Update
Sectorprognoses maart 2025: zorgen om geopolitieke ontwikkelingen, maar arbeidstekort meest nijpend voor bedrijven
De krapte op de arbeidsmarkt en de geopolitieke spanningen hebben voor veel sectoren verregaande implicaties. Voor sommige sectoren is vooral het tekort aan personeel een uitdaging, terwijl andere te maken hebben met handelsbeperkende maatregelen. We schetsen in deze prognoses de verwachtingen per sector.

In het kort
Een mogelijke de-escalatie van het conflict tussen Oekraïne en Rusland, de politieke verschuivingen in Duitsland na de verkiezingen, en het begin van een handelsoorlog met de Verenigde Staten: de geopolitieke ontwikkelingen houden de gemoederen flink bezig. Voor het Nederlandse bedrijfsleven is vooral de verslechterde relatie tussen de VS en de EU een punt van zorg. Onlangs kondigde de Amerikaanse president Trump een importtarief van 25% op verschillende Europese goederen aan, waaronder auto’s, landbouwgoederen, farmaceutische producten, elektrische apparaten en luxe goederen (bijvoorbeeld die van beroemde modehuizen als Louis Vuitton, Hermès en Chanel). Daarnaast gingen op woensdag 12 maart de verhoogde importtarieven op staal en aluminium in, die de sectoren basismetaal en metaalproducten flink kunnen raken.
Toch zijn het niet de geopolitieke spanningen en importtarieven, maar de personeelstekorten waarvan de Nederlandse ondernemers nog altijd het meeste wakker liggen in termen van hun bedrijfsvoering (zie figuur 1). In januari gaf 36% van de bedrijven aan dat de krapte op de arbeidsmarkt voor hen de grootste belemmering in de bedrijfsvoering is. Hoewel dit percentage iets lager is dan vorig jaar, is het nog altijd bijna twee keer zo hoog als het langjarige januarigemiddelde. Illustratief voor deze krapte is dat een jaar na de grote ontslagronde bij VDL Nedcar, een grote Limburgse autofabrikant, bijna al het ontslagen personeel weer werk heeft gevonden. Ook hebben slechts weinig Blokker-medewerkers, van wie hun werkgever afgelopen november failliet ging, een werkloosheidsuitkering aangevraagd.
Figuur 1: Tekort aan personeel nog altijd grootste belemmering voor bedrijven

Het lage aantal werklozen, gecombineerd met forse loonstijgingen, stimuleert huishoudens om te consumeren. Dit heeft een positief effect op sectoren die rechtstreeks aan consumenten leveren, zoals de horeca en de detailhandel. We verwachten dat de toegevoegde waarde van de horeca dit jaar met 1,5% en volgend jaar met 1,6% groeit.
Ook de overheidsinvesteringen dragen dit en komend jaar flink bij aan de economische groei. Met name de bouwsector profiteert van de plannen van de regering om te investeren in infrastructuur. De recente uitspraak van de Raad van State over stikstof kan echter belemmerend werken. Voor de bouw verwachten we een toename in toegevoegde waarde van 1,6% in 2025 en 1,5% in 2026.
In ons Economisch Kwartaalbericht lichten we de ontwikkelingen van de huishoudconsumptie, de overheidsinvesteringen en de andere componenten van het bbp verder toe. In deze publicatie gaan we in op de ontwikkeling binnen de verschillende sectoren.
We kijken zowel naar de ontwikkelingen van de toegevoegde waarde voor de hoofdsectoren als naar de omzet voor de deelsectoren. De toegevoegde waarde is de omzet minus de waarde van alle (ingekochte) halffabricaten en diensten die bij de productie zijn verwerkt (zie ook: Bruto toegevoegde waarde uitgelegd). Omdat we kijken naar volumeontwikkelingen hebben we deze prognoses gecorrigeerd voor prijsveranderingen. De prognoses van de toegevoegde waarde voor de hoofdsectoren staan in figuur 2. De meest opvallende ontwikkelingen lichten we verder toe. Verderop in dit artikel staan de omzetontwikkelingen per deelsector.
Figuur 2: Sectorprognoses in toegevoegde waarde

Zakelijke dienstverlening voelt de arbeidsmarktkrapte het sterkst
Hoewel de krapte op de arbeidsmarkt alle sectoren treft, voelt de niet-specialistische zakelijke dienstverlening deze het meest (zie figuur 3). Vooral in de beveiligings- en opsporingsdiensten liep het door ondernemers ervaren personeelstekort hard op. In januari gaf maar liefst vier op de vijf bedrijven aan moeite te hebben om arbeidskrachten te vinden. Maar ook bijna driekwart van de schoonmaakbedrijven en hoveniers had moeite om personeel te vinden. Bij uitzendbureaus nam de ervaren krapte juist af. Hoewel nog steeds ruim 40% van de bedrijven in de uitzendbranche moeite heeft om personeel te vinden, is dit bijna de helft minder dan drie jaar geleden. Zoals we in onze vorige sectorprognoses al aangaven, profiteert de uitzendbranche vermoedelijk van een terugval in de zzp-inhuur door bedrijven vanwege de strengere handhaving op schijnzelfstandigheid. Hoewel de productie in de uitzendbranche – die grotendeels is gebaseerd op het aantal uitgezonden arbeidskrachten – al 23 maanden op rij daalt (jaar-op-jaar), biedt de terugval in zzp-inhuur perspectief. Onder meer daarom verwachten we dat de toegevoegde waarde van de niet-specialistische zakelijke dienstverlening in 2025 met 1,6% en in 2026 met 2,4% groeit.
Figuur 3: Zakelijke dienstverlening en transport voelen personeelstekorten het meest

Ook in de specialistische zakelijke dienstverlening noemde bijna de helft van de bedrijven het personeelstekort als belangrijkste belemmering voor de zakelijke activiteiten. Vooral juridische dienstverleners en accountants (bijna twee op de drie) ondervinden veel last van de krapte op de arbeidsmarkt. In de accountancy is er bijvoorbeeld meer dan voldoende werk vanwege de invoering van een nieuwe Europese richtlijn – de zogenaamde Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) – die bedrijven verplicht om transparanter te zijn over hun duurzaamheidsprestaties. Inmiddels heeft de Europese Commissie een Omnibuspakket gepubliceerd dat de administratieve lasten voor bedrijven moet verminderen op het gebied van CSRD. Zo is onder andere de reikwijdte beperkt, waardoor alleen grote bedrijven moeten voldoen aan de rapportageverplichtingen. Bij acceptatie van het Omnibuspakket kan de personele belemmering worden verlicht voor onder meer accountancykantoren, terwijl reeds gedane investeringen om aan deze verplichtingen te voldoen de komende jaren minder goed zullen renderen.
We verwachten dat de specialistische zakelijke dienstverlening een van de snelst groeiende sectoren is met een toename in toegevoegde waarde van 3,0% en 3,1% respectievelijk in 2025 en 2026.
Arbeidsproductiviteit in veel sectoren onder druk
Vanwege de krapte op de arbeidsmarkt en de hoge inflatie zijn de lonen en looneisen de afgelopen tijd flink toegenomen. De gemiddelde arbeidsproductiviteit is daarentegen in 2024 opnieuw gedaald. Het totaal aantal gewerkte uren van werknemers en zelfstandigen gezamenlijk nam in 2024 toe met 1,2%. Tegelijkertijd groeide de Nederlandse economie met 0,9%. Omdat het aantal gewerkte uren meer toenam dan de totale hoeveelheid geld die we in 2024 (gecorrigeerd voor inflatie) met elkaar verdienden, is de arbeidsproductiviteit ook in het afgelopen jaar gedaald. Met een afname van 0,2% was deze daling wel een stuk kleiner dan in 2023, toen de arbeidsproductiviteit ten opzichte van 2022 met 1,3% afnam. Zoals we in een eerdere studie al aangaven, is dit deels het gevolg van een veranderende sectorstructuur. Er is in Nederland een werkgelegenheidsverschuiving zichtbaar van hoogproductieve sectoren (industrie, groothandel, financiële diensten) naar sectoren met een lager dan gemiddeld productiviteitsniveau, zoals de horeca, recreatiesector en de niet-specialistische zakelijke dienstverlening.
Figuur 4a toont voor de industrie deze terugval in de arbeidsproductiviteit in de afgelopen twee jaar, na een sterke stijging tijdens de coronajaren. Daarnaast neemt de arbeidsproductiviteit om uiteenlopende reden ook af in andere hoogproductieve sectoren, zoals de financiële dienstverlening, en delfstoffenwinning en energie, die niet in figuur 4a of 4b zijn weergegeven. In de cultuur, recreatie en overige diensten is juist het tegenovergestelde zichtbaar (zie figuur 4b).
Een positieve uitzondering op de tanende productiviteitsgroei onder hoogproductieve sectoren is de sector informatie en communicatie, waar de arbeidsproductiviteit de afgelopen drie jaar met bijna 9% is toegenomen. Hoewel het aantal gewerkte uren tussen 2021 en 2024 sterk opliep (+8%), groeide de toegevoegde waarde over deze periode nog veel harder, met bijna 18%. We verwachten dat deze oplopende trend zich voortzet, zoals blijkt uit de toegevoegde waardeverwachting voor de ICT (zie figuur 2 en verderop in deze publicatie).
Figuur 4a: Arbeidsproductiviteit landbouw, nijverheid en overheid (1995-2024)

Figuur 4b: Arbeidsproductiviteit dienstensectoren (1995-2024)

Noot: In constante prijzen, prijsniveau 2021. De arbeidsproductiviteit voor de totale economie wordt doorgaans bepaald door het bbp te delen door het totaal aantal gewerkte uren. In de bovenstaande figuren, die de arbeidsproductiviteit per sector benadrukken, is deze voor de totale economie berekend via de totale toegevoegde waarde gedeeld door het totaal aantal gewerkte uren. Het verloop is vergelijkbaar, maar het niveau is gemiddeld 7 euro per uur lager.
Hoewel arbeidsintensieve dienstensectoren zoals zorg, onderwijs en andere persoonlijke diensten een belangrijke – en niet altijd in geld meetbare – bijdrage leveren aan het welzijn van mensen, is het wel belangrijk om de afnemende totale arbeidsproductiviteit te adresseren. Deze relatief laagproductieve sectoren eisen een groeiend werknemersaandeel op. Dit kan tot gevolg hebben dat de economische groei afneemt terwijl de Nederlandse bevolking steeds verder vergrijst. Daardoor kan de financiering van publieke voorzieningen onder druk komen te staan. Als de arbeidsproductiviteit binnen een exportgerichte sector daalt, schaadt dit de internationale concurrentiekracht.
In onze nieuwste studie over concurrentiekracht onderzoeken we de loonkosten- en productiviteitsgroei in 19 exporterende sectoren tussen 2015 en 2023. In deze periode stegen de loonkosten per eenheid product in Nederland sneller dan in de eurozone als geheel, en we verwachten dat deze trend zich de komende jaren voortzet.
Wel zijn de verschillen tussen sectoren groot. Zo hebben de sectoren handel, machinebouw en farmaceutische industrie hun concurrentievoordeel ten opzichte van het gemiddelde van de eurozone vergroot. De concurrentiekracht in de landbouw, vervoer en opslag, de chemie en de voedingsmiddelenindustrie staat daarentegen onder druk door hogere loongroei en achterblijvende productiviteitsontwikkeling. Veel van deze sectoren zijn bovendien energie-intensief en hebben te lijden onder de fors gestegen energiekosten, wat indirect is terug te zien in de ongunstige ontwikkeling van de productiviteitsgroei in deze sectoren.
Geopolitieke ontwikkelingen en energieprijzen trekken wissel op de industrie ...
Ook geopolitieke spanningen kunnen (vergaande) gevolgen hebben voor de Nederlandse industrie. Op 12 maart werden hogere Amerikaanse importheffingen op staal en aluminium van kracht. Hoewel deze heffingen leiden tot een productiedaling in de basismetaal- en metaalproductenindustrie, kunnen de sectoren die staal als input gebruiken hun concurrentievoordeel ten opzichte van hun Amerikaanse evenknieën verbeteren. Die moeten immers relatief duurder staal verwerken. Meer hierover staat in onze studie over deze Amerikaanse importheffingen.
Naast de geopolitieke onzekerheid zorgen ook netcongestie en nieuwe uitspraken rondom stikstof voor een rem op investeringen. De energieprijs is ook belangrijk voor de industrie. Door de oorlog tussen Rusland en Oekraïne gingen de energieprijzen door het dak, wat onder andere de Nederlandse chemische industrie hard raakte. Figuur 5 toont de industriële productie voor de gehele sector en voor de chemische industrie – een van de grootste deelsectoren binnen de industrie met zo’n 10% van de industriële toegevoegde waarde. In 2022 kromp de chemische productie met meer dan 20%. Herstel bleef uit, onder meer door de kwakkelende Duitse economie, een belangrijk afzetmarkt voor de Nederlandse chemische industrie.
Licht aan het eind van de tunnel?
Ondanks bovenstaande belemmeringen voorzien we voor de industrie een licht herstel in de komende twee jaar. We verwachten een groei van de industrie van 2,0% in 2025 gevolgd door een toename in toegevoegde waarde van 0,7% in 2026. De seizoensgecorrigeerde productie steeg met 1% in januari ten opzichte van december 2024 (zie figuur 5) en jaar-op-jaar lieten de kalendergecorrigeerde productiecijfers van de industrie voor het eerst sinds juli 2023 weer een toename zien, van 0,5%. Hoewel nog altijd licht negatief, lag het producentenvertrouwen in februari weer op het hoogste niveau in bijna twee jaar. Daarnaast steeg de Purchasing Manager Index (PMI) in februari naar 50. Deze was sinds juli vorig jaar lager dan 50, duidend op krimp in economische activiteit.
Figuur 5: Geen herstel chemische industrie na energieprijspiek

… en op de transportsector
De handelsoorlog kan ook de transportsector rechtstreeks raken. Als Nederland door hogere Amerikaanse importtarieven minder kan exporteren, hebben transportbedrijven logischerwijs minder te vervoeren. In onze studie over de importtarieven op staal en aluminium zien we dan ook dat vervoer over water en vervoer door de lucht hun productie iets zien afnemen. Toch is de transportsector niet enkel afhankelijk van het buitenland. Aangezien we een licht herstel verwachten van de industrie en de bouwsector, die beide afhankelijk zijn van materiaaltransport, voorzien we voor de transportsector een toename in toegevoegde waarde van 1,6% voor 2025 en 1,2% voor 2026.
Zorgen om cybercriminaliteit en krapte op de arbeidsmarkt bieden perspectief voor de IT-sector
Uit recent onderzoek blijkt dat twee op drie ondernemers zich zorgen maakt over de negatieve effecten van een cybermisdaad op hun onderneming. Terwijl ‘slechts’ iets minder dan de helft van de ondernemers zich zorgen maakt over geo-economische maatregelen, zoals invoerheffingen en economische sancties. Het is daarom ook niet verrassend dat de vraag naar kennis en kunde rondom cybersecurity volgens het recente rapport ‘Future of Jobs 2025‘ van het World Economic Forum richting 2030 sterk toeneemt, iets waar de IT-sector van profiteert.
Tegelijkertijd zien we ook dat de krapte op de arbeidsmarkt tot extra vraag naar IT-oplossingen kan leiden. Het automatiseren van routinematige taken kan verlichting brengen in de ervaren personeelstekorten.
We verwachten dat de sector informatie en communicatie, die grotendeels uit de IT-sector bestaat, in 2025 met 3,5% toeneemt in toegevoegde waarde en in 2026 met 3,8%.
Box 1: Hoe maken we de sectorprognoses?
Voor bijna alle sectoren komen zowel de prognoses voor de omzet als die voor de toegevoegde waarde uit ons sectormodel. Dit is een model dat we hebben gemaakt op basis van de historische ontwikkelingen van omzet en toegevoegde waarde van verschillende sectoren die beschikbaar zijn bij het CBS. Samen met de sectormanagers bekijken we de modeluitkomsten en sturen we waar nodig bij. Op deze manier verrijken we de modeluitkomsten met de visie van de experts.
Helaas zijn niet voor alle sectoren historische omzetdata beschikbaar. Het CBS heeft geen historische omzetdata voor de deelsectoren van de zorg. Hierdoor zijn we voor deze omzetprognoses meer afhankelijk van het oordeel van de experts. Het sectormodel is wel in staat om de ontwikkeling van de toegevoegde waarde van de zorg te voorspellen.
Omzetontwikkeling per deelsector
Food: voorzichtig vraagherstel verwacht
De foodsector, van voedingsmiddelenindustrie tot food-retail, gaat een licht stabielere periode tegemoet vergeleken met de afgelopen jaren. Voor 2025 en 2026 verwachten we een voorzichtig vraagherstel op basis van een verdere verbetering van de koopkracht. Alhoewel het lage consumentenvertrouwen zich in de eerste helft van 2025 nog wel laat voelen op de winkelvloer. De consument blijft kritisch in haar uitgaven en het boodschappenmandje wordt niet goedkoper. Na een dip in de voedingsmiddeleninflatie in de lente en zomer van 2024 lopen de boodschappenprijzen inmiddels weer sneller op, vooral door stijgende grondstofprijzen (onder andere koffie, cacao, olijfolie, zuivel, eieren en rundvlees).
Het vraagherstel zie je niet direct terug in de omzetprognoses van de supermarkten. Dat heeft nog steeds te maken met het verbod op de verkoop van tabak in het supermarktkanaal dat op 1 juli 2024 is ingegaan. Hierdoor verschuift er ook in 2025 nog een materieel deel van de omzet van supermarkten naar onder andere tabaks- en gemakswinkels en benzinestations. Die tabakswinkels vallen weer onder de prognoses van de voedingsspeciaalzaken, dus die bijzonder positieve cijfers zeggen weinig over de marktontwikkelingen die bakkers, slagers, vishandels en groentezaken ervaren. Daar zien we een beperkte omzetgroei, vooral door prijsstijgingen.
Meer weten ?
Aanspreekpunten voor de sector food: Martijn Rol en Marcel Lambregts.
Industrie: Verwacht herstel in turbulente tijden
De industrie heeft het niet gemakkelijk. In Nederland en Europa zijn de energieprijzen relatief hoog. Dit verslechtert de concurrentiepositie van met name de energie-intensieve deelsectoren. Daarnaast vormt de beschikbaarheid van elektriciteit een steeds groter probleem. Dit raakt de gehele industrie. Uitbreiden is vaak niet mogelijk en plannen om de uitstoot terug te brengen door elektrificatie lopen vertraging op. Verder is de vraag nog steeds matig, wordt de markt overspoeld met goedkoop staal en plastic uit Azië en is er veel onzekerheid over importheffingen en de consequenties van de stikstofuitspraak van de Raad van State (RVS).
Na twee magere jaren verwachten wij dat de industrie zich in 2025 desondanks licht herstelt. Het producentenvertrouwen neemt langzaam weer toe en de orderportefeuille laat een lichte groei zien bij veel bedrijven. Die groei is naar verwachting zichtbaar in de tweede helft van 2025. De verschillen binnen de industrie zijn echter groot. De groei komt voornamelijk van de machinebouw, reparatie en onderhoud en de voedingsmiddelenindustrie.
Tabel 1: Omzetprognoses industrie

Meer weten?
Aanspreekpunten voor de sector industrie: Yorick Cramer en Kees de Schipper.
Bouw: nieuwe onzekerheid door stikstof
Na een matig 2023 en dito eerste helft van 2024 krabbelde de woningnieuwbouw eind 2024 op. Waar de vooruitzichten voor bedrijfsgebouwen voor 2025 en 2026 niet heel positief waren, leken de seinen voor woningbouw op groen te staan. Maar toen kwam de stikstofuitspraak van de RVS. Net als bij eerdere RVS-uitspraken over stikstof (PAS, mei 2019 en Bouwvrijstelling, oktober 2022) kan de impact aanzienlijk zijn. Daarom is een ministeriële werkgroep geformeerd onder voorzitterschap van minister-president Schoof. De verwachtingen variëren van hoopvol (minister Wiersma) tot zeer terughoudend (diverse wetenschappers). Ondertussen ondervindt de vergunningverlening vertraging, doordat provincies deze hebben opgeschort.
Toch gaat de bouw niet op slot. Intern salderen mag nog steeds, maar dan wel met een natuurvergunning. Bovendien hebben lang niet alle bouwactiviteiten (gepland en in uitvoering) saldering toegepast. Net als in 2022 (bij de Bouwvrijstelling) hebben professionele partijen veelal geanticipeerd op deze ontwikkeling en kunnen zij (zeker met woningbouw) door.
Vertraging is voor de sector een feit, maar de mate waarin is nog onzeker.
Tabel 2: Omzetprognoses bouw

Meer weten?
Aanspreekpunten voor de sector bouw: Geert Dirkse en Hans-Hugo Smit.
Handel: stabiliteit en groei in 2025 ondanks uitdagingen
Hoewel het consumentenvertrouwen nu lager is dan vorig jaar rond deze tijd, zien we dit nog niet terug in de omzetcijfers van de detailhandel. Voor veel deelsectoren binnen de detailhandel is het nieuwe jaar goed begonnen met hogere omzetten vergeleken met dezelfde periode vorig jaar. De lage werkloosheid en de loonstijgingen van de afgelopen jaren zorgen ervoor dat consumenten blijven uitgeven. Dit lijkt voorlopig niet te veranderen.
Ook zien we dat de seizoenspatronen in 2024 in de meeste detail- en groothandelssectoren weer 'normaal' zijn geworden als we de indexcurves vergelijken met de jaren 2018 en 2019 (voor corona). Dit jaar lijkt dan ook een relatief 'normaal' handelsjaar te worden, waarin de omzetontwikkeling iets voorspelbaarder zou moeten verlopen. Natuurlijk blijft er grote onzekerheid door de geopolitieke spanningen die de internationale handel zomaar weer kunnen verstoren.
De containerprijzen tussen Shanghai en Rotterdam laten een dalende trend zien, waarbij de gemiddelde (spot)prijs per 40 ft container nu ruim onder het niveau van vorig jaar ligt. Dit is een welkome ontwikkeling voor veel handelaren die de schommelende prijzen het afgelopen jaar moeilijk konden doorberekenen aan de eindklant. Waarschijnlijk zal de consument dit jaar niet veel merken van de dalende vrachtprijzen, en zullen handelaren de kostenbesparing vooral gebruiken om hun marges dit jaar zoveel mogelijk te herstellen.
Tabel 3: Omzetprognoses handel

Meer weten?
Aanspreekpunten voor de sector handel: Olaf Zwijnenburg en Peter van Heerde.
Transport en mobiliteit: stabiel vooruitzicht in transport en lichte daling in mobiliteit
Transport
Ondanks de geopolitieke uitdagingen zijn de vooruitzichten voor de sector stabiel, net als in de afgelopen jaren. Dit kunnen we grotendeels verklaren door het feit dat het wegvervoer voor 75% afhankelijk is van de binnenlandse economie. Hoewel de binnenvaart voor ongeveer 50% van de binnenlandse economie afhankelijk is en voor 50% van de buitenlandse economie zien we ook hier een stabiel vooruitzicht, mits de geopolitieke spanningen niet te hoog oplopen. De zeevaart en het spoorvervoer zijn daarentegen wel vatbaar voor internationale ontwikkelingen en laten dus een lagere groei en wellicht zelfs een kleine krimp zien. Op het geheel heeft dit evenwel een beperkte invloed; deze sectoren zijn namelijk aanmerkelijk kleiner dan het wegvervoer en de binnenvaart.
Mobiliteit
De zakelijke markt blijft dit jaar de aanjager van de nieuwverkoop, maar we verwachten dat het aantal verkochte nieuwe voertuigen een lichte daling laat zien ten opzichte van 2024. Gezien de verandering van het bijtellingspercentage (van 17% naar 22%) krijgt de aanschaf en (vervroegde) vervanging van elektrische voertuigen dit jaar een impuls. De vraag van particulieren naar een elektrische auto neemt verder af door de veranderde en onzekere wet- en regelgeving. De occasionmarkt doet het over het algemeen nog steeds goed, met stijgende verkoopaantallen, net als in 2024. De verkoop van bedrijfsauto’s laat zoals verwacht een flinke daling in 2025 zien na de piek in 2024.
De bezettingen in de werkplaatsen blijven onverminderd hoog. Mede door het groeiende oude wagenpark in Nederland is er meer vraag naar onderhoud en reparatie.
Tabel 4: Omzetprognoses transport

Meer weten?
Aanspreekpunten voor de sector mobiliteit en transport: Marieke Kuijpers en Henry Steenbergen.
Horeca: uitdagingen in overvloed
Mede vanwege het slechte weer was 2024 geen goed jaar voor de horecasector. Zowel de volumes als de marges stonden onder druk. Hierdoor en door hoge coronaschulden zagen we het aantal faillissementen verder toenemen.
Door de gestegen koopkracht verwachten we dat de volumes in de sector dit jaar weer toenemen. Daarbij groeit de omzet harder doordat de prijzen harder stijgen. We verwachten wel dat dit effect minder groot is dan in 2024, doordat de kosten nu minder hard stijgen dan in 2024.
Verder zien we dat de personeelstekorten in de sector iets teruglopen. Ondernemers geven ook minder vaak aan dat dit de grootste belemmering is voor hun bedrijfsvoering. Wel blijft de personeelskrapte nog steeds een probleem.
Voor 2026 verwachten we meer onzekerheid bij de aanbieders van logies als gevolg van de voorgenomen btw-verhoging. Dit zet de volumes in de sector waarschijnlijk onder druk.
Tabel 5: Omzetprognoses horeca

Meer weten?
Aanspreekpunt voor de sector horeca: Jos Klerx.
Informatie en communicatie: IT-oplossingen versterken digitale onafhankelijkheid
Geopolitieke spanningen hebben grote impact op de informatie -en communicatiesector. De voortdurende rivaliteit tussen grootmachten beïnvloedt de wereldwijde toeleveringsketens en de beschikbaarheid van technologieën. Nationale veiligheidszorgen leiden tot strengere regelgeving en verdere beperkingen op het gebruik van buitenlandse technologieën. Dit verhoogt de marktcomplexiteit. We zien een groeiende vraag naar IT-oplossingen die digitale soevereiniteit waarborgen.
De voortdurende druk op het verhogen van de arbeidsproductiviteit van bedrijven blijft een grote aanjager van de groei in de IT-sector. De nieuwe mogelijkheden op het gebied van (Agentic) AI kunnen helpen om de arbeidsproductiviteit te verhogen. Ook de vraag naar cybersecurityoplossingen neemt mede door de oplopende geopolitieke spanningen verder toe. De arbeidsmarkt blijft onveranderd krap. Daarnaast ontwikkelt technologie zich steeds sneller. Dit heeft tot gevolg dat IT-personeel voortdurend bezig is om de juiste competenties te ontwikkelen.
Voor de mediasector verwachten we dit jaar een lichte groei van 1 à 2%, ondanks de geopolitieke en economische onzekerheden. Deze groei wordt voornamelijk gedreven door de toenemende vraag naar digitale content en advertentiemogelijkheden.
Ook voor de telecomsector verwachten we een lichte groei van 2% in 2025. Deze groei wordt voornamelijk gedreven door de voortdurende uitrol van 5G-netwerken, de integratie van generatieve AI, en de toenemende vraag naar snelle en betrouwbare connectiviteit.
Tabel 6: Omzetprognoses informatie en communicatie

Meer weten?
Aanspreekpunt voor de sector informatie en communicatie: Mark van Kampen.
Zakelijke dienstverlening
Specialistische zakelijke dienstverlening
Bedrijven in de specialistische zakelijke dienstverlening zien zich gedwongen om de stijgende loonkosten door te berekenen aan hun eindklanten. Dit is vaak een delicate balans, aangezien prijsverhogingen de klantrelaties kunnen beïnvloeden en daardoor wordt de loonstijging over het algemeen niet volledig doorberekend. We verwachten een cao-loonstijging van 4,8% voor 2025 en 4,1% voor 2026, wat een belangrijke drijfveer zal zijn voor de stijging van de omzet en dus de groei in de specialistische zakelijke dienstverlening.
Het recent gepubliceerde Omnibus-pakket van de Europese Commissie brengt bij acceptatie aanzienlijke wijzigingen met zich mee voor de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD). De nieuwe regels verlichten de administratieve lasten voor veel bedrijven door de rapportageverplichtingen te beperken tot de grootste ondernemingen. Hoewel het voorgestelde Omnibuspakket verlichting brengt voor accountantskantoren, zien de kantoren en consultants die zich hebben voorbereid op uitgebreide duurzaamheidsrapportages hun investeringen de komende jaren niet direct terug.
Tabel 7: Omzetprognoses specialistische zakelijke dienstverlening

Overige zakelijke dienstverlening
De handhaving van de Wet DBA biedt nieuwe kansen voor de uitzendbranche en detacheringsbureaus. We verwachten dat een aanzienlijk aantal zzp’ers overstapt naar uitzend- of detacheringsconstructies. Dit geeft de sector de kans om de terugloop in uitgezonden uren aan te pakken.
Verder verwachten we een stijging in de tarieven van uitzendbureaus, gedreven door de hogere loonkosten en de noodzaak om (gekwalificeerd) personeel aan te trekken. Deze tariefstijgingen dragen naar verwachting bij aan een hogere omzet voor de sector. Door aanhoudende arbeidsmarktkrapte moeten uitzenders zichzelf opnieuw uitvinden en strategisch bepalen welke waarde zij toevoegen voor de uitzendkracht én voor de eindklant.
We zien dat specialistische uitzendbureaus tegen de markttrend in groeien in uitgezonden uren en omzet.
Ook de tarieven voor beveiligings- en schoonmaakdiensten stijgen naar verwachting. De krapte op de arbeidsmarkt en de stijgende loonkosten dwingen bedrijven in deze sectoren om hun prijzen te verhogen.
Tabel 8: Omzetprognose overige zakelijke dienstverlening

Meer weten?
Aanspreekpunt voor de sectoren specialistische en overige zakelijke diensten: Reinder Koelewijn.
Zorg en welzijn
Uitdagingen en innovaties in de zorg: strategische heroverwegingen en digitalisering
De rendementen van zorginstellingen zijn vaak onvoldoende om noodzakelijke investeringen voor de toekomst financierbaar te maken. Dat dwingt tot strategische heroverwegingen en het aanpassen van investeringsplannen. In de eerste lijn blijven de rendementen op peil voor huisarts, mondzorgondernemers en apothekers. Voor paramedici in het algemeen en fysiotherapeuten in het bijzonder blijft het verkrijgen van een rendabel rendement en tarief een uitdaging. Dit laatste beperkt ook het sluiten van een goede cao voor de eerste lijn. Digitalisering wordt steeds relevanter voor patiënt en zorgverlener. Nieuwe ontwikkelingen zoals AI brengen meer mogelijkheden. De website Thuisarts.nl blijft een succes met ongeveer 72 miljoen hits in 2024. Inmiddels kent 72% van de Nederlanders Thuisarts.nl en gebruikt 60% van de Nederlanders deze website.
Tabel 9: Omzetprognoses zorg

Meer weten?
Aanspreekpunt voor de sector zorg en welzijn: Marleen Jansen.