Update
Sectorprognoses: meevallers en uitdagingen
In deze Sectorprognoses richten wij ons op de vooruitzichten voor dit en volgend jaar: een periode met een bescheiden economische groei. Het acute recessie-gevaar is geweken. Dat geeft ondernemers enige ruimte om in te spelen op de vele uitdagingen – van schaarste aan personeel en materialen tot een versnelling van de klimaat- en energietransitie.
Meevallers en bescheiden groeiverwachting
Dankzij de positieve groeicijfers van het laatste kwartaal van 2022 is er geen recessie. Een combinatie van factoren heeft bijgedragen aan deze meevaller. Zo was er gedurende het hele jaar nog sprake van inhaalbestedingen na corona – vooral aan horeca en recreatie. En hoewel meer huishoudens problemen hebben om rond te komen, werd de inflatiepijn verlicht door een breed pakket aan koopkrachtmaatregelen, een zachte winter en dalende energieprijzen. Veel bedrijven bleken zeer veerkrachtig en lieten mooie winstcijfers zien. De werkgelegenheid nam toe. In economische zin valt de blijvende corona-schade mee.
In het licht van deze gunstige ontwikkelingen is ons economisch beeld positiever geworden en gaan wij nu uit van een groei van 2,0 procent in 2023 en 0,9 procent in 2024, zoals beschreven in ons nieuwe Economisch Kwartaalbericht. Na de piek van 2022 verwachten we dat de inflatie in de loop van 2023 geleidelijk daalt, om uit te komen op gemiddeld 5 procent. De hoge energiekosten zijn inmiddels (deels) verwerkt in prijzen van vrijwel alle goederen en diensten en zetten druk op de loononderhandelingen. Of de loonstijging voldoende is om de inflatie bij te houden, is overigens sterk afhankelijk van de manier waarop de inflatie wordt berekend.
Voor 2024 verwachten we een inflatie van 4,4 procent. We nemen aan dat het kabinet het prijsplafond in afgeslankte vorm voortzet en zal proberen om de koopkracht van de laagste inkomens meer gericht te ondersteunen. Linksom of rechtsom leidt de langdurig hoge inflatie tot een kleinere bestedingsruimte van huishoudens en bedrijven, met als gevolg een lage groei of tijdelijke krimp van de huishoudconsumptie, bedrijfsinvesteringen en woninginvesteringen.
Investeren voor de lange termijn
De uitdagingen voor ondernemers blijven op de langere termijn fors. Hoewel de energieprijzen niet meer torenhoog zijn, verwachten we dat deze niet meer zullen dalen naar de niveaus van vóór de oorlog in Oekraïne. Wil Europa in de toekomst niet opnieuw afhankelijk worden van goedkoop Russisch gas, dan staat het voor de opgave om het goedkope pijpleidinggas te vervangen door het duurdere LNG en de energietransitie te versnellen. Deze opgave raakt vooral de energie-intensieve sectoren, zoals de industrie, glastuinbouw en visserij.
Het is door de stijgende rentes wel duurder geworden om te investeren. Dat raakt een grote groep bedrijven. Zo zijn er bedrijven die willen investeren in de energietransitie of energiebesparing, bedrijven die per definitie zeer kapitaalintensief zijn - zoals delen van de bouwsector- en bedrijven die willen investeren in arbeidsbesparende technologie.
De arbeidsmarkt blijft immers krap en de arbeidsparticipatie heeft records bereikt. Omdat het arbeidsaanbod nog nauwelijks stijgt, vissen werkgevers met openstaande vacatures in toenemende mate in dezelfde vijver. Rendabele sectoren en goed geleide bedrijven zullen erin slagen om de lonen te verhogen en zo nodig personeel weg te kapen bij de concurrent. Het lukt hen ook om te investeren in goed personeelsmanagement en in productiviteitsverhogende technologie. Dit laatste is overigens wel een uitdaging in arbeidsintensieve sectoren zoals de horeca en de zorg.
Bedrijven die krap bij kas zitten of minder gunstige vooruitzichten hebben, hebben meer moeite om voldoende te investeren en personeel aan te trekken en te behouden. Op termijn zullen deze bedrijven krimpen of zelfs hun activiteiten moeten staken. Dat is weliswaar een hard gelag voor de desbetreffende ondernemers en hun werknemers, maar het leidt uiteindelijk tot een productiever bedrijfsleven, waarin arbeid en kapitaal worden ingezet op de plek waar deze het best tot hun recht komen.
Sectorprognoses in toegevoegde waarde voor hoofdsectoren
In deze prognoses voorspellen we de sectorale ontwikkeling op twee verschillende niveaus. Voor de omzetprognoses kijken we naar de ontwikkeling per deelsector. Daarnaast voorspellen we de ontwikkeling van de toegevoegde waarde op het niveau van de hoofdsectoren. De toegevoegde waarde is de omzet minus de waarde van alle (ingekochte) halffabricaten en diensten die bij de productie zijn verwerkt.
De prognoses in toegevoegde waarde voor de hoofdsectoren staan in figuur 1. In de rest van dit artikel gaan we in op de omzetontwikkeling per deelsector.
Box 1: Hoe maken we de sectorprognoses?
Voor bijna alle sectoren komen zowel de prognoses voor de omzet als die voor de toegevoegde waarde uit ons sectormodel. Dit is een model dat we hebben gemaakt op basis van de historische ontwikkelingen van omzet en toegevoegde waarde van verschillende sectoren die beschikbaar zijn bij het CBS. Samen met de sectormanagers bekijken we de modeluitkomsten en sturen we waar nodig bij. Op deze manier verrijken we de modeluitkomsten met de visie van de experts.
Helaas zijn niet voor alle sectoren historische omzetdata beschikbaar. Het CBS heeft geen historische omzetdata voor de deelsectoren van de landbouw en de zorg. Hierdoor zijn we voor deze omzetprognoses meer afhankelijk van het oordeel van de experts. Het sectormodel is wel in staat om de ontwikkeling van de toegevoegde waarde van de landbouw en de zorg te voorspellen.
Omzetprognoses
Land- en tuinbouw: Gunstige vooruitzichten maar onzeker ondernemingsklimaat
Akkerbouw
De prijsvorming voor de akkerbouwproducten van oogst 2022 liggen op hoog niveau. De prijzen kunnen de hogere kosten voor farm inputs hiermee voldoende compenseren. Door verdere aanscherping van wet- en regelgeving en door grotere fluctuaties in weersomstandigheden wordt het uitdagender om kwalitatief goede producten te telen. Bij gelijkblijvende vraag en beperkter aanbod zal de prijsvorming structureel op een hoger niveau komen te liggen. Om aanvoerlijnen veilig te stellen en om invulling te geven aan duurzaamheidsdoelstellingen, zullen er vastere relaties ontstaan tussen verwerkers en individuele telers.
Tuinbouw
Gelukkig zijn de energieprijzen sinds onze laatste prognoses stevig gedaald. Dit geeft bedrijven lucht als het gaat om de hoge energiekosten. De teeltstrategie is bij veel bedrijven eind 2022 al ingezet, waardoor de daling van de energieprijzen naar verwachting geen effect heeft op de te produceren volumes. Voor groente en fruit verwachten we geen daling van de consumentenvraag en bestedingen. Voor sierteeltproducten daalt de vraag wel enigszins door koopkrachtverlies van de consumenten. Aangezien de productie als gevolg van hoge energieprijzen vrijwel evenredig daalt, blijven productprijzen op niveau.
Melkveehouderij
In de melkveehouderij zijn we over de prijspiek heen. We zien in de eerste maanden van dit jaar een prijsdaling. Ondanks dat de noteringen al wat stabiliseren daalt de prijs van boerderijmelk mogelijk eerst nog wat verder. De verwerkers hebben moeite een stijgende prijs door te berekenen aan de afnemers. Daarnaast hebben we te maken met iets meer melkproductie. Beide factoren zetten de prijsvorming van boerderijmelk onder druk. Maar enkele kostenposten – zoals die van energie - dalen gelukkig ook, waardoor het rendement op dit moment nog steeds bovengemiddeld is. In de melkveehouderij hebben we nog steeds te maken met een onzeker ondernemings- en investeringsklimaat. Strategische investeringen blijven hierdoor achterwege.
Vleeskalveren
Het aanbod van jonge kalveren is nog steeds aan de krappe kant. De prijsvorming in de sector is daarmee bovengemiddeld. Het is belangrijk voor de kalverhouderij dat de energiekosten weer dalen. De vraag naar kalfsvlees blijft, ondanks het hoge prijsniveau, op orde. We merken dat nieuwe verzorgingscontracten een opwaartse trend laten zien. Het blijft onzeker hoe de Europese consument reageert bij blijvend hoge prijzen van kalfsvlees.
Varkens
De opbrengstprijzen in de varkenshouderij zijn inmiddels verbeterd en hierdoor voor veel bedrijven weer boven kostendekkend niveau. De sector is optimistisch over de marktontwikkelingen voor komend jaar. Er is nog wel sprake van een onzeker ondernemings- en investeringsklimaat. Strategische investeringen zijn hierdoor beperkt.
Legpluimvee
De vraag naar eieren blijft goed in 2023. Het aantal uitbraken is op dit moment weliswaar kleiner, maar de vogelgriep drukt nog steeds het aanbod. Het is niet te voorspellen hoe de situatie rond verdere uitbraken verloopt. Het rendement in de sector is gemiddeld genomen goed. Het hoge opbrengstniveau van de eieren compenseert de gestegen kosten ruimschoots. De voerkosten lijken over het hoogtepunt heen, maar blijven dit jaar naar verwachting wel op een bovengemiddeld niveau. Door het hoge rendement zullen concurrenten in andere Europese landen het aantal legkippen mogelijk uitbreiden. In Nederland neemt het aantal leghennen af door de aangekondigde opkoopregeling.
Vleespluimvee
Het aantal vleeskuikens in Nederland daalt in 2023 verder door de omschakeling naar het Beter Leven Keurmerk. Tegelijk verwachten we dat de vraag naar pluimveevlees aanhoudt op het huidige niveau. Doordat Oekraïne tariefvrij kan exporteren naar de Europese Unie, is de concurrentie op deze markt toegenomen. Net als bij het legpluimvee zijn de voerkosten gedaald, maar nog steeds bovengemiddeld. Daarnaast dalen de energiekosten langzamerhand weer. Het vooruitzicht voor 2023 is positief.
Overige veehouderij
De groep deelsectoren (o.a. konijnen, melkgeiten en paarden) in deze categorie presteert gemiddeld genomen goed. De hogere prijzen compenseren de gestegen kosten. Net als bij de andere deelsectoren helpen ook hier lagere voer- en energiekosten. We verwachten geen stijging van het aanbod. Bij gelijkblijvende vraag is het vooruitzicht positief.
Meer weten?
Aanspreekpunt voor de sector landbouw: Jeroen van den Hurk en René Veldman.
Food: onzekere tijden en onzekere marges
We verwachten dat in de eerste helft van 2023 de kostenstijgingen in de keten – van energie tot inkoop en arbeid – nog doorwerken in de consumentenprijzen. De consument reageert hierop door verder te downtraden naar goedkopere aanbieders en producten. Dit levert naar verwachting lichte volumedruk op in distributie en productie. Dalende grondstof- en energieprijzen creëren later in het jaar enige ruimte voor verbetering van de marges in zowel de voedingsmiddelenindustrie als in de food retail en foodservice. Schommelingen in de grondstofprijzen of een eventuele prijzenoorlog kunnen dit verwachte margeherstel alsnog frustreren. Toenemende eisen met betrekking tot duurzaamheid bieden ondernemers kansen om zich te onderscheiden, maar ook onzekerheid op langere termijn. Het is nu zaak om te investeren in duurzame relaties met ketenpartners om continuïteit op de lange termijn te waarborgen.
Zie ook onze recente publicatie ‘De 3 pijlers voor een duurzame voedseltransitie’.
Meer weten?
Aanspreekpunt voor de sector food: Martijn Rol en Marcel Lambregts.
Industrie: de vooruitzichten zijn een mix van positieve en negatieve signalen
De vooruitzichten voor de industrie zijn ‘neutraal’ te noemen. We verwachten geen forse groei, maar ook geen stevige daling. Dit blijkt onder meer uit de voor de industrie belangrijke indicatoren zoals orderintake, voorraadposities, producentenvertrouwen en afzet- en inkooprijzen. Deze indicatoren laten namelijk afwisselend een klein plusje of klein minnetje zien. Zo blijven ondernemers in de industrie overwegend positief en merken ze dat de toeleveringsketens beter functioneren. De orderpositie verslechtert echter, zowel op de binnenlandse als buitenlandse markt. De productie neemt dan wel weer toe bij een afnemende orderpositie, al blijft de vraag voor hoelang. Daarnaast neemt de inflatie af. Dit zien we terug in minder snel stijgende inkooprijzen, maar ook in de afzetprijzen. De energieprijzen liggen historisch gezien weliswaar nog steeds op een erg hoog niveau, maar zijn wel veel sneller gedaald dan eerder gedacht. Een mix van signalen die een neutraal vooruitzicht bieden voor de industrie.
Maar, dé industrie bestaat niet. Onze prognoses voor de deelsectoren laten dan ook behoorlijke verschillen zien. De energie-intensieve sectoren krimpen en hebben het lastig in de concurrentie met andere landen. De machinebouw en elektrotechnische bedrijven laten ook in 2023 weer een mooie groei zien. De transportindustrie veert op na een moeilijk jaar met grote problemen in de toelevering. En de situatie voor de bouwgerelateerde industrie is moeilijk te voorspellen door de onzekerheid over het doorgaan van bouwprojecten.
Meer weten?
Aanspreekpunt voor de sector industrie: Yorick Cramer en Kees de Schipper.
Bouw: wordt 2023 een tussenjaar?
De bouw is het jaar 2022 over het algemeen goed doorgekomen. Orderboeken waren ruim voldoende gevuld, resultaten lijken mee te vallen en het aantal faillissementen was wederom laag. In 2023 (en 2024) staan er veel uitdagingen voor de deur. Het betreft een combinatie van stikstof/bouwvrijstelling, hoog blijvende bouwkosten, stevige cao-eisen en trage procedures. De hoge rentestand beïnvloedt de productie. Een kansrijke oplossing ligt bij prefab productie van vooral woningen; minister De Jonge ziet hier veel heil in. Anderzijds belemmeren aangekondigde overheidsmaatregelen (onder andere het wijzigen van het woningwaarderingsstelsel en zelfbewoningsplicht) de nieuwbouw van woningen.
In de utiliteitsbouw zijn de vooruitzichten matig. Dit omdat er onvoldoende herstel in nieuwbouw te verwachten is voor kantoren, winkels en hotels. De bouw van bedrijfsruimten en dan met name grote logistieke centra, lijkt te dalen.
Ondanks voldoende overheidsbudgetten zal ook de grond-, water-, en wegenbouw een productiedaling tonen. Relatief veel projecten leiden onder vertraging of uitstel. De Raad van State heeft nog geen besluit genomen over het bereikbaarheidsproject ViA15. De sector wacht dit met spanning af. Voor alle sectoren blijft renovatie en onderhoud op peil. Met name in de woningsector is ruim budget beschikbaar, mede door het wegvallen van de verhuurdersheffing bij woningcorporaties.
Meer weten?
Aanspreekpunt voor de sector bouw: Geert Dirkse en Hans-Hugo Smit.
Handel: terughoudende consument blijft wel consumeren
Ondernemers in de dynamische detail- en groothandel hebben grote uitdagingen, maar er zijn ook kansen. Om aan de verwachtingen van consumenten en overige stakeholders te kunnen blijven voldoen, moeten digitalisering en duurzaamheid prioriteit krijgen.
Net als 2021 was 2022 een bewogen jaar. De invloed van de oorlog, de coronapandemie en de lockdowns was groot. De fysieke detailhandel veert op en liet in 2022 een recordgroei zien van 6,7 procent jaar-op-jaar, bij een volumedaling van 0,6 procent. De consument is dus niet meer gaan consumeren, de prijzen zijn gestegen. Naar verwachting zullen consumenten voorzichtig blijven met grotere aankopen. Ook downtraden ze naar goedkopere (huis-)merken en winkelformules.
De online non-food verkoop aan consumenten kende in 2022 een daling, voornamelijk omdat de fysieke winkels weer opengingen. Desondanks verwachten we dat de omzetten binnen het online kanaal de komende jaren blijven toenemen. Ook het omzetaandeel van e-commerce tussen bedrijven onderling neemt naar verwachting sterk toe.
Ondernemers worden geconfronteerd met hogere kosten voor inkoop, personeel, huisvesting en energie. Die kunnen ze niet allemaal doorberekenen zonder omzet en marktaandeel te verliezen. Als de prijs voor de klant minder belangrijk is en het vooral gaat om de totale propositie – de combinatie van product, service, beleving en gemak – zijn effecten van inflatie makkelijker te beperken.
Meer weten?
Lees meer in onze recente update ‘Toekomstbestendig ondernemen is kansen pakken’.
Aanspreekpunt voor de sector handel: Olaf Zwijnenburg en Peter van Heerde
Transport en mobiliteit: stijgende omzet door betere beschikbaarheid
Mobiliteit
Waar in de afgelopen twee jaar grote leveringsproblemen op gebied van nieuwe auto’s waren, zien we in 2023 dat de leveringen weer langzaam op gang komen. In 2022 is de teller van nieuwe personenauto’s blijven staan op ongeveer 312.000 voertuigen. Voor 2023 wordt een stijging voorspeld en verwachten we een levering van 340.000 voertuigen. Doordat er meer nieuwe auto’s afgeleverd worden, stijgt de omzet in de sector. Deze nieuwe leveringen zorgen voor meer occasions op de markt. En dit zal vervolgens weer leiden tot een daling van de hoge prijzen, die in 2022 steeds verder waren gestegen. De huidige vrijstelling voor BPM op bedrijfswagens vervalt per 1 januari 2025. In aanloop naar die datum verwachten autobedrijven een stijging in het aantal diesel bedrijfswagens die nog zonder BPM verkocht kunnen worden.
De motorbranche kent een nieuw record in het aantal verkochten motoren en behaalde motorrijbewijzen in Nederland. Gezien het hoge aantal afleveringen die in januari en februari al gedaan zijn, is de verwachting dat deze trend zich in 2023 voortzet. Deze ontwikkeling is ook zichtbaar in e-bikes en e-brommers en -scooters. Wat opvalt is dat er steeds vaker gekozen wordt voor de duurdere varianten e-bikes. Hierdoor zal ook in 2023 de omzet verder stijgen.
In de mobiliteitssector spelen personeelstekorten eveneens een grote rol. Vooral technisch personeel is schaars, wat leidt tot een minder optimale aftersales omzet bij veel bedrijven.
Transport
De transportsector wordt gezien als cyclisch. Dat klopt zeker voor het internationale transport. Hier leidt de afname van de consumptie vaak direct al tot lagere volumes in import en export. Bij het nationale transport ligt dat anders, omdat er minder schommelingen zijn. De groei in omzetten hier wordt dan ook voornamelijk veroorzaakt door de gestegen prijzen. Zo zijn er hogere brandstofkosten en hebben ook de loonkosten toegenomen. En als gevolg van de krapte op de transportmarkt is de marktdynamiek aan het verschuiven van een vragersmarkt naar een aanbiedersmarkt. Hierdoor stijgen de marges, wat terug te zien is in een stijging van de nettoresultaten van transportbedrijven. Dat deze nu ook hun brandstofkosten en wachttijden beter doorberekenen, speelt hierbij ook een rol.
Kijken we specifiek naar de deelsectoren dan valt op dat vooral de binnenvaart de laatste jaren goede resultaten laat zien. De grote drijvende kracht daarvoor was de toegenomen vraag naar kolen in Duitsland. Het is echter de vraag hoelang dit zo blijft. Het wegvervoer laat ook een goede ontwikkeling zien. Deze sector zal zich ook de komende tijd positief ontwikkelen, vooral omdat de vraag sterker lijkt te groeien dan het aanbod. Het pakketvervoer zit in een moeilijkere fase. De groei die werd veroorzaakt door Corona is eruit. Daarnaast beginnen het milieubewustzijn van de consument en de aanhoudende personeelstekorten de groei te drukken.
Meer weten?
Aanspreekpunt voor de sector vervoer en opslag: Marieke Kuijpers en Henry Steenbergen.
Horeca: consument weet horeca weer te vinden
2022 is een goed jaar geweest voor de horecasector. Met een stijging van ruim 50 procent is de sector qua omzet hersteld van de coronaperiode. Voor 2023 verwachten we een lichte groei. Enerzijds vanwege het feit dat er in het eerste kwartaal van 2022 nog beperkende maatregelen waren, anderzijds doordat het internationaal toerisme dit jaar verder herstelt. Dit zorgt ervoor dat met name hotels nog een groei zullen doormaken in 2023. De omzetstijging bij de overige sectoren zal voornamelijk komen doordat er sprake is van prijsstijging. Volumes zullen nagenoeg vergelijkbaar zijn met 2022.
De uitdagingen voor de sector liggen niet zozeer aan de omzetzijde van de winst- en verliesrekening. Wel moeten coronaschulden worden afgelost en zijn er uitdagingen aan de kostenkant. We verwachten dan ook dat de komende periode de inkoopkosten van veel producten in de foodsector nog toenemen. De verwachting daarbij is dat niet de gehele kostenstijging doorberekend wordt aan de consument. En dat legt per saldo een druk op de marges van de bedrijven.
Lees meer in onze recente update 'Consument heeft de horeca en recreatie weer omarmd'.
Meer weten?
Aanspreekpunt voor de sector horeca: Jos Klerx.
Informatie en communicatie: goede vooruitzichten maar veel verschillen tussen deelsectoren
IT en Telecom
Voor 2023 verwachten we voor de IT-sector een groei van 4,0 procent. De IT-sector heeft bewezen recessiebestendig te zijn en is daarbij ook minder vatbaar voor grote bewegingen zoals corona en de stijging van de energieprijzen. Het groeitempo ligt in 2023 iets lager dan voorgaande jaren door de recente economische afkoeling. Desondanks blijven de vooruitzichten goed. De groei wordt gedreven door verdergaande digitalisering gepaard met investeringen in IT-infrastructuur, zoals (cloud) netwerken. Een eventuele verdere stijging van de energieprijzen heeft voornamelijk betrekking op datacenters en (managed) hosting bedrijven. Prijsstijgingen zijn niet altijd direct aan de eindklanten door te berekenen, waardoor compensatie soms achterblijft. Ook in 2023 is de arbeidsmarkt krap. In combinatie met inflatie zorgt dit voor verdere druk op de personeelskosten. Om goed personeel te behouden, voorzien we voor IT-bedrijven een stijging van de personeelskosten. Investeringen in devices zoals PC’s, laptops en mobiele telefoons nemen af in 2023. Deze laatste ontwikkeling raakt ook de Telecom. Hier hebben we een neutrale outlook voor 2023.
Media en uitgeverijen
Media en uitgeverijen zijn de meer conjunctuurgevoelige sectoren binnen informatie en communicatie. Als de economie afkoelt en de consumentenbestedingen teruglopen, dalen ook vaakde advertentie-inkomsten en krimpen de advertentiebudgetten bij bedrijven. Dit zorgt voor druk op de omzetten van TV en radio omroepen, maar ook op opdrachten voor bijvoorbeeld reclame en marketingbureaus. De shift van offline naar online zet verder door, waardoor online advertentiekanalen zoals Google, Amazon en Youtube, belangrijker worden. De dalende koopkracht heeft impact op uitgeverijen. Ook kampt deze sector met stijgende papierprijzen. Dit kan niet altijd worden doorberekend, waardoor marges onder druk staan. Veel uitgeverijen zetten dan ook vol in op digitalisering om daarmee de operatie efficiënter te maken.
Meer weten?
Aanspreekpunt voor de sector informatie en communicatie: Mark van Kampen.
Zakelijke dienstverlening: nog steeds groei ondanks personeelskrapte
Specialistische zakelijke dienstverlening
De accountancybranche en de advocatuur zijn minder conjunctuurgevoelig dan de overige deelsectoren binnen de specialistische zakelijke dienstverlening. Deze deelsectoren blijven dan ook stabiel groeien in 2023; echter wel minder hard dan voorgaande jaren. De economische afkoeling heeft echter wel enige impact en zorgt in zijn algemeenheid voor minder vraag naar adviesdiensten. Tegelijkertijd zorgen wet- en regelgeving (bijvoorbeeld CSRD-verslaglegging of cybersecurity rapportage) er voor dat in deelgebieden de vraag naar adviesdiensten op peil blijft en zelfs toeneemt. In combinatie met stijgende uurtarieven zorgt dit per saldo voor groei in 2023. Personeelskrapte blijft ook in deze sectoren de grootste belemmering. In combinatie met inflatie zorgt dit in 2023 voor verder stijgende personeelskosten. Tot slot kunnen consultants en managementadviesbureaus te maken krijgen met een afnemende vraag naar adviesdiensten.
Overige zakelijke dienstverlening
De uitzendbranche is conjunctuurgevoelig en reageert doorgaans snel op macro- economische vooruitzichten. Voor 2023 voorzien we een stagnatie van de groei binnen de uitzendbranche. De afname van de vraag naar flexwerkers vertaalt zich in teruglopende uren, voornamelijk in de administratieve sector. Daarnaast hebben ook uitzenders te maken met arbeidsmarktkrapte waardoor ze soms moeite hebben om mensen te plaatsen. Tegelijkertijd profiteert de sector ook gedeeltelijk van de arbeidsmarktkrapte in andere sectoren. Na een sterke inhaalvraag in 2022 verwachten we voor de reisbranche in 2023 een lichte groei. De consument blijft vakantie als een basisbehoefte zien.
Meer weten?
Aanspreekpunt voor de sectoren specialistische en overige zakelijke diensten: Mark van Kampen
Zorg en welzijn: aandacht voor korte én lange termijn nodig
Alle zorgpartijen zijn inmiddels aangesloten bij het Integraal Zorg Akkoord en er worden sectorplannen ontwikkeld voor invoering van Greendeal 3.0. De uitvoering van beide akkoorden komen boven op de uitdagingen van het personeelstekort, dat de gehele sector raakt. Er is onvrede van medewerkers in ziekenhuizen over het ontbreken van een passende cao. Om de gezondheidszorg toegankelijk, betaalbaar en kwalitatief op een hoog niveau te houden, is nu acteren met passend personeelsbeleid en aandacht voor energiebesparende maatregelen nodig.
Op de lange termijn zullen de doelstelling van het IZA leiden tot meer aandacht voor preventie en zorg op de juiste plaats. Mede door digitalisering en een betere samenwerking met het sociaal domein. Het recent verschenen Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA) geeft richting aan een gezonde samenleving.
We verwachten de komende tijd een significante afname van de financiële rendementen in vooral de institutionele zorg, zoals ziekenhuizen en verpleeghuizen. Dat dwingt tot nieuwe strategieën. Hoewel in de eerste lijn de rendementen minder onder druk staan, zijn opschaling, samenwerking met andere (zorg) aanbieders en digitalisering nodig om het blijvende personeelstekort en de stijgende zorgvraag het hoofd te bieden.
Kinderopvang: wie profiteert?
De wachtlijsten in de kinderopvang zijn nog steeds groot en personeelskrapte blijft de grootse uitdaging voor de sector. Er is onvrede over werkdruk en salarissen, maar met de nieuwe cao is dat enigszins weggenomen. Hierin is namelijk een salarisstijging van 12 procent in anderhalf jaar afgesproken. Ook zijn er extra maatregelen genomen om de werkdruk aan te pakken en het starten in de kinderopvang makkelijker te maken.
De gestegen loonkosten, maar ook de gestegen energie- en huisvestingskosten stellen de branche enerzijds voor grote uitdagingen. Anderzijds zijn de kabinetsplannen er nog steeds op gericht de kinderopvang vanaf 2025 bijna gratis te maken, waardoor de vraag naar opvang onverminderd hoog zal blijven.
De groeimogelijkheden voor de branche zijn dus vanuit de vraagkant positief, maar de daadwerkelijke groei hangt af van de mogelijkheid van ondernemers om hun gestegen kosten door te berekenen, aantrekkelijk HR-beleid te voeren om personeelskrapte het hoofd te bieden en geschikte locaties te vinden (met name in de Randstad).
Meer weten?
Aanspreekpunt voor de sector zorg: Marleen Jansen.
Aanspreekpunt voor de sector kinderopvang: Astrid van Leeuwen.
Onderwijs: a ‘never-ending story’
Het personeelstekort en de werkdruk blijven de grootste bottlenecks in de volle breedte van het onderwijs. Personeelskrapte zet ook de kwaliteit van het onderwijs onder druk, al zijn de uitdagingen per deelsector en per regio verschillend.
Over de hele linie nemen de kosten voor personeel, energie en huisvesting toe. Hierin wordt deels tegemoetgekomen door een ruimere onderwijsbegroting en de Nationaal Programma Onderwijsgelden van de overheid. De markt voor bijles en particuliere scholing blijft groeien: wie kan, koopt (extra) onderwijs in. De kansenongelijkheid blijft deels hierdoor een hardnekkig fenomeen. We verwachten dat 2023 neutraal eindigt. In 2024 worden de effecten zichtbaar van een lichte recessie. Daarnaast verwachten we een lichte daling door stijgende lasten en minder internationale studenten. In maatschappelijk opzicht is het feit dat ‘een leven lang leren en ontwikkelen’ een goede ontwikkeling is, gegeven de transities die we als samenleving doormaken. Verdere (her)waardering van praktisch geschoolde studenten en integratie van innovatieve lesmethoden (educational technology) zijn kansen voor de sector en voor de maatschappij.
Meer weten?
Aanspreekpunt voor de sector onderwijs: Astrid van Leeuwen.