de markt bekend staan als prijsvechter, dan duik je eronder. Met een hogere prijs zet je jezelf neer als exclusief.

    Voordeel: je positioneert je bedrijf op de door jezelf gekozen plek Nadeel: het is de vraag of je op deze manier ook winstgevend bent

Verkoopprijs 5: De prijsgevoeligheidsmeter

De prijsgevoeligheidsmeter kijkt niet naar je eigen productieproces of de concurrentie. Deze methode onderzoekt wat je doelgroep bereid is om voor je product te betalen.

Dat kan met een enquête, waarin je klanten vraagt wat ze een redelijk bedrag vinden en wanneer je product in hun ogen echt te duur wordt. Zet een streep door de uitschieters en pak van alle overgebleven antwoorden vervolgens het gemiddelde. Nu heb je je verkoopprijs te pakken.

    Voordeel: je prijs is precies afgestemd op de wensen van je doelgroep Nadeel: mogelijk kom je niet uit de kosten

Verkoopprijs 6: Lokaasmodel of abonnementen

Naast de vijf verkoopprijzen die hierboven benoemd zijn, kun je ook nadenken over een alternatief verdienmodel. Door je product of dienst op verschillende manieren of in varianten aan te bieden, kun je spelen met je verkoopprijs en met de winst die je maakt.

Lokaasmodel

Interessant is bijvoorbeeld een 'lokaasmodel'. Hierbij behaalt de fabrikant hoge winsten door de verkoop van dure benodigdheden bij een product, zoals koffiecups of printercartridges. Het apparaat zelf, de koffieautomaat of printer, zet het bedrijf daarbij juist relatief voordelig in de markt.

    Voordeel: Het lokaasmodel kan resulteren in hogere winstmarges, omdat de initiële prijs van het hoofdproduct lager is, waardoor het aantrekkelijker wordt voor klanten om additionele producten aan te schaffen. Nadeel: Klanten kunnen ontevreden zijn als ze ontdekken dat ze na de aankoop van het apparaat extra kosten moeten maken voor dure accessoires.

Verkoopprijs 7: Abonnementenmodel

Een verdienmodel waarbij de verkoopprijs wordt bepaald aan de hand van het succes van de klant, is het ‘abonnementenmodel’. Denk aan Mailchimp, waarbij klanten gratis kunnen instappen en eenvoudige nieuwsbrieven versturen naar hun abonnees.

Groeit de klant, dan betalen ze voor extra features. Ze betalen dan per maand een bedrag, en vaak ook nog eens op basis van het aantal abonnees op hun nieuwsbrief. De prijs (en de winst) groeit bij dit model dus met de klant mee.

    Voordeel: Naarmate klanten groeien en een groter abonnement nodig hebben, blijven ze maandelijks betalen voor de extra diensten. Nadeel: Als klanten niet groeien of geen gebruik maken van additionele diensten, kan dit leiden tot lagere inkomsten

Veelgestelde vragen