Twee mannen bouwen aan windmolen

Zeeuwse burgers zetten windmolenpark Krammer op

Een beter milieu begint bij jezelf. Dat bewijst een ‘groen’ burgerinitiatief in Zeeland. Op unieke wijze realiseerde ze in samenwerking met andere partijen een windmolenpark in natuurgebied Krammer. Met 34 windturbines is dit het grootste coöperatieve windpark van het land.

Het is nogal wat: 34 van die grote windturbines met beleid neerzetten in een kwetsbaar natuurgebied als Krammer-Volkerak. De omgeving is een paradijs voor vogels en andere dieren. Sinds de komst van de Deltawerken is het gebied afgesloten van zee en hierdoor een zoet meertje geworden. Op de eilandjes en zandplaten kunnen vogels prima broeden. Ook vindt er veel vogeltrek boven Krammer-Volkerak plaats.

Toch wees Provincie Zeeland het gebied aan als nieuwe locatie voor een windpark. Mede omdat hier relatief weinig omwonenden last zouden hebben van de windmolens. Commerciële partijen durfden hun vingers er niet aan te branden. Te complex en dus niet rendabel, oordeelden zij. Des te groter was de verrassing dat de twee burgercoöperaties Zeeuwind en Deltawind uiteindelijk hun mouwen opstroopten en het voortouw namen.

Windmolenpark in natuurgebied Krammer

Het heft in eigen hand

‘Als inwoners van Zeeland hebben wij de verantwoordelijkheid om onze omgeving te verduurzamen. De overheid heeft daar natuurlijk ook een rol in, maar we hoeven niet op hen te wáchten. Dat bewijzen onze leden wel met windpark Krammer’, zegt Teus Baars. Hij is directeur van Zeeuwind, de Zeeuwse burgercoöperatie die samen met Deltawind het project van de grond tilde. ‘Wij hoeven niet zoveel winst te maken als een commerciële partij. Natuurlijk moet het windpark kostendekkend zijn, maar ons hoofddoel is om meer huishoudens van groene energie te voorzien.’ Beide coöperaties werden eind jaren 80 uit idealistisch oogpunt opgericht. Er moest een alternatief komen voor kernenergie en fossiele brandstoffen, vond de groep Zeeuwen. De oplossing werd wind.

Bovenop de dammen en sluizen

Sindsdien zetten de leden zich in om meer windparken te ontwikkelen. Baars: ‘Vanuit dat ideaal hebben we gekeken naar het idee voor windmolens in natuurgebied Krammer. Een enorme uitdaging, vooral op technologisch vlak.’ De windmolens zijn namelijk gebouwd op de dammen bij de Krammersluizen. Rijkswaterstaat was hier eerst terughoudend over. Bouwen op een primaire waterkering, die ons land moet beschermen tegen de zee? Dat is een complexe zaak. ‘Daarom zijn we vanaf dag een met Rijkswaterstaat om tafel gegaan’, zegt Baars. ‘Dat geldt ook voor natuurorganisaties. We wilden hun visie en belangen vanaf het startpunt al meenemen in de plannen. Voor Rijkswaterstaat is het een primeur dat zij uiteindelijk de bouw op een primaire waterkering hebben toegestaan.’

Detectiesysteem voor vogels

Een zeearend gooide vervolgens bijna roet in het eten. ‘Deze zeldzame vogelsoort leeft in het Krammerpark, en dus wilden we iets bedenken om te voorkomen dat de dieren zich dood zouden vliegen in de wieken van een molen, vertelt Baars. Daarop werd een voor Nederland uniek camera-detectiesysteem geïnstalleerd. ‘Deze slimme technologie zorgt ervoor dat zodra een zeearend of andere hoogvliegende vogelsoort wordt gespot in de buurt van een windmolen, een hele cluster windmolens preventief wordt stilgezet tot de vogel gevlogen is. Een geweldige manier van heel gerichte natuurbescherming.’

Trots op koninklijk bezoek

Wie nu over de Haringvlietbrug naar Goeree-Overflakkee rijdt, ziet de windmolens draaien. De 34 turbines waren een investering van 200 miljoen. Een consortium van vier banken, waaronder Rabobank, heeft dit duurzame project met elkaar gefinancierd. Koning Willem-Alexander kwam het park in mei 2019 officieel openen. Baars: ‘Daar waren we best wel trots op. De koning vond het belangrijk om aandacht te schenken aan een windmolenpark dat door burgers is bedacht én waargemaakt.’