Inhoudsopgave
Dit artikel is onderdeel van:
Economisch Kwartaalbericht: Nederlandse economie groeit weer; niet alle sectoren profiteren - maart 2024Update
Licht gunstige economische groeiverwachtingen voor de meeste Nederlandse regio’s in 2024
In deze studie lichten we onze economische verwachtingen toe voor veertig Nederlandse regio’s. De verwachte groeiverschillen tussen sectoren werken via de sectorstructuur van regio’s door in de regionaal-economische prognoses.
In het kort
Ondanks de economische krimp in de eerste drie kwartalen sloten we 2023 af met een lichte economische groei van 0,1 procent. Dit kwam mede door een gunstig laatste kwartaal, waarin de economie weer groeide. We verwachten dat deze groei ook de komende twee jaar doorzet. Voor 2024 verwachten we dat de Nederlandse economie groeit met 0,7 procent en voor 2025 verwachten we een groei van 1,2 procent. Deze vooruitzichten liggen iets hoger dan wat we eind vorig jaar voorzagen. Net als in het laatste kwartaal van 2023 is consumptie door huishoudens een belangrijke drijfveer achter de verwachte groei in 2024. Dit komt mede door het koopkrachtherstel van Nederlandse huishoudens. De huidige hoge rentes zorgen ervoor dat de bedrijfsinvesteringen zich naar verwachting pas in het laatste kwartaal van 2024 herstellen. We voorzien dat tegen die tijd de rente weer iets is gedaald. Bedrijven blijven wel kampen met een krappe arbeidsmarkt. Mede door de achterblijvende bedrijfsinvesteringen verwachten we dat de economische groei iets lager is dan de potentiële groei, gelet op de beschikbare productiefactoren arbeid, kapitaal en productiviteit.
In deze studie lichten we onze economische verwachtingen toe voor veertig Nederlandse regio’s. De verwachte groeiverschillen tussen sectoren werken via de sectorstructuur van regio’s door in de regionaal-economische prognoses. Daarnaast spelen regionale omstandigheden een belangrijke rol in onze economische verwachtingen voor regio’s.
Vooruitblik: Regio's profiteren van groeiende zorgsector en herstelgroei in landbouw
De verwachte economische groei van 0,7 procent is niet evenredig verdeeld over de sectoren. Sterker nog, de groeiverwachtingen per sector lopen erg uiteen. We verwachten de hoogste economische groei in de zorgsector. Deze sector groeit, na een sterk 2023, naar verwachting met 3,7 procent in 2024. Deze groei is terug te voeren op de stijgende zorgvraag door vergrijzing en op de uitbreiding van de behandelmogelijkheden. De groei van de zorgsector is gunstig voor alle Nederlandse regio’s, maar stuwt het meest de regio’s met een relatief grote zorgsector, zoals Oost- en Overig Groningen en Noord-Drenthe (zie figuur 1).
Ook in de landbouwsector verwachten we dit jaar een solide groei van 2,8 procent, maar deze groei volgt op krimp in 2022 en 2023. In deze sector gaat het dus om herstelgroei. De regio’s Delft-Westland en de Kop van Noord-Holland hebben hun positieve vooruitzichten grotendeels aan de groei in de landbouwsector te danken. In deze regio’s zijn veel (glas)tuinbouwbedrijven gevestigd. De kosten voor deze sector vallen in 2024 naar verwachting lager uit dan in 2023 door een combinatie van energiebesparende maatregelen en de daling van de gasprijs. In de akkerbouw en veehouderij verwachten we dat de lichte krimp van 2023 ook komend jaar voortzet. Dit komt onder andere door aangescherpte milieueisen en door de opkoopregelingen waarvan een aantal bedrijven gebruik zal maken.
Regionale omstandigheden bepalen succes Groot-Amsterdam en Brainport Eindhoven
Groot-Amsterdam en Brainport Eindhoven vergroten naar verwachting in 2024 hun economische voorsprong op de andere Nederlandse regio’s. Dit vooruitzicht hebben de regio’s vooral te danken aan de gunstige regionale omstandigheden; bedrijven in deze regio’s doen het hier beter dan vergelijkbare bedrijven elders in het land. Voor beide regio’s verwachten we dat de economie groeit met 1,8 procent. Toch is die verwachting aanzienlijk lager dan in 2021 en 2022, toen beide regio’s fors harder groeiden. Hierbij merken we wel op dat Groot-Amsterdam economisch flink kromp in 2020. De jaren 2021 en 2022 waren dus deels ook herstelgroei.
We schreven eerder al over de bouwstenen van het succes van Groot-Amsterdam en Brainport Eindhoven. Toch kunnen beleidsmakers in deze regio’s niet rustig toekijken hoe deze regio’s jaar na jaar de nationale groeiverwachtingen ruimschoots overtreffen. Want hoewel beide regio’s hun eigen specialisme hebben[1], zijn ze nog steeds deels afhankelijk van één of enkele grote spelers in hun regio: luchthaven Schiphol in Groot-Amsterdam en hightechbedrijf ASML in Brainport Eindhoven.
Tij lijkt gekeerd in Groningen
De regio Overig-Groningen (met onder andere de stad Groningen) presteert de laatste jaren economisch matig: tussen 1995 en 2023 groeide de regionale economie nauwelijks. De oorzaak van deze krimp is het geleidelijk verminderen van de gasproductie in de regio. Nu de gaskraan sinds oktober 2023 helemaal is dichtgedraaid, werken de cijfers van de delfstoffenwinning steeds minder door op het economisch cijfer van de regio, en is het tijd voor een nieuwe start voor Overig-Groningen. In 2024 verwachten we een groei van 0,6 procent voor deze regio. Deze verwachting is voornamelijk gedreven door de groei van de zorgsector, die ruim vertegenwoordigd is in deze regio.
De vlag kan niet overal uit
Waar we vorig jaar zagen dat veel regio’s te maken hadden met een krimp van de economie, verwachten we dit jaar voor slechts acht regio’s krimp. Dit zijn de regio’s IJmond, Zuidwest-Friesland, Delfzijl, Zuidoost-Drenthe, Oost-Zuid-Holland en Zeeuwsch-Vlaanderen. Voor de regio’s Het Gooi en Vechtstreek en Leiden en Bollenstreek verwachten we ook krimp, maar deze krimp is marginaal.
In deze regio’s zien we dat vooral de regionaal-economische omstandigheden achterblijven. Deze regio’s zijn ook vaak afhankelijk van een klein aantal sectoren, waarvoor we in 2024 krimp verwachten. Voor de regio’s Delfzijl en omgeving en Zeeuwsch-Vlaanderen is dit bijvoorbeeld de transportsector. We verwachten dat deze sector krimpt met 2,6 procent, vooral als gevolg van geopolitieke spanningen. Veel bedrijven in de Eemsdelta en in het havengebied rondom de Westerschelde in Zeeuwsch-Vlaanderen zien de invloed van rederijen die de Rode Zee mijden terug in hun regionaal-economische groeiverwachtingen. Ook in Groot-Rijnmond is de transportsector fors en valt het groeicijfer lager uit dan landelijk.
[1] In de Brainport Eindhoven is dit de hightech maakindustrie en in Groot-Amsterdam zijn dit de ICT, zakelijke dienstverlening en de logistiek.