Inhoudsopgave
Dit artikel is onderdeel van:
Sectorvisies voor de agrofood: hoe kan de sector er in 2040 uitzien?Opinie
Naar een klimaatneutrale, emissiearme en gezonde (glas)tuinbouw in 2040
Hoe kan de (glas)tuinbouwsector er in 2040 uit zien? Rabobank verkent in een serie artikelen wat nodig is voor het behoud van een internationaal toonaangevend en concurrerende agrofoodsector, die produceert binnen de grenzen van klimaat en natuur. In dit artikel schetsen we ons beeld voor de glastuinbouw en open tuinbouw in 2040.
In het kort
Klimaatneutraal, nagenoeg fossielvrij en emissiearm
De glastuinbouw is in 2040 volledig klimaatneutraal. De sector produceert netto zelfs duurzaam opgewekte energie voor de omgeving. Het gebruik van chemische gewasbescherming en de nutriëntenemissies zijn sterk teruggebracht door de inzet van ‘groene’ middelen, biologische bestrijding, inzet van weerbaarder rassen, vervanging van kunstmest door organische mest en terugwinning van nutriënten uit afvalwater.
“Teelten die een relatief hoge milieudruk houden, vinden niet meer plaats nabij kwetsbare natuurgebieden en/of dichtbevolkte gebieden.”
In de open tuinbouw is vrijwel al het rollend materieel geëlektrificeerd. De sector is netto-energieleverancier. Nul-emissies zijn in open teelten niet haalbaar, maar ook hier is het gebruik van chemie drastisch teruggebracht door onder andere Integrated Pest Management. Het aantal bedrijven met biologische productie is toegenomen. Teelten die een relatief hoge milieudruk houden, vinden niet meer plaats nabij kwetsbare natuurgebieden en/of dichtbevolkte gebieden. De beschikbaarheid van voldoende zoet water wordt bepalend voor de locatie van open teelten en de gewaskeuze, met name in de fruit- en boomteelt. Daarnaast is volop ingezet op technieken die water besparen en opslaan (in bijv. bodem- en waterbuffers). Ook hier wordt kunstmest waar mogelijk vervangen door producten van organische oorsprong.
Kleiner areaal, gelijke economische waarde
Het aantal tuinbouwbedrijven is afgenomen, maar de economische waarde is minimaal gelijk gebleven, mede door de goede logistiek, de gunstige klimatologische omstandigheden en voortgaande innovatie. De krimp van het areaal in de sierteeltsector is groter dan in de voedingstuinbouw (bron: Agrimatie, CBS, Rabobank, 2023). De veredelingsbedrijven voor sierteelten zijn door de grotere variatie in gewassen minder gespecialiseerd en de genetica is daarom nog diverser dan in de vruchtgroenteteelten. Mede hierdoor kan de veredeling zich minder snel aanpassen aan de veranderende vraag en voorwaarden.
“Door automatisering en robotisering is de sterke afhankelijkheid van arbeidsmigranten afgenomen.”
De voedselbedrijven zijn in clusters georganiseerd. Door de veranderde consumentenvraag produceert de sector meer verse groente en fruit en duurzamer geteelde bomen, bloemen, planten en bloembollen. De geteelde gewassen zijn robuust en in hoge mate ziekteresistent en dragen daarmee bij aan weerbare plantsystemen. Door automatisering en robotisering is de sterke afhankelijkheid van arbeidsmigranten afgenomen en is het kennis- en opleidingsniveau in de sector verder toegenomen.
Stabiele ketenafspraken, beloning van duurzaamheidsinspanningen
De tuinbouwsector floreert omdat ondernemers gezonde voeding en duurzame groene producten maken. De voedingsgewassen voorzien de consumentenwens naar een meer plantaardig en gezond dieet met meer versproducten. De bomen en sierteeltgewassen dragen bij aan vergroening van de buiten en binnen woonomgeving en daarmee het welzijn en de gezondheid van de consument. Er vindt duurzame ketensamenwerking plaats op regionaal, landelijk en Europees niveau. Binnen de vraaggestuurde ketens worden duurzaamheidsinspanningen beter beloond. Langjarige partnerschappen in de keten zorgen voor economisch stabiele ketens die continu verder verduurzamen.
Meer sectoren
Dit artikel is onderdeel van: Sectorvisies voor de agrofood: hoe kan de sector er in 2040 uitzien? In deze serie artikelen verkennen we de volgende sectoren: