Inhoudsopgave
Dit artikel is onderdeel van:
Economisch Kwartaalbericht juni 2021Update
Robuust herstel Nederlandse economie uit coronacrisis
We verwachten voor dit jaar een economische groei van 3,8 procent en voor volgend jaar 3,7 procent. Naar verwachting ligt het Nederlandse bruto binnenlands product in het derde kwartaal van dit jaar weer op het niveau van vóór de coronacrisis – dat is sneller dan in andere Europese landen. De vooruitzichten voor consumptie, investeringen, overheidsbestedingen en internationale handel zijn alle positief. Een risico is dat de inflatie hoger uitpakt door een combinatie van kosten- en bestedingsinflatie.
Tegen de achtergrond van het bemoedigende vaccinatietempo, een sterke daling van het aantal besmettingen en de afname van de ziekenhuisopnames heeft het kabinet al een reeks vergaande versoepelingen van de lockdownmaatregelen doorgevoerd. Ook lijken vaccins effectief te zijn tegen gemuteerde varianten van het coronavirus. Hoewel de onzekerheid groot blijft, gaan we er vanuit dat de overheid alle lockdownmaatregelen in het derde kwartaal afschaalt en de economie in het vierde kwartaal zonder restricties draait. Naar verwachting volgt dan ook geen verdere verlenging van steunmaatregelen.
Voorspellingen bijgesteld
We hebben onze vooruitzichten voor de Nederlandse economie opwaarts bijgesteld en verwachten voor dit jaar een groei van 3,8 procent (was 2,3 procent) en voor volgend jaar 3,7 procent (was 3,5 procent; tabel 1).
Daarmee zou de Nederlandse economie in het derde kwartaal van dit jaar de verliezen van de coronacrisis volledig hebben goedgemaakt. Dat is een kwartaal vroeger dan we eerder hadden voorzien. Voor 2022 verwachten we dat de economie weer terugkeert naar haar groeitempo van vóór de coronacrisis (figuur 1). Het sterke herstel in 2021 sijpelt echter ook door in hoge groeicijfer voor 2022.
Opleving consumptie
De consumptie van huishoudens lag in eerste kwartaal van 2021 nog ruim 10 procent onder het niveau van voor de coronacrisis (figuur 2). Transactiedata van de Rabobank wijzen echter op een forse opleving van de particuliere consumptie in maart, april en mei (figuur 3). In deze maanden zijn versoepelingen doorgevoerd voor onder meer contactberoepen (zoals kappers), winkels en horeca. We verwachten dat dit herstel doorzet naarmate de economie verder open gaat. Positievere verwachtingen van Nederlanders over de economie, de persoonlijke financiële situatie en het doen van grote aankopen ondersteunen een robuust herstel van de huishoudbestedingen.
Overheidsbestedingen en investeringen nemen toe
Terwijl de uitgaven van consumenten (noodgedwongen) nog ver onder het pre-coronaniveau liggen, ligt de overheidsconsumptie daar alweer 0,8 procent boven (figuur 2) – ondanks een krimp in het eerste kwartaal van 2021. De afname van de overheidsconsumptie in het eerste kwartaal had vermoedelijk te maken met het afschalen van de reguliere zorg. We verwachten dat deze uitgestelde zorg in de rest van het jaar zal worden ingehaald. De bestedingen aan coronatest- en vaccinatielocaties en vaccins zullen daarnaast een geringe positieve bijdrage leveren.
Ook de totale investeringen – investeringen door het bedrijfsleven, de overheid en in woningen – lagen in het eerste kwartaal van 2021 alweer boven het niveau van vóór de coronapandemie (figuur 2). De vooruitzichten voor de overheidsinvesteringen voor de komende twee jaar zijn rooskleurig, voornamelijk vanwege extra investeringen vanuit het Nationale Groeifonds. De vooruitzichten voor de bedrijfsinvesteringen zijn eveneens overwegend positief. De stemming onder Nederlandse producenten is gestaag verbeterd sinds de scherpe daling in het vertrouwen in april vorig jaar. In mei van dit jaar bereikte het producentenvertrouwen zelfs het hoogste punt in drie jaar tijd.
Positieve bijdrage van internationale handel
Zowel de export als de import lag in het eerste kwartaal van 2021 nog onder het pre-coronaniveau (figuur 2). Maar voor beide componenten verwachten we dat ze dit jaar boven dat niveau uitkomen. Nederlandse bedrijven zullen dit en volgend jaar profiteren van mondiaal economisch herstel. Door grootschalige vaccinatieprogramma’s bij belangrijke handelspartners zullen contactbeperkende maatregelen worden afgeschaald en de economieën weer opengaan.
Doordat ook Nederlandse huishoudens en bedrijven de komende twee jaar naar verwachting meer gaan uitgeven, voorzien we eveneens een toename van de import. Maar onder de streep draagt de ontwikkeling van de internationale handel zowel dit als volgend jaar waarschijnlijk positief bij aan de Nederlandse economische groei.
Wat gebeurt er met de prijzen?
Tegen de achtergrond van een krachtig herstel van de economie nemen wel de zorgen toe over de ontwikkeling van het gemiddelde prijspeil, ofwel de inflatie. We verwachten dat de inflatie hoger zal zijn dan vorig jaar, maar wel relatief beperkt zal blijven. Voor 2021 verwachten we 1,8 procent gevolgd door 1,7 procent in 2022. De tijdelijke bevriezing van de huren van sociale huurwoningen (tussen 1 juli 2021 en 30 juni 2022) zal per juli een sterk drukkend effect hebben op de inflatie. Dat zal vermoedelijk de prijsontwikkelingen in andere delen van het consumentenmandje maskeren. De prijzen van sommige goederen en diensten, zoals hotelovernachtingen, benzine, kleding, meubels, zijn de afgelopen maanden namelijk al hard gestegen. En van sommige producten en diensten verwachten we de komende tijd dat ze duurder zullen worden.
Blik op de toekomst
De vraag is wat er de komende periode nog nodig is aan beleidsmaatregelen. Met het robuuste herstel van de Nederlandse economie in het vooruitzicht zijn extra stimuleringsmaatregelen in onze optiek niet nodig. Sterker, de kans is groot dat extra stimulering vooral zal leiden tot extra prijsdruk, iets wat bijvoorbeeld ook al duidelijk zichtbaar is in de VS.
Wanneer de steunmaatregelen zijn afgeschaald, betekent dat overigens niet dat het werk van de overheid klaar is. Het volgende kabinet wacht namelijk een noodzakelijke taak om achterstallig onderhoud te plegen op diverse dossiers. Hierbij gaat het onder meer om het vlottrekken van de vastgelopen woningmarkt, werk maken van de energietransitie en het hervormen van het complexe stelsel van inkomstenbelasting en toeslagen. Daarnaast zal een nieuw kabinet zich na installatie moeten richten op het versterken van het toekomstige verdienvermogen van de Nederlandse economie en op het verhogen van de brede welvaart.