Inhoudsopgave
Dit artikel is onderdeel van:
Economisch Kwartaalbericht september 2021Update
Sectorprognoses: veel sectoren weer vol op stoom
De meeste sectoren hebben een goed tweede kwartaal achter de rug. Ook de verdere vooruitzichten zijn gunstig. Wel zijn er zorgen om schaarste aan materialen en personeel.
Het overgrote deel van de sectoren heeft een goed of zelfs zeer goed tweede kwartaal achter de rug. Ook onze verdere vooruitzichten zijn gunstig. Wel zijn er zorgen om schaarste aan materialen en personeel. Het aantal vacatures steeg naar recordhoogte, door een unieke samenloop van zowel structurele als tijdelijke factoren.
Aannames
Voor de sectorprognoses gaan we ervan uit dat er door vaccinaties steeds meer controle over het virus komt. De overheid kan hierdoor in het vierde kwartaal van dit jaar vrijwel alle omzet-belemmerende restricties loslaten; de evenementenbranche en nachthoreca uitgezonderd. In het Economisch Kwartaalbericht gaan we verder in op wat dit betekent voor de macro-economische bestedingscomponenten zoals de consumptie.
Sectorale verschillen zijn groot
De vooruitzichten verschillen duidelijk per sector. Sommige sectoren, zoals de industrie, zijn de coronadip al helemaal te boven, terwijl volledig herstel in andere sectoren, zoals de horeca, nog niet is gerealiseerd (figuur 1). En binnen hoofdsectoren bestaan er soms grote verschillen tussen sub-sectoren. Voor een aantal sectoren voorzien we voor dit jaar wel een sneller herstel dan eerder verwacht.
Verdieping sectoren en omzetprognoses
Meer verdieping op de verschillende sub-sectoren en de omzetprognoses zijn hier te vinden.
De goede vooruitzichten zijn een reden voor de overheid om de generieke steunpakketten (NOW, TVL, Tozo, TONK) per 1 oktober stop te zetten. Wel wordt er gewerkt aan een specifieke regeling voor de evenementensector en nachtclubs en gelden in het vierde kwartaal soepeler regels voor de bijstand voor zelfstandigen (Bbz).
Arbeidskrapte neemt toe
Met het snelle herstel in het tweede kwartaal is het aantal vacatures in veel sectoren tot recordhoogte gestegen.
De arbeidskrapte komt door een unieke samenloop van zowel structurele als tijdelijke factoren. Een belangrijke structurele factor is de vergrijzing, die zowel het arbeidsaanbod beperkt als de vraag naar zorgpersoneel doet toenemen. Een andere structurele factor is de Nederlandse voorkeur voor deeltijdwerk.
Daarnaast is er een tijdelijk ‘corona-effect’. Dit leidde ertoe dat er minder arbeidsmigranten naar Nederland kwamen en studenten besloten langer door te studeren. Ook de instroom via stages haperde. Maar bovenal was de rol van de overheid op de arbeidsmarkt groot. Dankzij de steunpakketten bleef het aantal faillissementen zeer laag en konden veel mensen hun baan behouden – ook als er tijdelijk minder werk was. In eerste instantie verloren weliswaar heel wat flexkrachten hun werk, maar velen konden vervolgens aan de slag in de coronatest- en vaccinatiestraten, of bemensten de afsprakenlijn. Door deze factoren bleef de werkloosheid laag, zodat er inmiddels meer vacatures dan werklozen zijn.
In ons basisscenario gaan we ervan uit dat de huidige extreme krapte van korte duur is. Na het wegvallen van de tijdelijke factoren zijn we dan weer terug bij de ‘gebruikelijke’ tekorten. En dus bij het belang van een inclusieve arbeidsmarkt en investering in (om)scholing en automatisering. Waarbij vooral de tekorten aan docenten en IT‘ers de innovatiekracht en productiviteitsgroei kunnen afremmen.
Schaarste drijft prijzen op
De arbeidskrapte gaat met name in de bouw gepaard met flinke loonstijgingen. Ook in de industrie stijgen de lonen harder dan het landelijke gemiddelde. In andere sectoren zien we (nog) niet of nauwelijks reële loongroei. Door de verstoringen in de toeleveringsketens is het in de bouw en industrie bovendien lastiger geworden om aan grondstoffen of intermediaire goederen te komen. Maar ook andere sectoren hebben te maken met een stijging van de inkoopkosten en levertijden. Voor een uitgebreid overzicht, zie onze analyse van sectorale inflatierisico’s.