Inhoudsopgave
Dit artikel is onderdeel van:
Economisch Kwartaalbericht december 2021Update
Nieuwe coronagolf en hoge inflatie remmen economische groei in 2022
We verwachten voor 2022 een economische groei voor Nederland van 2,9 procent, lager dan eerder geraamd. Oorzaken zijn strengere coronamaatregelen en een hoger dan verwachte inflatie.
De Nederlandse economie groeit dit jaar naar verwachting met 4,5 procent. Dat is iets hoger dan eerder verwacht, mede dankzij een sterke groei in het derde kwartaal. Daarentegen voorzien we voor 2022 een groei van 2,9 procent, lager dan eerder geraamd. Dit komt vooral door strengere coronamaatregelen en een hoger dan verwachte inflatie. Laatstgenoemde komt in 2022 uit op 3,8 procent en in 2023 op 2,1 procent. Vanaf het najaar van 2022 daalt de inflatie waarschijnlijk fors. De nieuwste variant van het coronavirus afkomstig uit zuidelijk Afrika (Omikron-variant) verhoogt het risico op verdere economische tegenvallers.
Voor 2022 hebben we onze raming van de economische groei flink neerwaarts herzien naar 2,9 procent (was eerder 3,7 procent), zie tabel 1. De strengere maatregelen als gevolg van de recente opleving van het coronavirus dempen de economische activiteit. Daar komen de gevolgen van de veel hoger dan verwachte consumentenprijsinflatie nog bij. Wat verder vooruitkijkend hebben we voor 2023 een groei van 1,7 procent ingeboekt. Hoewel de groei dan weer ‘als vanouds’ is, is de omvang van de economie wel kleiner dan we zonder coronapandemie hadden mogen verwachten (zie figuur 1).
Economie past zich aan
De Nederlandse economie blijkt wel steeds beter in staat om zich aan te passen aan de coronacrisis. Mensen raken gewend aan thuiswerken, thuis eten laten komen in plaats van uit eten gaan en artikelen via onlinewinkels bestellen. Ook zijn er ondernemers die hun activiteit aanpassen als reactie op de nieuwe coronarealiteit. Die gewenning zien we ook in de cijfers terug. De economische gevolgen zijn veel kleiner dan aan het begin van de pandemie.
Onder het relatief rimpelloze macrobeeld gaat uiteraard een hoop dynamiek schuil. Zo zijn de strengere coronamaatregelen vooral voor de horeca, evenementenbranche, recreatie en cultuur en sportverenigingen wederom een hard gelag. Het demissionaire kabinet heeft daarom tot eind van het jaar de NOW-regeling weer van stal gehaald, waarmee ondernemers die door de coronamaatregelen een omzetdaling ervaren van tenminste 20 procent, 85 procent van de loonkosten van hun personeel vergoed krijgen. Ook is de tegemoetkoming vaste lasten (TVL) uitgebreid en het uitstel van belastingen verlengd.
Particuliere consumptie en internationale handel
Onze transactiedata laten zien dat tegen de achtergrond van de striktere sluitingstijden voor horeca en niet-essentiële winkels op 13 november de groei van de particuliere consumptie (jaar-op-jaar) al afzwakt. Door de verdere restricties op openingstijden van 28 november en de sterk gestegen inflatie staan de particuliere bestedingen komende periode waarschijnlijk nog verder onder druk en verwachten we zelfs een lichte krimp van de particuliere consumptie van 0,5 procent (k-o-k) in het eerste kwartaal van volgend jaar.
Na een forse krimp in 2020 herstelde de Nederlandse export zich in 2021 goed. Ook voor 2022 en 2023 verwachten we aanhoudende groei. De export is weliswaar gevoelig voor veranderingen in de buitenlandse vraag, maar is in vergelijking met die in andere landen minder gevoelig voor coronarestricties en verstoorde handelsketens. Dit komt doordat de Nederlandse export een groot aandeel zakelijke diensten en juist een klein aandeel toerisme omvat. Bij de industriële export legt de machinebouw veel gewicht in de schaal en juist deze sector profiteert van een gestegen wereldwijde vraag.
Investeringen langdurig onder druk
De bedrijfsinvesteringen groeien in 2021 slechts bescheiden. Hiermee wordt de krimp van 2020 bij lange na niet goedgemaakt. Deze langdurige schade concentreert zich overigens in de categorie vervoermiddelen. Veel andere typen investeringen bevinden zich al wel boven het pre-coronaniveau. Voor 2022 verwachten we een lichte krimp van 0,6 procent en voor 2023 een zeer beperkte groei. Hoewel de forse arbeidskrapte vraagt om productiviteitsverhogende investeringen en het ondernemersvertrouwen momenteel weer positief is, kunnen de komende periode onzekerheid en een verslechterde financiële positie voor ondernemers (als gevolg van de lockdownmaatregelen en gestegen inkoopkosten) een reden zijn om investeringen uit te stellen of in omvang te beperken.
Ook de groei van de woninginvesteringen (nieuwbouw en verbouwingen) staat in 2022 onder druk (-1,7 procent). Dit komt enerzijds doordat we in 2022 een lichte daling van het aantal huizenverkopen verwachten, waardoor er ook minder wordt verbouwd. Anderzijds zorgen de wereldwijde verstoringen van logistieke ketens voor problemen in de toelevering van materialen. In combinatie met personeelstekorten in de bouw remt dit de woninginvesteringen verder af.
Inflatie hoogste in veertig jaar tijd
De inflatie, ofwel een stijging van het gemiddelde prijspeil, is de afgelopen maanden erg sterk opgelopen. Met 5,2 procent (jaar-op-jaar) was de inflatie in november het hoogst in veertig jaar tijd. Energie draagt voor 60 procent bij aan dit hoge inflatiecijfer en de verwachting is dat de benzine-, gas- en elektriciteitsprijzen de komende periode hoog blijven. Dit raakt vooral huishoudens met een hoog energieverbruik (tegen variabel tarief) en een eigen auto.
Voor 2022 verwachten we dat de inflatie uitkomt op 3,8 procent en voor 2023 op 2,1 procent (figuur 2). Vanaf het najaar van 2022 daalt zij sterk, omdat de kostenstijging voor energie (olie, gas en elektriciteit) van eind 2021 dan uit de cijfers loopt. Wel verwachten we dat de hoge grondstoffenprijzen zorgen voor hogere voedselprijzen de komende maanden.
Hoewel we de afgelopen twee decennia hebben gezien dat de inflatie na een piek weer zakt, verwachten we dat zij de komende jaren rond de 2 procent blijft hangen. Dit komt vooral doordat de energieprijzen hoog blijven. Zo blijft de vraag naar gas naar verwachting onverminderd hoog, omdat dit een belangrijke brugfunctie vervult als minst vervuilende fossiele brandstof om piekmomenten in elektriciteitsgebruik op te kunnen vangen.
Geen loon-prijsspiraal
We verwachten dat de lonen in 2021 en 2022 weliswaar groeien, met respectievelijk 2,1 en 2,9 procent, maar dat de loongroei achterblijft bij de consumentenprijsinflatie. Hierdoor treedt netto koopkrachtverlies op voor huishoudens, zolang de overheid dit niet compenseert via lagere belastingen en premies. We voorzien dat dit koopkrachtverlies pas in 2023 weer grotendeels wordt goedgemaakt, met een loongroei van 3,4 procent versus 2,1 procent inflatie. Een sterke loon-prijsspiraal verwachten we echter niet, omdat de inflatieverwachting (die leidend is voor de cao-inzet van vakbonden) steeds minder tractie heeft op de lonen, onder meer door de afbrokkelende macht van de vakbonden.
Vooruitblik Rutte-IV: regeerakkoord in zicht?
Met de nieuwe lockdownmaatregelen en daarmee gepaard gaande steunpakketten is veel publiek geld gemoeid, waardoor de staatsschuld verder oploopt. Daarnaast vragen verschillende beleidsdossiers dringend om structurele hervormingen. Als het in de trein gevonden formatiedocument een blauwdruk blijkt voor het regeerakkoord, dan trekt Rutte-IV grote bedragen uit voor wonen, klimaat, stikstof en zorg. Opmerkelijk is dat in het rondslingerend formatiedocument nauwelijks iets staat over de verdienkant van de economie. Die behoeft ook aandacht, op zijn minst om de extra uitgaven te bekostigen. Een nieuw kabinet kan het verdienvermogen van de Nederlandse economie bevorderen door te investeren in publieke en private kennisontwikkeling. Bij langdurig achterblijvende bedrijfsinvesteringen is het extra belangrijk dat de overheid hierbij het voortouw neemt.