Ondernemers buiten in de tuin van hun bedrijf

Hoe ziet het bedrijfspand van de toekomst eruit?

Een bedrijfspand zal er in 2050 ongetwijfeld anders uitzien dan vandaag. Met welke materialen is het gebouwd? En hoe is ervoor gezorgd dat het gebouw klimaatneutraal is, zoals het Klimaatakkoord voorschrijft?

Verduurzamen Maatshappelijke Gebouwen

Daarom een klimaatneutraal bedrijfspand

In 2015 werd in Parijs het Klimaatakkoord getekend, met als doelstelling de opwarming van de aarde tegen te gaan. Uit dit akkoord volgt dat gebouwen in 2050 bijna klimaatneutraal moeten zijn. Om dat te bereiken, stuurt de overheid bij kantoren en huurwoningen op minimale energielabels. Bij bedrijfsgebouwen zet de overheid in op fiscale regelingen en subsidies. Ze stuurt dus niet op energielabels.

Dat gaat echter snel veranderen. In juli 2023 wordt wetgeving gepubliceerd om bedrijfsgebouwen met slechte energielabels aan te pakken. Hoe dat er precies uit komt te zien is dus nog even afwachten. We vroegen onze experts om in hun glazen bol te kijken.

Wanneer is een pand klimaatneutraal?

“Een lastige vraag, met een veelzijdig antwoord”, zegt Arjen Ouwehand, marktanalist Vastgoed van Rabobank. Natuurlijk speelt het energieverbruik een belangrijke rol bij het behalen van een klimaatneutrale status, maar het begint al bij de bouw.

“Ik verwacht dat het materiaalgebruik en het demontabel bouwen een grotere rol gaan spelen”, zegt Ouwehand. “Ook wordt de ‘courantheid’ van een gebouw, dus in welke mate het gebouw in een andere toepassing gebruikt kan worden, steeds belangrijker.” Drie manieren van bouwen vergroten die courantheid: circulair, modulair en klimaatrobuust.

Bouwen met biobased materialen

Anke Verhagen, manager Duurzaamheid en Innovatie Rabo SmartBuilds, kijkt als het gaat om het bedrijfspand ‒ en eigenlijk ál het vastgoed ‒ van de toekomst ook verder dan louter het energieverbruik. “Als we het hebben over verduurzamen van bedrijfspanden, gaat het vaak vooral over wat er uit de schoorsteen komt”, vertelt ze. “Maar als je je enkel daarop richt, vergeet je de impact van de materialen wat uitstoot en grondstoffendelving betreft.”

Groeiende trend

Verhagen benoemt en voorspelt dan ook groei in het gebruik van biobased materialen in de bouw. “Met biobased materialen bouw je met alles wat in de natuur groeit. Hout is hier een goed voorbeeld van, maar denk ook aan hennep en vlas. Hout is een uitstekende vervanger voor beton of staal en van hennep en vlas kan isolatiemateriaal of plaatmateriaal gemaakt worden. Dit materiaal is van natuurlijke oorsprong, en tegelijk een stuk lichter dan de conventionele alternatieven. Het grote voordeel hiervan is dat je eenvoudig met elektrisch materieel kunt werken op de bouwplaats, waardoor je problemen met stikstof omzeilt.”

Het grootste voordeel van biobased materialen? “Dat ze CO2 opnemen tijdens de groei en daardoor een opslagplek van CO2 vormen”, legt Verhagen uit. “Dit betekent dat je de bouwuitdaging waar Nederland voor staat ‒ zeker met het oog op 2050 ‒ een invulling kunt blijven geven, zónder dat dit tot extra uitstoot van CO2 leidt. En daarnaast is het gezonder voor de gebruikers van het pand.”

“Verder maakt het lage gewicht het makkelijker om alles in de fabriek in elkaar te zetten en het vervolgens over de weg te vervoeren”, besluit Verhagen. “Deze markt is echt in opkomst, en ik verwacht dat dit zogenoemde conceptueel bouwen in 2050 business as usual is.”

Duurzaamheid op de werkvloer

Zoals Anke Verhagen al aangeeft: ook bínnen de muren van het pand van de toekomst speelt het gebruik van biobased materialen een grote rol, bijvoorbeeld als het gaat om de werkomgeving. Ouwehand: “Er is nu al steeds meer aandacht voor een gezond binnenklimaat. Daarmee bedoelen we niet alleen de temperatuur, maar bijvoorbeeld ook de luchtvochtigheid, een goede ventilatie of een optimale lichtinval. Een groene aankleding en voldoende daglicht worden al lange tijd onderschat.” Dát wordt anders in de toekomst, denkt Ouwehand. “Ik verwacht niet dat werknemers hier tot in detail op gaan selecteren ‒ een goede baan blijft een goede baan ‒ maar het wordt wel belangrijker in de keuze voor de werkgever. Het totaalplaatje moet in orde zijn en een gezonde werkomgeving draagt daar steeds meer aan bij.”

Visie vanuit de overheid?

Wil je in de toekomst beschikken over klimaatneutrale en gezonde bedrijfspanden, dan is het fijn als de overheid hier een duidelijke visie over heeft ‒ en waar nodig een handje helpt. “Nieuwe wetgeving komt er wel aan, maar die visie is er helaas nog niet”, aldus Ouwehand. “Althans, niet voor over enkele tientallen jaren. Maar los van die visie of wetgeving kun je natuurlijk ook zelf al aan de slag. De deadline om in 2050 alle panden klimaatneutraal te hebben is er al, en via tussenstappen kun je daar aan werken.”

“De bedrijfsruimtemarkt kan wat dat betreft leren van de kantorenmarkt”, vervolgt Ouwehand. “Daar geldt sinds 2023 het verplichte energielabel C voor bijna alle kantoorpanden. Een goed begin, maar wat gebeurt er daarna?”

Over de aangekondigde nieuwe wetgeving is Ouwehand optimistisch. “We zitten al midden in een omslag in het denken over bedrijfspanden en hoe duurzaamheid centraal moet staan. Het besef ontstaat dat er geen weg terug is, alleen maar vooruit. De deadline voor energielabel C bij kantoren symboliseert dat. Zo'n concrete stap was er voor bedrijfsruimten nog niet, maar gaat er wel komen. Er is dus geen excuus meer om niet nu al door te pakken.”

Zo financier je de verduurzaming van je pand

Benieuwd naar de kosten om je duurzame investering te financieren? Bereken snel online wat de geschatte kosten zijn en vraag de financiering aan. Of start meteen je financieringsaanvraag. Belangrijk: Kies als leendoel: ‘Verduurzaming'.