Groots leven in een tiny house
Haar knalrode kabouterhuisje is niet te missen als je door de weilanden van Oosterwold rijdt. Iris Lindeboom (29) woont sinds kort in een tiny house: een duurzaam huisje van slechts 43 vierkante meter. Het verhuisavontuur van stad naar polder is haar antwoord op de torenhoge huizenprijzen. En bovenal, een hang naar een eigen, fijne plek.
Rustig wordt Iris wakker op het oude kerkbankje voor haar huis. Een weids polderlandschap strekt zich uit voor haar voeten. Met een kop koffie in de hand inspecteert ze het pas ingezaaide gras. Een buizerd vliegt over en landt in het weiland. Wie Iris drie jaar geleden had gezegd dat ze in een polder in Flevoland zou wonen, was voor gek verklaard. Iris is consultant in Amsterdam en erg gehecht aan de levendigheid van de stad. “Ik heb altijd gedacht dat ik me in een stad sneller thuis zou voelen.”
Duurzaam wonen in een tiny house
Op zoek naar een eerste koophuis
Hoopvol begon Iris drie jaar geleden aan de zoektocht naar een koophuis. Eerst in Amersfoort, toen in Rotterdam. “Maar ja, ik was starter én alleen. Al gauw ontdekte ik dat mijn mogelijkheden erg beperkt waren door de gekte op de woningmarkt.” Tot ze hoorde van een bijeenkomst over tiny houses: duurzame huisjes van maximaal 50 vierkante meter. Het achterliggende idee? Als bewoner je ecologische voetafdruk zoveel mogelijk verkleinen. Ze ging erheen en viel als een blok voor de charme van deze hypergroene woonvorm. “Dit wilde ik wel. En ik kon het zowaar betalen! Maar ja, waar zet je zo’n huisje neer?”
Met de poten in de klei
Ze schreef zich in voor woonproject Oosterwold: een afgelegen gebied ten zuiden van Almere, bestemd voor mensen die duurzaam en zelfvoorzienend willen leven. “Ik kon daar een tiny house laten bouwen én voor een goede prijs een groot stuk grond kopen. Dat laatste trok me over de streep.” Met een gunstige lening van Rabo Groen Bank kon ze tot aankoop overgaan. “Het huisje werd geleverd in twee kant-en-klare delen, en hier op elkaar gezet. Een bijzonder gezicht!” Het is een heel compact huisje, dat alleen beschikt over het hoogstnoodzakelijke: een keuken, kleine zithoek en slaapruimte. Uiteindelijk zal ik bij droog weer vooral buiten leven.”
Tuinieren gaat niet over rozen
Een ware luxe voor de starter én stedeling is de forse tuin. “Nou ja tuin”, zegt Iris. Stel je geen aangeharkte groenstrook met keurige borders voor. Iris kocht een kavel van maar liefst 944 vierkante meter. En dat levert een partij tuinierwerk op, die je niet op een goede zaterdag wegwerkt. “Ik ben een dag minder gaan werken om alles in en om mijn huis te regelen en onderhouden. Ik wil een fruitboomgaard aanleggen en een grote moestuin beginnen. Mijn plan is om in de toekomst zoveel mogelijk zelfvoorzienend te zijn.”
Schone stroom en schoon water
Ook haar woning zelf is zelfvoorzienend. De zonnepanelen op het dak produceren meer stroom dan Iris verbruikt. “Ik ben nu dus officieel energieleverancier.” De woning wordt verwarmd door infrarood vloerverwarming en is volledig elektrisch. Een riool is er niet. Iris zuivert zelf haar afvalwater met een helofytenfilter: een zuiveringssysteem van rietplanten, dat alle schadelijke stoffen op een natuurlijke manier afbreekt. Daarna gaat het weer brandschoon de sloot in.
Van walk-in closet naar eigen moestuin
“Wonen in een tiny house brengt een andere levensstijl met zich mee”, vertelt Iris. “En daar geniet ik ontzettend van. Als tiener was mijn toekomstdroom een walk-in closet, nu is dat een weelderige tuin met groente en fruit. Het idee van een eigen lap grond die je zelf mag boetseren is geweldig.” Haar hakken en andere kledingstukken liggen nu opgeslagen in een container. Hier heeft ze vooral laarzen nodig. Zo zie je maar, zelfs een jonge stedeling kan aarden in de polder.